Scholieren.com forum

Scholieren.com forum (https://forum.scholieren.com/index.php)
-   Levensbeschouwing & Filosofie (https://forum.scholieren.com/forumdisplay.php?f=90)
-   -   Nationale wetenschapsquiz 2004 11e editie (https://forum.scholieren.com/showthread.php?t=1026246)

Krekker 28-11-2004 01:18

Nationale wetenschapsquiz 2004 11e editie
 
De vragen:

Vraag 1: Een wijnglas gaat zingen als je met een natte vinger over de rand wrijft. Wat gebeurt er met de toonhoogte als je het glas vult?

A. Die wordt lager.
B. Die wordt hoger.
C. Die blijft gelijk.

Vraag 2: Waarom kijken mensen soms in de lucht wanneer je ze een vraag stelt?

A. Om een antwoord te ontwijken.
B. Om te verhullen dat ze gaan liegen.
C. Om zich beter te concentreren.

Vraag 3: Wat gebeurt er als je een fles vacuüm trekt die voor de helft gevuld is met water?

A. Het water wordt eerst warmer en dan kouder.
B. Het water wordt warmer.
C. Het water wordt kouder.

Vraag 4: Een geoefend zwemmer probeert in water van 37 graden Celsius snel zes kilometer te zwemmen. Wat gebeurt er?

A. Hij gaat langzamer dan hij verwacht, want in warm water geven zijn slagen hem minder stuwkracht.
B. Hij gaat sneller dan hij verwacht, want zijn spieren hebben de optimale temperatuur.
C. Hij haalt de finish niet.

Vraag 5: Een droge spons drijft in een emmer met water en zuigt zich langzaam vol. Wat gebeurt er met het waterpeil?

A. Het stijgt.
B. Het blijft gelijk.
C. Het daalt.

Vraag 6: Wraoam is dzee tkset znoedr veel mietoe rdlieejk te lzeen?

A. Omdat we de woorden als patronen blijven herkennen.
B. Omdat de letters steeds op dezelfde wijze verplaatst zijn.
C. Omdat een paar woorden wel gewoon leesbaar zijn.

Vraag 7: Plak stippen op alle zestig hoekpunten van een voetbal. Verplaats de stippen naar het midden van de naden. Heb je voldoende aan zestig stippen?

A. Ja, je hebt precies zestig stippen nodig.
B. Ja, je houdt zelfs dertig stippen over.
C. Nee, je hebt negentig stippen nodig.

Vraag 8: Hoe kun je kleur laten zien op een zwart-wit televisie?

A. Door een chromodigitaal signaal met het beeld mee te sturen.
B. Door het kleursignaal vijftig maal per seconde aan en uit te zetten.
C. Door snel afwisselend zwarte en witte vlakken te vertonen.

Vraag 9: Hoe wisten mensen zich voor het eerst immuun te maken tegen pokken?

A. Ze stopten gedroogde en gemalen korsten van pokkenpatiënten in hun neus.
B. Ze aten vlees van koeien met koepokken.
C. Ze brachten pus van pokkenpatiënten onder hun huid aan.

Vraag 10: Je maakt al fietsend een scherpe bocht. Welk wiel draait het snelst? Voor- en achterwiel zijn even groot en de banden zijn keihard opgepompt.

A. Het voorwiel.
B. Het achterwiel.
C. Beide wielen draaien even snel.

Vraag 11: Een vrouw krijgt testosteron toegediend. Zij zal:

A. Agressief gedrag gaan vertonen.
B. Dominant gedrag gaan vertonen.
C. Meer geneigd zijn risico's te nemen.

Vraag 12: Waarom drogen in afwasmachines voorwerpen van zacht plastic slechter dan die van hard plastic?

A. Omdat zachte plastics warmte slecht geleiden.
B. Omdat zachte plastics blijvend waterafstotend zijn.
C. Omdat op zachte plastics altijd zeepresten achterblijven.

Vraag 13: Welk effect heeft bittere chocola op de gezondheid?

A. De polyfenolen in de cacao verhogen de bloeddruk.
B. De flavonoïden in de chocola vangen veel vrije radicalen weg.
C. De vele meervoudig onverzadigde vetten verkleinen de kans op hart- en vaatziekten.

Vraag 14: Waarom wippen duiven tijdens het lopen met hun kop?

A. Om hun evenwicht te bewaren.
B. Om indruk te maken op andere duiven.
C. Om beter te zien.

Vraag 15: Een trein rijdt tijdens het passeren van een station met vijftig kilometer per uur van het begin naar het eind van een perron van honderd meter. Halverwege schiet je een tennisbal met vijftig kilometer per uur naar achteren vanaf de achterkant van het laatste rijtuig. Waar komt die bal terecht?

A. Rond het begin van het perron.
B. Rond het midden van het perron.
C. Rond het eind van het perron.

Vraag 16: Je hebt een zak met een witte bal. Je doet er blind een rode of witte bal bij. Vervolgens haal je één bal uit de zak. Die blijkt wit te zijn. Hoe groot is de kans dat de resterende bal ook wit is?

A. 1/2.
B. 2/3.
C. 3/4.

professor2 28-11-2004 01:40

Vraag 13: Welk effect heeft bittere chocola op de gezondheid?



bittere chocola :confused:

Krekker 28-11-2004 01:41

Mijn eigen antwoorden (diegenen die ik denk te weten althans):

Vraag 1: Een wijnglas gaat zingen als je met een natte vinger over de rand wrijft. Wat gebeurt er met de toonhoogte als je het glas vult?

