Registreer FAQ Berichten van vandaag


Ga terug   Scholieren.com forum / Kunst & Cultuur / Verhalen & Gedichten
Topic gesloten
 
Topictools Zoek in deze topic
Oud 02-02-2004, 16:50
Ieke
Avatar van Ieke
Ieke is offline
Bloed in de straten


Frankrijk, 1793 : De Franse Revolutie

Dof klonken zijn voetstappen. Her en der zag je koeien staan, tot hun buiken in de kille ochtendnevel. Prima om je schuil te houden, maar niet zonder gevaar. Half bukkend en om maar niet te aandacht op zich te vestigen, rende Jean-Pierre over de grote lege velden. Zou hij Cécille vandaag weer te zien krijgen? Al zijn hoop was gevestigd op de bijeenkomst in het dorp. Zij zou daar vast niet heen gaan, dat zou niet verstandig zijn: de dorpelingen haatten de adel en alles wat daar bij hoorde, maar haar vader, monsieur Carmière, zeker wel. Een trotse man, dat wel, altijd even net, maar toch wist Jean dat hij zich zorgen maakte over het welzijn van de burgers. Helaas moesten zij niets van zijn hulp weten. Ze groetten hem niet; namen hun hoed niet af, maar spogen voor zijn voeten op de grond. Maar de houding waarmee de heer verder liep, hij deed alsof hij niets zag, en de smetteloze kleding, maakten de dorpelingen razend. Met hen omgaan werd dan ook als groot verraad gezien. Als hij bedacht, wat ze met hem zouden doen, als hij gesnapt werd…
Maar hij moest haar weer zien. Zijn verlangen was groter dan de angst en schaamte, die hij van zijn ouders, of nee, van het hele dorp over zich heen zou krijgen. Tenminste, als ze hem te pakken zouden krijgen.
Jean hervond zijn moed: niemand kon sneller rennen en zich beter verbergen dan hij. “Maar als ze je te pakken krijgen” fluisterde een zeurderige stem in zijn hoofd. “Ze krijgen me niet te pakken” mompelde Jean bruusk, “en als het toch gebeurt, zal ik haar niet verraden, ik kan Cécille niet verraden”.
Jean stopte met lopen. Zo’n vijftig meter voor hem stond een oude, bouwvallige molen. Zijn hart bonkte, hier zou hij haar ontmoeten, zoals al zovaak was gebeurt en toch telkens speciaal bleef.
Het laatste stuk rende hij, gebukt onder de laaghangende takken en struiken. Daar, om de hoek, daar zou ze staan, ongerust, maar opgelucht als ze hem zag. “Cécille” siste hij, “ik ben het”. Het bleef angstvallig stil bij de molen, Jean voelde zijn bloed suizen. Hij herhaalde de roep een aantal keer, steeds met een meer en meer ongeruste ondertoon. Nog een paar stappen en dan was hij er. Wat zou er gebeurt zijn, of speelde ze een spelletje met hem?
Nee, Cécille was nooit zo dol op die spelletjes. Ze was trouw, rustig en toch heel vrolijk op haar eigen manier, en die lach! Bij elk spoor van vrolijkheid zag je haar ogen twinkelen en verscheen een kuiltje in haar wang, waar je uren naar zou kunnen staren.
Waakzaam liep Jean de hoek om. Hij verwachtte haar daar te zien staan, lachend om zijn ongerustheid. Jean knipperde met zijn ogen. Het was leeg. Op een paar vogels na was het uitgestorven. Jean riep een paar keer, zijn ongerustheid nam toe. Het was niets voor haar om een afspraak te laten zitten. Wat was er gebeurt?

Na tien, lange minuten liep Jean behoedzaam naar het dorp. In het centrum stond een groep mensen opgewonden pratend bij elkaar, een paar juichten. Jean had een vreemd voorgevoel. Er was iets niet in de haak. Monsieur Carmière en zijn bedienden waren ook nergens te bekennen.
Hij ging vlak bij een groep pratende dorpelingen staan. Ver weg genoeg om niet op te vallen, maar toch zo dichtbij, dat hij flarden van het gesprek zou kunnen opvangen.
”Carmière … gezin zijn ….. we vanaf …. Leve de Revolutie …. Weg … adel” Jean luisterde niet meer. Zijn hoofd bonkte en luid ademend rende hij het bos in. Hij liet zich zakken op een boomstronk.
Het was wel duidelijk wat er gebeurt was. Na de dood van Lodewijk XVI kon iedereen wel bedenken wat er zou gaan gebeuren. Toch leken de verschrikkingen van de guillotine en de vele arrestaties in Parijs ver weg.
Jean moest wat doen, anders werd hij gek. Hij bedacht al gauw wat hij moest doen: Polshoogte nemen.
Hij rende en rende, naar het huis van Cécille. “Misschien” dacht hij, “Misschien is er niets aan de hand.” Meteen daarna sloeg hij zichzelf voor zijn kop. “Waarom hoop koesteren, terwijl de feiten open voor je op tafel lagen. Hij moest zichzelf niet voor de gek houden!”
Op de weg naar Cécilles huis liepen vele mensen. Sommige droegen kostbaarheden met zich mee, anderen bruikbare materialen van het huis. Een menigte kwam, luid zingend, Jeans kant op, iedereen omhelzend die ze zagen. “We zijn vrij, we zijn vrij! Leve de Revolutie! Leve de Republiek!” zongen ze. “Het is gebeurt mensen. Wij laten niet meer over ons heen lopen. De terechtstelling is vanavond, bij klokslag 8 uur!”
Jean keek verward. “terechtstelling? Toch niet! Niet Cécille!” Zijn maag kromp ineen en hij kokhalsde, steeds als hij het lachende gezicht van Cécille voor zich zag.
Plotseling rende hij weg naar zijn huis en ging in de schuur zitten. Hier was het rustig en kon hij nadenken. “Cécille! Niet jij. Het is mijn schuld. Ik had je moeten waarschuwen voor de verschrikkingen die de dood van Lodewijk XVI met zich meebrachten. Je had geen tijd om te vluchten.”
”Doe even normaal” zei Jean tegen zichzelf. “Kom bij zinnen en beslis eerst maar, of je naar de terechtstelling gaat!” Ach, hij had eigenlijk geen keus. Hij moest erheen, haar voor de laatste keer zien, haar de laatste keer zien lachen, voor de allerlaatste keer…
Een snik welde in hem op. Jean kon het niet meer tegenhouden. In tranen rende hij naar buiten, de hei op en schreeuwde, schreeuwde, steeds opnieuw Cécilles naam…

