Voor school moet ik een debat organiseren over Sport en Milieu. Ik heb het deelonderwerp Wintersport & Milieu.
Daarover moet ik dus een stelling organiseren; ik vind dit nogal moeilijk, maar heb deze stelling bedacht:
'Wintersport is slecht voor het milieu en moet dus verboden worden'
Volgens mij is dit echt een flutstelling maar ik weet geen betere

Misschien hebben jullie ideeen?
Onderstaande informatie kan misschien ook helpen.
De relatie tussen wintersport en het gebergte is een paradoxale.
Wintersporters houden van de bergen en zijn onder de indruk van dit machtige staaltje werk van Moeder Natuur. Het toerisme op grote schaal is bovendien de economische basis van veel bergdorpen en de manier om miljoenen mensen te laten genieten van deze indrukwekkende omgeving. Aan de andere kant zijn het juist de wintersporters die een grote bedreiging vormen voor het zeer kwetsbare berggebied. De bergen hebben veel te lijden onder de toenemende populariteit van wintersporten. Maar als wintersporter kun je veel doen om die belasting van de bergen zo veel mogelijk te beperken
De toenemende populariteit van berggebieden als vakantiebestemming heeft internationaal veel aandacht. Dit is niet vreemd aangezien we het hebben over miljoenen mensen die hun vakantie in een zeer kwetsbaar gebied betreft. Hoe groot en machtig de bergen ook mogen lijken, het is één van de meest kwetsbare natuurgebieden die er bestaat. Bovendien is het een gebied met erg veel verschillende dieren- en plantensoorten. Zo kan één berg wel 4000 verschillende soorten planten herbergen; dat komt overeen met ruim een kwart van de diersoorten die in de Verenigde Staten te vinden zijn.
Meer en meer ontwikkelen bergsportverenigingen, overheden, skioorden en andere organisaties dan ook gedragscodes. Deze gedragscodes zijn van groot belang om de mooie bergomgeving schoon en leefbaar te houden. Want ondanks – of misschien zelfs wel dankzij – de grote bezoekersaantallen zijn de skigebieden een ongekend mooie omgeving, die toegankelijk is voor iedereen.
Wintersport en de bergen
Ongeveer halverwege de twintigste eeuw werd in veel bergdorpen duidelijk dat de traditionele agrarische economie die tot op dat moment bestond, niet gehandhaafd kon worden. De bergdorpen leefden beneden de armoedegrens en veel inwoners zochten hun geluk in de lager gelegen delen van het land. Door deze leegstroom werd de situatie alleen maar slechter en werd de noodzaak van een andere uitweg steeds duidelijker. Die uitweg werd gevonden in de wintersport. De populariteit van een vakantie in de bergen groeide namelijk snel bij de elite van Europa. Deze mensen werden aangetrokken door de schoonheid van de bergen en de ontspanning van wintersport. Net als nu; er lijkt dus niet veel veranderd. Maar het tegendeel is waar. Wintersport is namelijk al lang geen eliteaangelegenheid meer en de groep wintersporters is enorm gegroeid. Jaarlijks gaat er tussen de 70 en 90 biljoen dollar om in het bergtoerisme en dat bedrag blijft voorlopig alleen maar groeien.
De voorbereiding:
prepareren van de pistes en transport naar het skioord
De wintersport brengt onmiskenbaar schade toe aan het gebergte. Dat begint al ver voor de eerste wintersporters in de skioorden aankomen. Met grote bulldozers worden de pistes gebaand. Deze gigantische sneeuwschuivers zijn niet bevorderlijk voor de beplanting op de pistes, maar ook buiten het terrein van de pistes brengen ze schade aan. Enorme paden worden namelijk aangelegd om de apparaten op de pistes te krijgen en het skigebied te laten oversteken. Hier zie je als wintersporter weinig van. Tegen de tijd dat het seizoen goed van start is worden deze sporen namelijk door een dikke deken van sneeuw verhuld.
Dan zijn de skiliften een stuk beter zichtbaar. Deze voeren door tot dan toe vaak ongerepte gebieden en vormen een aantasting van de horizon. Gelukkig wordt er bij het aanleggen van skiliften steeds meer rekening gehouden met het milieu. Zo werden de bouwmaterialen voor de nieuwe cabinelift in La Plagne deze zomer per helicopter aangevlogen, zodat het terrein onder de skilift zo min mogelijk werd aangetast. Verder werden de pilaren zo veel mogelijk in het terrein geïntegreerd.
Ook het gebruik van sneeuwkanonnen kan een zware belasting voor een gebied betekenen. Deze apparaten gebruiken namelijk al snel driehonderd liter water per minuut. Water dat anders ten goede was gekomen aan de beplanting in een gebied.
Maar we moeten niet vergeten dat het hier gaat om een beperkt gedeelte van de bergen dat aangetast wordt. Naast de skigebieden zijn er namelijk nog enorme stukken bergen die door de wintersport niet worden aangetast, de skipiste is dus eigenlijk maar een voorproefje van alles wat de bergen huisvesten. En zelfs binnen een skigebied blijven hele stukken ongerept. Om het voorbeeld van La Plagne weer aan te halen: ‘slechts’ tien procent van de beschikbare 10 000 hectare wordt daar gebruikt voor skipistes.
Als de pistes eenmaal klaar zijn voor een seizoen van wintersportgenot is het de beurt aan ons, de wintersporters. Met zijn allen stappen we in de auto om op wintersport te gaan. En dan doen we er verstandig aan om dat ook écht met z’n allen te doen: als je een auto met meer mensen deelt belast je het milieu minder. En dat is geen slecht idee, want door het broeikaseffect valt er minder sneeuw in de bergen, smelt er meer eeuwige sneeuw en is de kans op lawines groter. Een andere optie is natuurlijk om de bus te nemen, of – het aller-milieu-vriendelijkst – de trein. De reis kan dan vaak gecombineerd worden met de aanschaf van een skipas, waardoor je uiteindelijk goedkoper uitbent. Het is niet allen Moeder Natuur die er bij wint!