A. Die wordt lager.
B. Die wordt hoger.
C. Die blijft gelijk.

Die wordt denk ik hoger, want de afstand tussen rand en wateroppervlak wordt kleiner --> golflengte kleiner --> frequentie hoger


Vraag 2: Waarom kijken mensen soms in de lucht wanneer je ze een vraag stelt?

A. Om een antwoord te ontwijken.
B. Om te verhullen dat ze gaan liegen.
C. Om zich beter te concentreren.

Uit eigen ervaring denk ik C


Vraag 5: Een droge spons drijft in een emmer met water en zuigt zich langzaam vol. Wat gebeurt er met het waterpeil?

A. Het stijgt.
B. Het blijft gelijk.
C. Het daalt.

De dichtheid van de spons is minder dan die van het water, dus zou de spons moeten drijven, ware het niet dat de spons water op neemt. De gemiddelde dichtheid van de spons met opgenomen water is nog steeds lager dan die van het water, dus de spons zakt maar gedeeltelijk in het water. Aangezien een spons vele malen meer water op kan nemen dan zijn eigen (luchtloze) volume zal het stuk van de spons dat boven water is gebleven, veel meer water bevatten, dan het ondergedompelde stuk spons bevat. Dus het waterpeil gaat omhoog.


Vraag 8: Hoe kun je kleur laten zien op een zwart-wit televisie?

A. Door een chromodigitaal signaal met het beeld mee te sturen.
B. Door het kleursignaal vijftig maal per seconde aan en uit te zetten.
C. Door snel afwisselend zwarte en witte vlakken te vertonen.

Ik denk dat je een optisch bedrog kunt creëren door snel af te wisselen tussen zwart en wit. C dus.


Vraag 10: Je maakt al fietsend een scherpe bocht. Welk wiel draait het snelst? Voor- en achterwiel zijn even groot en de banden zijn keihard opgepompt.

A. Het voorwiel.
B. Het achterwiel.
C. Beide wielen draaien even snel.

Het voorwiel, want het achterwiel beschrijft een sleepkromme, en het achterwiel is eigenlijk nooit volledig in een rechte baan.


Vraag 11: Een vrouw krijgt testosteron toegediend. Zij zal:

A. Agressief gedrag gaan vertonen.
B. Dominant gedrag gaan vertonen.
C. Meer geneigd zijn risico's te nemen.

Voor zover ik weet zorgt testesteron alleen voor een beetje agressie, dus A.


Vraag 14: Waarom wippen duiven tijdens het lopen met hun kop?

A. Om hun evenwicht te bewaren.
B. Om indruk te maken op andere duiven.
C. Om beter te zien.

Volgens mij C. Dan blijft hun gezichtsveld onverstoord en hoeven ze niet elke keer opnieuw te bepalen waar ze vandan kijken.


Vraag 15: Een trein rijdt tijdens het passeren van een station met vijftig kilometer per uur van het begin naar het eind van een perron van honderd meter. Halverwege schiet je een tennisbal met vijftig kilometer per uur naar achteren vanaf de achterkant van het laatste rijtuig. Waar komt die bal terecht?

A. Rond het begin van het perron.
B. Rond het midden van het perron.
C. Rond het eind van het perron.

De snelheid van de trein is 50 km/u en de snelheid waarmee de bal wordt afgeschoten ook, maar dan de andere kant op. De resulterende snelheid is 0 km/u en dus is het antwoord B


Dit zijn de antwoorden waarvan ik nog enigszins een idee heb wat ze zouden moeten zijn.

Krekker 28-11-2004 01:42

Citaat:

professor2 schreef op 28-11-2004 @ 02:40 :
Vraag 13: Welk effect heeft bittere chocola op de gezondheid?



bittere chocola :confused:

Ik denk dat er pure chocolade wordt bedoeld ofzo. :confused:

professor2 28-11-2004 01:46

Citaat:

Krekker schreef op 28-11-2004 @ 02:42 :
Ik denk dat er pure chocolade wordt bedoeld ofzo. :confused:
ja maar waarom staat dat er dan niet


je kunt chocola op zoveel manieren bitter maken

en ik ervaar pure chocola ook niet als bitter maar goed

PV 28-11-2004 02:30

Vraag 2: Waarom kijken mensen soms in de lucht wanneer je ze een vraag stelt?
C. Om zich beter te concentreren.
Lijkt me het meest logisch.

Vraag 6: Wraoam is dzee tkset znoedr veel mietoe rdlieejk te lzeen?
A. Omdat we de woorden als patronen blijven herkennen.
Dit ben ik al eerder op het forum tegengekomen, het gaat erom dat de 1e en laatste letter op zijn plaats staan. Daartussen kan gehusseld worden, tot een grens van bijv. 10 letters, daarna wordt het te onoverzichtelijk.

Vraag 7: Plak stippen op alle zestig hoekpunten van een voetbal. Verplaats de stippen naar het midden van de naden. Heb je voldoende aan zestig stippen?
C. Nee, je hebt negentig stippen nodig.
Wiskunde is niet mijn sterkste kant :p maar ik denk dat je er te kort komt.

