Registreer FAQ Berichten van vandaag


Ga terug   Scholieren.com forum / Kunst & Cultuur / Verhalen & Gedichten
Topic gesloten
 
Topictools Zoek in deze topic
Oud 18-02-2004, 21:38
Ieke
Avatar van Ieke
Ieke is offline
Baasje

Officieel heet hij Thomas Jansen, maar voor mij heet hij Baasje. Dat heeft hij mij zelf geleerd. ‘Kom maar bij ‘t baasje.’ En als hij boos is, maar dat is hij bijna nooit meer, dan is het: ‘Kom bij de baas!’. Maar baas vind ik zo hard klinken. En toen ik nog klein was, was hij niet boos op me. Dat kwam pas toen ik in de puberteit ging. Zo noemde Baasje het altijd. ‘Het is net een puber’, zei hij dan.
Eindeloos heeft Baasje met mij gewandeld en geapporteerd. Dan gingen we naar het park. Ik voorop, want dat mocht van Baasje. Met de opvoeding nam hij het niet zo nauw. Hij nam genoegen met een lieve, trouwe hond. Daar maakte ik gebruik van. Soms was ik heel stout. Vooral in de puberteit heb ik Baasje het leven flink zuur gemaakt. Ik pakte altijd zijn sokken af, en dan ging ik ze kapot trekken, net zo lang tot hij ze af kwam pakken. En dan rende ik snel weg. Altijd om de tafel, want dan kon Baasje mij nooit te slim af zijn.Ik vond het een geweldig spel, en volgens mij vond Baasje dat ook wel, ookal deed hij alsof hij boos was.
In het park speelde ik met heel veel andere honden. Dat vond Baasje best. Hij was mijn beste vriend, en dat wist hij. Soms liep ik weg, maar nooit als we in het park waren. Want dan zou Baasje misschien niet op mij wachten en terugkeren naar huis, waar hij verdrietig op de bank zou gaan zitten wachten. Of misschien zou hij naar de politie gaan. Ik wilde niet dat Baasje bang was dat mij iets zou overkomen. Daarom liep ik altijd weg als we thuis waren, als Baasje de voordeur open had gedaan. Dan liep ik het garagepad op, en dan keek ik om me heen of er nog wat te beleven was. Soms wilde ik Baasje pesten. Dan rende ik door alle tuinen, en dan rende Baasje achter mij aan om me te pakken. Als hij me te pakken kreeg, pakte hij me stevig in mijn nekvel. Hij sloeg of schopte me nooit. En als we binnen waren, was hij meestal al weer bijgedraaid. Als hij niet bijgedraaid was dan ging ik bij hem slijmen, dat kon ik heel goed. En Baasje trapte daar altijd in. Of hij wilde gewoon geen ruzie, dat kan ook.
Een keer werd Baasje verliefd. Zij noemde zichzelf Vrouwtje, maar ik wist niet waarom, want ze zou nooit m’n vrouwtje worden. Baasje noemde haar Eline. Op een dag nam Eline haar eigen hond mee naar ons huis. ‘Kijk Sherry, dit is Lara’, zei Eline terwijl ze in één beweging Lara voor me neerplantte. Ik vond Eline agressief. Ze leek wel een dictator, die van Baasje de macht overnam. En Lara was net als Eline. Ze deed erg dominant, maar dat pikte ik niet, want we bevonden ons ten slotte in mijn territorium. We vochten net zolang totdat ik Lara op haar rug had gekregen. ‘Kijk ze eens lekker stoeien met elkaar’, zei Eline. Ik vond het niet stoeien, want met stoeien heb je respect voor elkaar en ik had geen respect voor Lara. Ik vond Lara een rothond en Eline een rotwijf. Ze pasten perfect bij elkaar, maar ze pasten niet bij ons. Ik duldde ze niet meer in ons huis. De volgende keer dat Eline weer kwam ging ik kwaad in mijn mandje liggen. Ik negeerde Baasje. Dat vond ik moeilijk, want hij werd er verdrietig van, dat wist ik. Maar het moest, voor Baasjes eigen bestwil. Het hielp, want Eline kwam de weken daarna nooit meer langs. En na twee maanden hoorde ik haar naam ook niet meer. Baasje en ik hadden elkaar eeuwige trouw gezworen, dat mocht duidelijk zijn.
