Charlotte, bedankt voor je commentaar, ik probeer het wat logischer te maken. Btw, doordringen is wel één woord. Mja, ik heb weer een stukje klaar. Ik ben benieuwd wat jullie ervan vinden.
Zondagochtend. Een gelukkig gezinnetje zat aan het ontbijt. Op tafel stonden de croissantjes nog te dampen, zo vers waren ze. Bij elk bord stond een glas met sinaasappelsap, vers geperst natuurlijk, en ieder had een gekookt eitje naast het bord liggen. Vader las de krant, moeder sneed haar croissantje open, een jongen pelde zijn eitje en het meisje… Het meisje lag nog in bed.
Het meisje was gisteravond uitgeweest met wat ‘nieuwe’ vrienden die ze afgelopen week in de stad had ontmoet. Haar nieuwe vrienden hadden LSD meegenomen en het meisje wist wel dat het drugs was, maar wat voor een effect het had, wist ze niet. Een van de jongens van het groepje bood haar wat LSD aan. Ze zei dat ze geen enkele ervaring had met LSD, dat ze alleen een paar keer geblowd had. De jongen lachte en zei dat het geen kwaad kon, je kon er alleen maar blijer van worden. Het meisje, die al een paar weken continu ruzie had met haar ouders, was wel aan wat blijheid toe en nam het aanbod aan. De jongen gaf haar 400 microgram. Ze vroeg hem nog of het veel was wat ze van hem kreeg maar de jongen zei dat 1 microgram één miljoenste was van een gram. Het meisje dacht dat die paar honderd gram dan niet zoveel kwaad konden en nam het in. Ze voelde zich al snel wonderbaarlijk licht en alles leek onwerkelijk. Ze wist de realiteit nauwelijks van de fictionele wereld die zich om haar heen had gesloten te onderscheiden. De jongens om haar heen leken op kleurige wezens die op het ene moment ver weg te staan en het andere moment kwamen ze ontzettend dichtbij. Ze voelde dat iemand aan haar zat en haar meetrok. Ze was niet in staat zich te verzetten dus liet ze zich maar meevoeren, verder de prachtige, gewichtloze, kleurige wereld in.
Op een gegeven moment kwamen ze aan bij een afgelegen huis in de buitenwijken van de stad. Ze gingen allemaal naar binnen. In de woonkamer werd ze op een oude bank neergezet en de rest ging even de kamer uit. De euforische wereld verdween en maakte plaats voor een donkere wereld waar ze zich bang en onbeschermd voelde. Een moment later waren de jongens weer terug. Ze dacht dat zij haar wel konden beschermen tegen de angstaanjagende sfeer in de ruimte. Maar de jongens duwde haar omver zodat ze op de bank kwam te liggen. Ineens waren daar allemaal handen die aan haar kleren trokken, haar broek open maakten en haar shirtje omhoog trokken. Ze wilde de handen wegduwen maar haar spieren leken verslapt en nutteloos. Ze zag dat een jongen zijn broek openmaakt en bovenop haar kwam liggen. Ze probeerde onder de jongen vandaan te komen maar ze werd tegengehouden door 3 andere jongens die haar gemeen toelachten. Om de beurt drongen ze in haar en verkrachtten ze haar. Het bang zijn had plaats gemaakt voor een onbeschrijfelijke grote angst. Ze voelde dat er tranen over haar wangen stroomden maar de jongens trokken zich er niets van aan.
Plotseling lag er niemand meer op haar en werd haar shirtje weer met een ruw gebaar naar beneden gerukt en haar broek dicht geritst. De jongens sleurden haar van de bank en voelde in haar jaszakken. Ze hoorde haar straatnaam vallen en 2 jongens droegen haar een auto in.
Bij haar huis werd ze uit de auto gezet waarop deze met piepende banden wegreed. Tollend op haar benen zocht het meisje steun bij het tuinhekje. Ze keek verdwaasd op en zag dat ze voor haar huis stond. Met de mouw van haar jas veegde ze de tranen van haar gezicht en liep op haar gammele benen naar de deur. Het leek eindeloos te duren voordat ze haar huissleutel had gevonden en ze viel meerdere keren op de trap. Eindelijk was ze boven en liet ze zich uit haar kleren vallen. Ze liep naar de badkamer en keek in de spiegel. Wat ze zag deed haar doen schrikken. Verwardheid stond in haar ogen te lezen. Zo wilde ze niet leven. Met een ruk trok ze het medicijnenkastje open dat achter de spiegel verstopt zat. Ze liet en blik glijden over alle potjes en een potje met “Slaappillen” op het etiket sprong haar in het oog. Ze nam een handje vol en nam ze vlug achter elkaar in. Vervolgens zwalkte ze terug naar haar kamer en liet zich in haar bed vallen.
De volgende ochtend stond er een jongen aan haar arm te trekken.
‘Irene, Irene, wakker worden! We hebben een heerlijk ontbijt, Kom nou uit bed!’ Maar wat de jongen ook deed het meisje bleef roerloos in bed liggen en gaf geen kik. Plotseling liet de jongen het meisje los en bleef verdwaasd staan. Hij slaakte een geluidloze kreet en rende naar beneden. Hij stormde de kamer binnen en zijn ouders keken verstoord op. Maar de irritatie door alle lawaai die de jongen veroorzaakte maakte plaats voor schrik, toen ze de angst in de ogen van hun zoon lazen…
Met een ruk schoot ik wakker, nat van het zweet. Meteen toen ik realiseerde wat ik had gedroomd barstte ik in tranen uit. De geschiedenis herhaalde zich, maar nu in mijn dromen.
Ik dacht weer aan afgelopen nacht, hoe ik weg was gerent uit het ziekenhuis. Ik was verward en wist niet meer wat te doen. Met een gebogen hoofd zat ik rechtop in bed te huilen, verlangend naar een sprankje hoop en een arm om me heen.
__________________
Zo. En dat is weer een genot voor het oog.
|