Vraag 16: Je hebt een zak met een witte bal. Je doet er blind een rode of witte bal bij. Vervolgens haal je één bal uit de zak. Die blijkt wit te zijn. Hoe groot is de kans dat de resterende bal ook wit is?
A. 1/2.
Denk ik :)

Pakistaan 28-11-2004 02:59

1 a
2 c
3 b
4 a
5 b
6 a
7 c
8 b
9 a
10 b
11 a
12 a
13 a
14 c
15 b
16 a

Ik hoor het wel als ik ze fout heb.

Kristaco 28-11-2004 09:25

1A
2B
3A
4C
5A
6A
7B
8A
9C
10A
11B
12C
13C
14C
15B
16A

Open vraag: Zien Mannen hun omgeving anders dan vrouwen? Waarom wel of niet?
Ik dacht, ja, en dat het iets met linker/en rechter hersenhelften te maken had.. maar ben er nog niet echt uit.

Inferno88 28-11-2004 09:50

Vraag 9: Hoe wisten mensen zich voor het eerst immuun te maken tegen pokken?

A. Ze stopten gedroogde en gemalen korsten van pokkenpatiënten in hun neus.
B. Ze aten vlees van koeien met koepokken.
C. Ze brachten pus van pokkenpatiënten onder hun huid aan.


Bij ANW hadden we het hierover, volgens mij had het iets te maken met koeien en koepokken... B dus

I love stars 28-11-2004 09:51

Op hoop van zege dan maar :d

Vraag 1: Een wijnglas gaat zingen als je met een natte vinger over de rand wrijft. Wat gebeurt er met de toonhoogte als je het glas vult?

A. Die wordt lager.
B. Die wordt hoger.
C. Die blijft gelijk.

Vraag 2: Waarom kijken mensen soms in de lucht wanneer je ze een vraag stelt?

A. Om een antwoord te ontwijken.
B. Om te verhullen dat ze gaan liegen.
C. Om zich beter te concentreren.

Vraag 3: Wat gebeurt er als je een fles vacuüm trekt die voor de helft gevuld is met water?

A. Het water wordt eerst warmer en dan kouder.
B. Het water wordt warmer.
C. Het water wordt kouder.

Vraag 4: Een geoefend zwemmer probeert in water van 37 graden Celsius snel zes kilometer te zwemmen. Wat gebeurt er?

A. Hij gaat langzamer dan hij verwacht, want in warm water geven zijn slagen hem minder stuwkracht.
B. Hij gaat sneller dan hij verwacht, want zijn spieren hebben de optimale temperatuur.
C. Hij haalt de finish niet.

geen idee en geen vermoeden

Vraag 5: Een droge spons drijft in een emmer met water en zuigt zich langzaam vol. Wat gebeurt er met het waterpeil?

A. Het stijgt.
B. Het blijft gelijk.
C. Het daalt.
[Vraag 6: Wraoam is dzee tkset znoedr veel mietoe rdlieejk te lzeen?

A. Omdat we de woorden als patronen blijven herkennen. B. Omdat de letters steeds op dezelfde wijze verplaatst zijn.
C. Omdat een paar woorden wel gewoon leesbaar zijn.

Vraag 7: Plak stippen op alle zestig hoekpunten van een voetbal. Verplaats de stippen naar het midden van de naden. Heb je voldoende aan zestig stippen?

A. Ja, je hebt precies zestig stippen nodig.
B. Ja, je houdt zelfs dertig stippen over.
C. Nee, je hebt negentig stippen nodig.

Geen idee

Vraag 8: Hoe kun je kleur laten zien op een zwart-wit televisie?

A. Door een chromodigitaal signaal met het beeld mee te sturen. een gokkje :d
B. Door het kleursignaal vijftig maal per seconde aan en uit te zetten.
C. Door snel afwisselend zwarte en witte vlakken te vertonen.

Vraag 9: Hoe wisten mensen zich voor het eerst immuun te maken tegen pokken?

A. Ze stopten gedroogde en gemalen korsten van pokkenpatiënten in hun neus.
B. Ze aten vlees van koeien met koepokken.
C. Ze brachten pus van pokkenpatiënten onder hun huid aan.

Vraag 10: Je maakt al fietsend een scherpe bocht. Welk wiel draait het snelst? Voor- en achterwiel zijn even groot en de banden zijn keihard opgepompt.

A. Het voorwiel.
B. Het achterwiel.
C. Beide wielen draaien even snel.

Vraag 11: Een vrouw krijgt testosteron toegediend. Zij zal:

A. Agressief gedrag gaan vertonen.
B. Dominant gedrag gaan vertonen.
c. is pleite :p

Vraag 12: Waarom drogen in afwasmachines voorwerpen van zacht plastic slechter dan die van hard plastic?

A. Omdat zachte plastics warmte slecht geleiden.
B. Omdat zachte plastics blijvend waterafstotend zijn.
C. Omdat op zachte plastics altijd zeepresten achterblijven.

Vraag 13: Welk effect heeft bittere chocola op de gezondheid?

A. De polyfenolen in de cacao verhogen de bloeddruk.
B. De flavonoïden in de chocola vangen veel vrije radicalen weg.
C. De vele meervoudig onverzadigde vetten verkleinen de kans op hart- en vaatziekten .

Vraag 14: Waarom wippen duiven tijdens het lopen met hun kop?