Het was kwart voor acht. Langzaam schuifelden de dorpbewoners naar het schavot. Hier hadden ze nog geen guillotine, daarvoor was het een te klein dorp, maar de executie had hetzelfde principe. Gewoon met een bijl. Je had geluk als het in één keer door was, maar veel vaker duurde het uren. Een enorme lijdensweg voor de getroffene, maar fantastisch amusement voor de ‘christelijke’ burgers.
Jean stond aan de rand van het plein, met zijn ogen afgewend. De kreten van de woedende burgers en het gegil van de gevangenen waren daardoor des te duidelijker. Hij waagde het om op te kijken. Het gezin Carmière stond daar trillend, met gehavende kleding en gezichten, en keken met een verbouwereerd gezicht naar de woedende menigte onder hen. Slijk werd er naar ze gegooid, modder en bedorven voedsel. Met stenen mocht er niet gegooid worden. Het zou het ‘pleziertje’ van het volk alleen maar verminderen.
Jean keek naar Cécille. Hij zag haar zoekende ogen over de menigte glijden, op zoek naar hem. Opeens keek ze hem aan, en glimlachte triest. Haar zusjes waren als eerst aan de beurt, om de slachting van hun ouders te besparen. Jean keek niet, maar hoorde gillende smeekbeden en boze kreten uit het publiek. Plotseling verstomde het geluid en begonnen trommels te roffelen. Na zo’n tien, twintig seconden was er gesuis van de bijl en een doffe klap. De ouders van Cécille en zij zelf gilden. De jonge meisjes hadden geluk, ze waren op slag dood.
Toen was Cécille aan de beurt. Jean hoorde niets meer. In trance keek hij naar Cécille, die hem een hulpeloze aanblik gaf. De beul dwong haar te knielen voor het hakblok. De bijl ging omhoog, iedereen wachtte vol spanning, maar Jean draaide zich om. Dit kon hij niet zien. Hij liep van het plein af. In een straat verderop waren de doffe klap en het getier en geraas van de menigte nog te horen.
Jean snapte het niet. “Was dit de prijs die de adel moest betalen voor hun luxueuze leven? Was dat een goede reden om ze te executeren? Het begin van de Revolutie had zo veelbelovend geleken, maar wat was eruit gekomen; een tijd van geweld, een tijd van bloed in de straten, alleen om macht. Er was alleen niets aan te doen. Ze waren al zo ver gegaan. Het leek als een tunnel waar het uiteinde gesloten was. Terugkrabbelen kon niet, wat er ook gebeurde, je moest doorgaan.”
__________________
Al is de reiziger nog zo snel, de ns vertraagt hem wel.
Advertentie
Topic gesloten


Regels voor berichten
Je mag geen nieuwe topics starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag geen bijlagen versturen
Je mag niet je berichten bewerken

BB code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit

Spring naar

Soortgelijke topics
Forum Topic Reacties Laatste bericht
Verhalen & Gedichten [Verhalenwedstrijd] Vuur
flyaway
0 22-05-2012 22:14
Verhalen & Gedichten Verhalenwedstrijd: Altijd nog een tweede kans
Verwijderd
0 03-06-2004 20:48
Verhalen & Gedichten Verhalenwedstrijd: Herenigd.
Verwijderd
0 03-06-2004 20:44
Verhalen & Gedichten Verhalenwedstrijd: Wie moet er door naar de finale?
Ieke
36 22-02-2004 21:06
Verhalen & Gedichten Verhalenwedstrijd: Welke verhalen gaan er door naar de 2e ronde?
Ieke
0 04-02-2004 21:10
Verhalen & Gedichten verhalenwedstrijd: Kleine, groene beestjes en het vergaan van de aarde
Vlooienband
0 01-10-2003 14:30


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 14:21.