Hier de gedichten van wedstrijd III. Tot 4 augustus is er de mogelijkheid te stemmen. Op 4 augustus sluit de poll en wordt er een topic geopend met de resultaten.
Wees eerlijk en stem gewoon één keer en niet op je eigen gedicht.
In hand en Oog verstaan
In je ogen
laat je lezen;
Sprankelzacht,
de vlinderkracht
omringt mijn wezen
In je handen
staat geschreven;
Levenslicht,
je aangezicht
laat mij in warmte zweven
Voelen doen we
Ik laat het daarbij
Je voelt het al van veraf op je afkomen,
je kan het niet ontkomen.
Iedereen voelt het aan
en heeft het wel eens in de ergste graad doorstaan.
Het ontvluchten kan je niet?
ook heb je daardoor soms verdriet.
Het kan een mens blijmaken,
en je echt diep raken.
Het kan een plant doen groeien,
eenn koe in de wei doen loeien.
Soms wil jet het niet voelen,
en wil je gewoon eens afkoelen.
Het kan je ook een bij gevoel geven
en zonder zou je niet meer kunnen leven.
Ieder levend wezen heeft het nodig
dus je kan niet zeggen het is overbodig.
Zo heeft ieder zijn reden,
en ik ook tot op heden,
weet ik het niet echt wat het kan zijn,
dus sluit ik nu maar mijn gordijn.
In den Beginne geboren
Wanneer het morgenrood aan haar eerste blosjes geraakt
Wanneer de zon uit het beddendek van wolken ontwaakt
De morgen begonnen
Weer een dag ontgonnen
Uit de avond en nacht die gisteren was
De zon die straalt en lijkt te lachen
Schijnt en schijnt niet na te denken
Dat iets het is wat haar stralen doet schenken
Terwijl ik keek naar de zon
Bedacht ik me zo goed als ik toen kon
Dat wanneer vandaag geboren wordt als opvolger van de nacht
Het haar moeder gisteren was die haar ter wereld bracht
Maar terwijl ik dacht aan het begin van het bal
Waar sindsdien mens, aarde, heelal dansen op een wals
Bekropen mij twijfels over het eerste begin genaamd naar de oudste knal
Daarvoor was er dus niets, leegte alom, leegte om al
Niets was alles en alles was niets,
maar wie was dan de moeder van het eerste iets?
Hoe kan iets worden geboren
Zonder dat de oorzaak zwanger is
Dat was wat ik die dag graag wilde horen
Toen wist ik het: Er is iets mis
Ik werd getroffen door mijn eerste paradox
De gedachten niet meer orthodox
Ik keek naar de hemel en keek naar de zon
En besloot voor die laatste te gaan
Even beviel me een glimlach, heel zwakjes, heel spontaan
Toen bedankte ik de zon er voor om er te zijn
Ik bedankte haar voor het beetje zonneschijn
Ik veegde de door denken verkregen tranen uit mijn ogen als laatste horden
Alvorens ik gisteren bedankte dat vandaag geboren mocht worden
Naamloos 2
de kou
voel ik tot op mijn botten
zei de man
en rilde
ik vraag me af
wat warmte is
hoe het voelt
van binnen
bevroren tranen
liepen van zijn wang
hij zag de wereld niet
voelde slechts de kou
het was zomer...
Waar ik mijn rust vond
onder ruisende geluiden
val ik door de tijd
dronken van jouw liefde
moe van de strijd
pogingen van contact
met het onbereikbare einde
dat zich uitstrekt over de versterker
van de o zo mooie grond
langzaam gaat zij slapen
doet voor mij haar ogen dicht
een stille glans over het water
en een laatste knipoog
van het licht