A. Om hun evenwicht te bewaren.
B. Om indruk te maken op andere duiven.
C. Om beter te zien.

Vraag 15: Een trein rijdt tijdens het passeren van een station met vijftig kilometer per uur van het begin naar het eind van een perron van honderd meter. Halverwege schiet je een tennisbal met vijftig kilometer per uur naar achteren vanaf de achterkant van het laatste rijtuig. Waar komt die bal terecht?

A. Rond het begin van het perron.
B. Rond het midden van het perron.
C. Rond het eind van het perron.

Vraag 16: Je hebt een zak met een witte bal. Je doet er blind een rode of witte bal bij. Vervolgens haal je één bal uit de zak. Die blijkt wit te zijn. Hoe groot is de kans dat de resterende bal ook wit is?

A. 1/2.
B. 2/3.
C. 3/4.

professor2 28-11-2004 11:27

Vraag 1:


B. Die wordt hoger.


Vraag 2:

A. Om een antwoord te ontwijken.


Vraag 3:

C. Het water wordt kouder.

Vraag 4:

C. Hij haalt de finish niet.

Vraag 5:


B. Het blijft gelijk.




Vraag 6:

A. Omdat we de woorden als patronen blijven herkennen.


Vraag 7:

C. Nee, je hebt negentig stippen nodig.


Vraag 8:


C. Door snel afwisselend zwarte en witte vlakken te vertonen.


Vraag 9:

C. Ze brachten pus van pokkenpatiënten onder hun huid aan.


Vraag 10:

B. Het achterwiel.


Vraag 11:

A. Agressief gedrag gaan vertonen.


Vraag 12:

C. Omdat op zachte plastics altijd zeepresten achterblijven.

]Vraag 13:


B. De flavonoïden in de chocola vangen veel vrije radicalen weg.




Vraag 14: Waarom wippen duiven tijdens het lopen met hun kop?


C. Om beter te zien.


Vraag 15:

A. Rond het begin van het perron.



Vraag 16:

B. 2/3.







sommige vragen wist ik vrij zeker andere geen flauw benul :)

professor2 28-11-2004 12:19

overigens vind ik eht wel minder leuk zonder de vertrouwde presentator :(



(weet zijn naam niet meer :P:o)

Lucky Luciano 28-11-2004 14:22

Vraag 1: Een wijnglas gaat zingen als je met een natte vinger over de rand wrijft. Wat gebeurt er met de toonhoogte als je het glas vult?

A. Die wordt lager.
Golflengte wordt deels onderbroken, dus de freqentie wordt lager, doordat het glas minder kan trillen, door de hoeveelheid water.

Vraag 2: Waarom kijken mensen soms in de lucht wanneer je ze een vraag stelt?

C. Om zich beter te concentreren.
Slechte vraag, het licht er namelijk aan of ze een memorieke gedeelte of creatieve gedeelte aanspreken, dus het antwoord met liegen had ook gekund.

Vraag 3: Wat gebeurt er als je een fles vacuüm trekt die voor de helft gevuld is met water?

B. Het water wordt warmer.
Volgens eerste wet theromdynamica


Vraag 4: Een geoefend zwemmer probeert in water van 37 graden Celsius snel zes kilometer te zwemmen. Wat gebeurt er?

A. Hij gaat langzamer dan hij verwacht, want in warm water geven zijn slagen hem minder stuwkracht.


Vraag 5: Een droge spons drijft in een emmer met water en zuigt zich langzaam vol. Wat gebeurt er met het waterpeil?

A. Het stijgt.
De spons zinkt en verhoogt het waterpeil

Vraag 6: Wraoam is dzee tkset znoedr veel mietoe rdlieejk te lzeen?

A. Omdat we de woorden als patronen blijven herkennen.

Vraag 7: Plak stippen op alle zestig hoekpunten van een voetbal. Verplaats de stippen naar het midden van de naden. Heb je voldoende aan zestig stippen?

C. Nee, je hebt negentig stippen nodig.

Vraag 8: Hoe kun je kleur laten zien op een zwart-wit televisie?

A. Door een chromodigitaal signaal met het beeld mee te sturen.

Vraag 9: Hoe wisten mensen zich voor het eerst immuun te maken tegen pokken?

A. Ze stopten gedroogde en gemalen korsten van pokkenpatiënten in hun neus.

Vraag 10: Je maakt al fietsend een scherpe bocht. Welk wiel draait het snelst? Voor- en achterwiel zijn even groot en de banden zijn keihard opgepompt.

A. Het voorwiel.
Het achterwiel zal vermoedelijk slippen
Vraag 11: Een vrouw krijgt testosteron toegediend. Zij zal:


B. Dominant gedrag gaan vertonen.

Vraag 12: Waarom drogen in afwasmachines voorwerpen van zacht plastic slechter dan die van hard plastic?

A. Omdat zachte plastics warmte slecht geleiden.

Vraag 13: Welk effect heeft bittere chocola op de gezondheid?

B. De flavonoïden in de chocola vangen veel vrije radicalen weg.

Geen id :|

Vraag 14: Waarom wippen duiven tijdens het lopen met hun kop?

B. Om indruk te maken op andere duiven.


Vraag 15: Een trein rijdt tijdens het passeren van een station met vijftig kilometer per uur van het begin naar het eind van een perron van honderd meter. Halverwege schiet je een tennisbal met vijftig kilometer per uur naar achteren vanaf de achterkant van het laatste rijtuig. Waar komt die bal terecht?


