Flessenbon
Soms is het niet makkelijk om student te zijn. Vrijheid, blijheid en daarnaast zorgen dat je het huishoudgeld niet in drie dagen opmaakt, vereist enige aanpassing. Boodschappen doen bij de duurdere supermarkt omdat ie toevallig om de hoek zit, is dus uit den boze.
Vandaar dat ik dagelijks op de fiets naar de goedkopere concurrent ga. Helaas zit die in het centrum en dat is toch even wat verder weg.
Maar voor je portemonnee moet je het over hebben, en dus parkeer ik mijn fiets tussen kluwen rijwielen en zet hem, paranoïde als ik ben, op driedubbel slot.
Op naar de boodschappen. Gewapend met boodschappenbriefje en statiegeldflessen (een dusdanig aantal dat ik er een week boodschappen voor kan doen, zo meld de flessenbon) loop ik de vakken af. En als ik zoveel boodschappen heb dat het niet meer in mijn mandje past, meld ik me aan de kassa. De caissière haalt mijn avondeten in zo’n moordend tempo langs de scanner dat ik moeite heb om ze allemaal op tijd in mijn tas te proppen.
Hét nadeel van goedkope supermarkten: je boodschappen kunnen niet even blijven liggen tot je klaar bent met betalen, want dat past niet. Zeker niet in combinatie met de spullen van de nieuwe klant, waar de caissière alvast mee begonnen is.
Met een rood hoofd van inspanning en twee broden in mijn armen wil ik gaan betalen. Om tot de ontdekking te komen dat mijn portemonnee uiteráárd helemaal onderin mijn tas zit, vermorzeld onder de aardappels en de yoghurt.
Ik zucht en de caissière kijkt mij aan alsof ze me het liefste dood ziet neervallen. Ik stamel een verontschuldiging en begin de pakjes kipfilet op het uiteinde van de kassa te stapelen. De caissière zucht nog maar eens diep en er beginnen langzaam zweetdruppeltjes over mijn rug te lopen. Het pak melk glipt uit mijn zweterige handen en valt kapot op de grond.
Als ik de boodschappen heb uitgepakt, de €15,25 netjes voor de caissière uitgeteld ligt, ik de boodschappen weer heb ingepakt en de volgende klant aan de beurt is, ben ik vijf minuten, een nog roder hoofd en een dozijn dodelijke blikken verder.
En als ik dan eindelijk het winkelcentrum uit ben en mijn fiets heb teruggevonden, valt samen met mijn fietssleutels de flessenbon uit mijn broekzak.
Vijftien euro vijftig aan statiegeldflessen. Het is gewoon niet eerlijk.
__________________
Al is de reiziger nog zo snel, de ns vertraagt hem wel.
|