Ook toen ik steeds ouder werd bleef Baasje mij trouw. Hij ging nog steeds met me naar het park, en hij haalde elke week een paar blikken bonen voor mij bij de supermarkt, want brokken at ik niet meer. En hij sleepte me steeds mee naar de dierenarts. Dat was nodig, want ik kreeg steeds meer last van allerlei rare kwalen. Al die medicijnen kostten een vermogen, maar daar klaagde Baasje nooit over. Soms was ik verdrietig, omdat ik Baasje zo’n blok aan het been geworden was. Maar dan liet Baasje zijn hand naast zich op de bank ploffen en riep me. Dan mocht ik bij hem komen liggen op de bank. Dat mocht ik vroeger nooit.
We keken samen tv, terwijl Baasje mij aaide. Heerlijk vond ik het. Tot het tijd werd om naar bed te gaan. ‘’t Is weer tijd, vent’, zei Baasje dan. Maar meestal schurkte ik me nog eens lekker tegen hem aan. Dan zei hij dat we nog even zouden blijven zitten, maar dat we straks toch echt naar bed moesten.
Autoritjes vond ik ook geweldig. Toen ik klein was moest ik in de achterbak, maar ik wurmde me naar de achterbank en dan pakte Baasje me op en zette me op de stoel naast zich. ‘Voor deze ene keer.’ Maar later liet hij me meteen op de stoel springen, omdat ik weigerde de achterbak in te gaan.
De bomen die voorbij vlogen, de mensen, de honden, ik vond het allemaal prachtig. Ik zat met mijn neus tegen de ruit, om alles goed te zien. Maar nu niet. Nu voel ik me ziek. Baasje aait me over mijn kop. Hij houdt zijn ogen op de weg gericht, maar af en toe kijkt hij naar me. Hij is verdrietig, dat weet ik. Ik heb pijn en hij vindt het verschrikkelijk dat hij daar niets aan kan doen. De laatste weken heeft hij geduldig mijn ontlasting opgeruimd, die ik niet meer kon ophouden. Hij tilde me elke avond naast zich op de bank, omdat ik het zelf niet meer kon opbrengen. Maar nu gaat het niet meer. Hij weet het, net zoals ik het weet. Hij wil niet egoïstisch zijn, in de laatste fase van mijn leven.
We lopen de dierenartspraktijk in. Baasje houdt de deur voor mij open. De wachtkamer is leeg. Baasje heeft een afspraak gemaakt, besef ik. We lopen meteen door naar de kamer van de dierenarts. Hij geeft Baasje een hand en mij een aai. Samen tillen ze mij op de tafel. Baasje kijkt me aan. Ik denk aan Eline. Ik zou willen dat ik haar nooit had weggepest, dan had ik Baasje nooit alleen achter hoeven laten. Maar daar is het nu te laat voor. De dierenarts duwt het spuitje door mijn vacht. Baasjes mondhoeken trillen. Ik vind het jammer dat ik dit leven moet verlaten, maar ik heb te veel pijn om door te gaan. Baasje weet dat. Ik heb er vrede mee dat ik ga, maar ik zal er nooit vrede mee hebben dat ik Baasje verdrietig en alleen achter moet laten. Die pijn overheerst alle pijn in mijn lichaam. Ik til mijn poot op. Baasje pakt hem vast. Ik jank kort. Ik wil hem laten weten dat ik hem zal missen. Baasje knikt en zucht heel diep. Hij wil zijn tranen bedwingen, maar ik weet dat hij straks, thuis, zijn tranen de vrije loop zal laten. Alleen dan zal ik er niet zijn om hem te troosten.
__________________
Al is de reiziger nog zo snel, de ns vertraagt hem wel.
Advertentie
Topic gesloten


Regels voor berichten
Je mag geen nieuwe topics starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag geen bijlagen versturen
Je mag niet je berichten bewerken

BB code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit

Spring naar

Soortgelijke topics
Forum Topic Reacties Laatste bericht
Verhalen & Gedichten [Verhalenwedstrijd] Thema Sprookjes
flyaway
63 02-12-2011 13:08
Verhalen & Gedichten Verhalenwedstrijd: Zonder vleugels bereik ik de hemel ook wel.
Ieke
0 03-08-2005 20:53
Verhalen & Gedichten Verhalenwedstrijd: Vrijheid
Ieke
0 13-04-2004 10:33
Verhalen & Gedichten Verhalenwedstrijd: Wie moet er door naar de finale? Deel 2.
Ieke
24 23-03-2004 18:04
Verhalen & Gedichten Verhalenwedstrijd: Beginners geluk
Ieke
0 31-01-2004 14:50
Verhalen & Gedichten Verhalenwedstrijd: De leider van de goden
Ieke
0 08-12-2003 20:12


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 09:46.