B. Rond het midden van het perron.

Vraag 16: Je hebt een zak met een witte bal. Je doet er blind een rode of witte bal bij. Vervolgens haal je één bal uit de zak. Die blijkt wit te zijn. Hoe groot is de kans dat de resterende bal ook wit is?

A. 1/2.
[/B][/QUOTE]

PV 28-11-2004 14:39

Citaat:

professor2 schreef op 28-11-2004 @ 13:19 :
overigens vind ik eht wel minder leuk zonder de vertrouwde presentator :(

(weet zijn naam niet meer :P:o)

Wim T. Schippers?

Bartje 28-11-2004 14:45

Citaat:

PV schreef op 28-11-2004 @ 15:39 :
Wim T. Schippers?
Ernie :cool: (y)

argenta 28-11-2004 14:48

Vraag 1: Een wijnglas gaat zingen als je met een natte vinger over de rand wrijft. Wat gebeurt er met de toonhoogte als je het glas vult?

A. Die wordt lager. zeker het goede antwoord, heb het uitgeprobeerd

Vraag 2: Waarom kijken mensen soms in de lucht wanneer je ze een vraag stelt?


C. Om zich beter te concentreren.

Vraag 3: Wat gebeurt er als je een fles vacuüm trekt die voor de helft gevuld is met water?


B. Het water wordt warmer.


Vraag 4: Een geoefend zwemmer probeert in water van 37 graden Celsius snel zes kilometer te zwemmen. Wat gebeurt er?

A. Hij gaat langzamer dan hij verwacht, want in warm water geven zijn slagen hem minder stuwkracht.
Vraag 5: Een droge spons drijft in een emmer met water en zuigt zich langzaam vol. Wat gebeurt er met het waterpeil?


B. Het wordt iets hoeger, de spons komt erbij.
niet het water maakt het hoger, alleen de spons

Vraag 6: Wraoam is dzee tkset znoedr veel mietoe rdlieejk te lzeen?

A. Omdat we de woorden als patronen blijven herkennen.
dat is zeker

Vraag 7: Plak stippen op alle zestig hoekpunten van een voetbal. Verplaats de stippen naar het midden van de naden. Heb je voldoende aan zestig stippen?


C. Nee, je hebt negentig stippen nodig. uitgeprobeerd met dobbelsteen. 8 hoekpunten, 12 zijden

Vraag 8: Hoe kun je kleur laten zien op een zwart-wit televisie?

weet niet

Vraag 9: Hoe wisten mensen zich voor het eerst immuun te maken tegen pokken?


B. Ze aten vlees van koeien met koepokken.
zeker het goede antwoordt. bij c ga je er waarschijnlijk zelf dood aan

Vraag 10: Je maakt al fietsend een scherpe bocht. Welk wiel draait het snelst? Voor- en achterwiel zijn even groot en de banden zijn keihard opgepompt.


C. Beide wielen draaien even snel.

Vraag 11: Een vrouw krijgt testosteron toegediend. Zij zal:


C. Meer geneigd zijn risico's te nemen.

Vraag 12: Waarom drogen in afwasmachines voorwerpen van zacht plastic slechter dan die van hard plastic?


C. Omdat op zachte plastics altijd zeepresten achterblijven.

Vraag 13: Welk effect heeft bittere chocola op de gezondheid?

C. De vele meervoudig onverzadigde vetten verkleinen de kans op hart- en vaatziekten.

Vraag 14: Waarom wippen duiven tijdens het lopen met hun kop?

A. Om hun evenwicht te bewaren.


Vraag 15: Een trein rijdt tijdens het passeren van een station met vijftig kilometer per uur van het begin naar het eind van een perron van honderd meter. Halverwege schiet je een tennisbal met vijftig kilometer per uur naar achteren vanaf de achterkant van het laatste rijtuig. Waar komt die bal terecht?

A. Rond het begin van het perron.
das nogal logisch he

Vraag 16: Je hebt een zak met een witte bal. Je doet er blind een rode of witte bal bij. Vervolgens haal je één bal uit de zak. Die blijkt wit te zijn. Hoe groot is de kans dat de resterende bal ook wit is?


C. 3/4.

Hannibal 28-11-2004 16:08

Citaat:

Krekker schreef op 28-11-2004 @ 02:42 :
Ik denk dat er pure chocolade wordt bedoeld ofzo. :confused:
Bittere chocola is chocola met een cacaopercentage van ongeveer meer dan 68%, dit gaat tot 98% waarbij alleen wat bindmiddel de cacao bij elkaar houdt tot een stuk chocola. Als je het echter te lang laat liggen hou je slechts cacaopoeder over.
Pure chocola is geloof ik niet veel meer dan 50%. Vanaf 65 is de smaak dan ook veel bitterder.

Hannibal 28-11-2004 16:18

Bij vraag 16 zeg ik twee derde.

Als je een witte bal pakt, dan zijn er drie mogelijkheden van de situatie.

Situatie A
Twee witte ballen, bal 1 en 2, je pakt bal 1 eerst en dan is de volgende bal wit, bal 2

Situatie B
Twee witte ballen, bal 1 en 2, je pakt bal 2 eerst en dan is de volgende bal wit, bal 1

Situatie C
Een witte bal en een rode bal, je pakt de witte bal eerst en dan is de volgende bal rood

Een twee van de 3 mogelijke situaties waarbij je eerst een witte bal pakte is de volgende bal ook wit, dus twee derde.

Skilly 28-11-2004 17:56

Vraag 1: Een wijnglas gaat zingen als je met een natte vinger over de rand wrijft. Wat gebeurt er met de toonhoogte als je het glas vult?[/b]
B. Die wordt hoger.


Vraag 2: Waarom kijken mensen soms in de lucht wanneer je ze een vraag stelt?
C. Om zich beter te concentreren.

Vraag 3: Wat gebeurt er als je een fles vacuüm trekt die voor de helft gevuld is met water?
B. Het water wordt warmer.


Vraag 4: Een geoefend zwemmer probeert in water van 37 graden Celsius snel zes kilometer te zwemmen. Wat gebeurt er?
B. Hij gaat sneller dan hij verwacht, want zijn spieren hebben de optimale temperatuur.


Vraag 5: Een droge spons drijft in een emmer met water en zuigt zich langzaam vol. Wat gebeurt er met het waterpeil?
C. Het daalt.

Vraag 6: Wraoam is dzee tkset znoedr veel mietoe rdlieejk te lzeen?
B. Omdat de letters steeds op dezelfde wijze verplaatst zijn.


Vraag 7: Plak stippen op alle zestig hoekpunten van een voetbal. Verplaats de stippen naar het midden van de naden. Heb je voldoende aan zestig stippen?

A. Ja, je hebt precies zestig stippen nodig.


Vraag 8: Hoe kun je kleur laten zien op een zwart-wit televisie?
B. Door het kleursignaal vijftig maal per seconde aan en uit te zetten.


Vraag 9: Hoe wisten mensen zich voor het eerst immuun te maken tegen pokken?

B. Ze aten vlees van koeien met koepokken.


Vraag 10: Je maakt al fietsend een scherpe bocht. Welk wiel draait het snelst? Voor- en achterwiel zijn even groot en de banden zijn keihard opgepompt.

B. Het achterwiel.


Vraag 11: Een vrouw krijgt testosteron toegediend. Zij zal:

A. Agressief gedrag gaan vertonen.
.

Vraag 12: Waarom drogen in afwasmachines voorwerpen van zacht plastic slechter dan die van hard plastic?

A. Omdat zachte plastics warmte slecht geleiden.


Vraag 13: Welk effect heeft bittere chocola op de gezondheid?

C. De vele meervoudig onverzadigde vetten verkleinen de kans op hart- en vaatziekten.

Vraag 14: Waarom wippen duiven tijdens het lopen met hun kop?

A. Om hun evenwicht te bewaren.


Vraag 15: Een trein rijdt tijdens het passeren van een station met vijftig kilometer per uur van het begin naar het eind van een perron van honderd meter. Halverwege schiet je een tennisbal met vijftig kilometer per uur naar achteren vanaf de achterkant van het laatste rijtuig. Waar komt die bal terecht?

C. Rond het eind van het perron.

Vraag 16: Je hebt een zak met een witte bal. Je doet er blind een rode of witte bal bij. Vervolgens haal je één bal uit de zak. Die blijkt wit te zijn. Hoe groot is de kans dat de resterende bal ook wit is?

A. 1/2.

Skilly 28-11-2004 17:57

Wanneer krijgen we de antwoorden of is dat ergens te lezen :confused:

PV 28-11-2004 19:20

In de elfde editie van de Nationale Wetenschapsquiz strijdt een team van hoogleraren tegen een team van hoofdredacteuren. De televisieuitzending - inclusief leuke proefjes en spetterende experimenten - is op kerstavond woensdag 24 december van 22.10–23.50 uur, Nederland 3. Quizmasters zijn Karen van Holst Pellekaan en Lenette van Dongen.

DEChengst 28-11-2004 19:27

Citaat:

PV schreef op 28-11-2004 @ 20:20 :
De televisieuitzending - inclusief leuke proefjes en spetterende experimenten - is op kerstavond woensdag 24 december van 22.10–23.50 uur, Nederland 3.
Bij mij valt dat op een vrijdag ?

Citaat:

Quizmasters zijn Karen van Holst Pellekaan en Lenette van Dongen.
Geen Ernie :( uhm Wim T. Schippers :mad:

STUFF 28-11-2004 20:02

Wim T. Schippers is echt geniaal, echt de voornaamste reden dat ik dat programma elk jaar kijk.

Over de antwoorden zal ik maar niet beginnen, die heb ik toch meestal fout :|

Saycheese 28-11-2004 20:58

Citaat:

Hannibal schreef op 28-11-2004 @ 17:18 :
Bij vraag 16 zeg ik twee derde.

Als je een witte bal pakt, dan zijn er drie mogelijkheden van de situatie.

Situatie A
Twee witte ballen, bal 1 en 2, je pakt bal 1 eerst en dan is de volgende bal wit, bal 2

Situatie B
Twee witte ballen, bal 1 en 2, je pakt bal 2 eerst en dan is de volgende bal wit, bal 1

Situatie C
Een witte bal en een rode bal, je pakt de witte bal eerst en dan is de volgende bal rood

Een twee van de 3 mogelijke situaties waarbij je eerst een witte bal pakte is de volgende bal ook wit, dus twee derde.

Volgens mij is het 1/2.
Er staat namelijk dat je er blind een rode óf een witte bal bij doet, je weet dus niet welke er in zit. Er zat al een witte bal in, dus als je er vanuit gaat dat je die hebt gepakt, is de andere bal óf wit óf rood. Een kans van 1 op 2 dus dat je de witte erin hebt gedaan en die er dus weer uitpakt.

Krekker 29-11-2004 00:49

Het antwoord op vraag 16 is gewoon ½,want de vraag kan ook geformuleerd worden als: wat is de kans dat beide ballen wit zijn?

Die kans is dus ½ :p

En hier nog maar eens de herhaling van de antwoorden van een aantal vragen die ik bijna zeker weet goed te hebben en die door sommige mensen iets te simpel worden opgevat.

Vraag 5: Een droge spons drijft in een emmer met water en zuigt zich langzaam vol. Wat gebeurt er met het waterpeil?

A. Het stijgt.
B. Het blijft gelijk.
C. Het daalt.

De dichtheid van de spons is minder dan die van het water, dus zou de spons moeten drijven, ware het niet dat de spons water op neemt. De gemiddelde dichtheid van de spons met opgenomen water is nog steeds lager dan die van het water, dus de spons zakt maar gedeeltelijk in het water. Aangezien een spons vele malen meer water op kan nemen dan zijn eigen (luchtloze) volume zal het stuk van de spons dat boven water is gebleven, veel meer water bevatten, dan het ondergedompelde stuk spons bevat. Dus het waterpeil gaat omhoog.

Vraag 10: Je maakt al fietsend een scherpe bocht. Welk wiel draait het snelst? Voor- en achterwiel zijn even groot en de banden zijn keihard opgepompt.

A. Het voorwiel.
B. Het achterwiel.
C. Beide wielen draaien even snel.

Het voorwiel, want het achterwiel beschrijft een sleepkromme, en het achterwiel is eigenlijk nooit volledig in een rechte baan.

Vraag 15: Een trein rijdt tijdens het passeren van een station met vijftig kilometer per uur van het begin naar het eind van een perron van honderd meter. Halverwege schiet je een tennisbal met vijftig kilometer per uur naar achteren vanaf de achterkant van het laatste rijtuig. Waar komt die bal terecht?

A. Rond het begin van het perron.
B. Rond het midden van het perron.
C. Rond het eind van het perron.

De snelheid van de trein is 50 km/u en de snelheid waarmee de bal wordt afgeschoten ook, maar dan de andere kant op. De resulterende snelheid is 0 km/u en dus is het antwoord B

Dit laatste is trouwens alleen als we er vanuit gaan dat bedoeld wordt dat de achterkant van de trein halverwege het perron is. Dat zal overigens wel, anders zouden ze ook de lengte van de trein moeten geven.

Jolle 29-11-2004 01:14

Citaat:

Vraag 15: Een trein rijdt tijdens het passeren van een station met vijftig kilometer per uur van het begin naar het eind van een perron van honderd meter. Halverwege schiet je een tennisbal met vijftig kilometer per uur naar achteren vanaf de achterkant van het laatste rijtuig. Waar komt die bal terecht?

A. Rond het begin van het perron.
B. Rond het midden van het perron.
C. Rond het eind van het perron.
De snelheid waarmee je de bal wegschiet wordt opgeheven door de snelheid van de trein. Wat dan overblijft is de zuigkracht van de trein die (denk ik) groot genoeg is om de bal mee te nemen tot het eind van het perron. C dus.

Krekker 29-11-2004 01:41

Citaat:

Jolle schreef op 29-11-2004 @ 02:14 :
De snelheid waarmee je de bal wegschiet wordt opgeheven door de snelheid van de trein. Wat dan overblijft is de zuigkracht van de trein die (denk ik) groot genoeg is om de bal mee te nemen tot het eind van het perron. C dus.
No way, een trein heeft niet genoeg zuigkracht op een bal (die ook nog eens vrij aerodynamisch is) om hem 50 meter te verplaatsen.

BTW: hier kunnen we ook nog een beetje afkijken. ;)

Jolle 29-11-2004 12:27

Citaat:

Krekker schreef op 29-11-2004 @ 02:41 :
[B]No way, een trein heeft niet genoeg zuigkracht op een bal (die ook nog eens vrij aerodynamisch is) om hem 50 meter te verplaatsen.
OK, inschattingsfoutje van mij dan ;).

Citaat:

Vraag 16: Je hebt een zak met een witte bal. Je doet er blind een rode of witte bal bij. Vervolgens haal je één bal uit de zak. Die blijkt wit te zijn. Hoe groot is de kans dat de resterende bal ook wit is?

A. 1/2.
B. 2/3.
C. 3/4.
Als er een rode bal bij wordt gedaan, is de kans dat je vervolgens een witte pakt 50%. Als er een witte bal bij wordt gedaan is die kans 100%. Er is dus 2/3 kans dat de 2e mogelijkheid zich heeft voorgedaan, en dus 2/3 kans dat de 2e bal ook wit is.

Volgens mij, in ieder geval :P.

argenta 29-11-2004 15:49

Citaat:

Vraag 16: Je hebt een zak met een witte bal. Je doet er blind een rode of witte bal bij. Vervolgens haal je één bal uit de zak. Die blijkt wit te zijn. Hoe groot is de kans dat de resterende bal ook wit is?
je hebt 2 mogelijkheden, je doet er een witte bal bij of je doet er een rode bal bij. beide mogelijkheden 50%

je trekt er 1 uit. Als je er 1 witte in hebt gedaan is de kans dat je een witte pakt 100 % je hebt 2 mogelijkheden om een witte te pakken of je pakt de ene witte of de andere

als je er een rode bij doet is de kans op een witte 50% er zijn 2 mogelijkheden of je pakt een witte of je pakt een rode

in totaal dus 4 mogelijkheden. waarvan je bij 3 mogelijkheden een witte pakt lijkt me dus 3/4

Daevrem 29-11-2004 16:09

Ja, maar het gaat niet om de kans dat je twee witte pakt, het gaat om de kans dat wanneer je een witte pakt de tweede bal ook wit zal zijn. De kans op twee keer wit is idd 3/4, maar wat is de kans op nog een keer wit nadat je al een witte gepakt hebt? Je hebt inderdaad 4 mogelijkheden, maar mogelijkheid 1 heb je al, dus er zijn er nog 3 over.

PV 29-11-2004 17:01

Citaat:

DEChengst schreef op 28-11-2004 @ 20:27 :
Bij mij valt dat op een vrijdag ?
Verrek :o misschien was dat de site over vorig jaar :bloos:

Hannibal 29-11-2004 22:44

Citaat:

argenta schreef op 29-11-2004 @ 16:49 :
je hebt 2 mogelijkheden, je doet er een witte bal bij of je doet er een rode bal bij. beide mogelijkheden 50%

je trekt er 1 uit. Als je er 1 witte in hebt gedaan is de kans dat je een witte pakt 100 % je hebt 2 mogelijkheden om een witte te pakken of je pakt de ene witte of de andere

als je er een rode bij doet is de kans op een witte 50% er zijn 2 mogelijkheden of je pakt een witte of je pakt een rode

in totaal dus 4 mogelijkheden. waarvan je bij 3 mogelijkheden een witte pakt lijkt me dus 3/4

Er zijn vier mogelijkheden in totaal, maar de mogelijkheid om een rode te pakken (een van de vier) is al uitgeschakelt, aangezien je een witte bal hebt gepakt. Je moet je vraag goed lezen.

Hannibal 29-11-2004 22:46

Citaat:

Saycheese schreef op 28-11-2004 @ 21:58 :
Volgens mij is het 1/2.
Er staat namelijk dat je er blind een rode óf een witte bal bij doet, je weet dus niet welke er in zit. Er zat al een witte bal in, dus als je er vanuit gaat dat je die hebt gepakt, is de andere bal óf wit óf rood. Een kans van 1 op 2 dus dat je de witte erin hebt gedaan en die er dus weer uitpakt.

Kans van 1 op 2 dat je er een witte in hebt gedaan en die er weer uit pakt. Maar ook een kans van 1 op 1 dat je een witte pakt als je de andere eruit pakt. Aangezien je eerste bal die je pakte wit was zijn er dus 3 mogelijkheden waarvan in 2 ervan de uitkomst een witte bal is.

Krekker 29-11-2004 22:57

In mijn eerder post had ik het fout. Uitgaande van twee verschillende beginsituaties krijg je het volgende:

http://upload.webzilla.nl/image.php/...2bbbb087aac693

De kans is dus 2/3 :)

Sorry voor mn slechte muisvaardigheid btw, had geen zin om tekst erop te zetten.

professor2 29-11-2004 23:17

Citaat:

STUFF schreef op 28-11-2004 @ 21:02 :
Wim T. Schippers is echt geniaal, echt de voornaamste reden dat ik dat programma elk jaar kijk.

Over de antwoorden zal ik maar niet beginnen, die heb ik toch meestal fout :|

eehh

hij is weg vorig jaar niet opgemerkt ? :|

ruzie emt de vpro :(

professor2 29-11-2004 23:20

Citaat:

Krekker schreef op 29-11-2004 @ 23:57 :
In mijn eerder post had ik het fout. Uitgaande van twee verschillende beginsituaties krijg je het volgende:

[afbeelding]

De kans is dus 2/3 :)

Sorry voor mn slechte muisvaardigheid btw, had geen zin om tekst erop te zetten.

duuhh n00b :p

Hannibal 29-11-2004 23:45

Toch een erg goede visuele uitleg. Vooral dat kruis door die mogelijkheid wanneer je eerst een rode bal pakt.

STUFF 30-11-2004 09:55

Citaat:

professor2 schreef op 30-11-2004 @ 00:17 :
eehh

hij is weg vorig jaar niet opgemerkt ? :|

ruzie emt de vpro :(

nou....vorig jaar had ik het dan gemist!? of ik ben al vergeten dat toen iemand anders het presenteerde..
en ik wist van niets over ruzie met de vpro.
echt balen, ik vond hem precies de juiste persoon voor die quiz, omdat het anders veeeelste saai zou zijn.. :(

Hanneke 30-11-2004 15:11

Vraag 1: Een wijnglas gaat zingen als je met een natte vinger over de rand wrijft. Wat gebeurt er met de toonhoogte als je het glas vult?

A. Die wordt lager

B. Die wordt hoger.
C. Die blijft gelijk.


die wordt lager, hebben we op school uitgeprobeerd

Vraag 2: Waarom kijken mensen soms in de lucht wanneer je ze een vraag stelt?

A. Om een antwoord te ontwijken.
B. Om te verhullen dat ze gaan liegen.
C. Om zich beter te concentreren.

om zich beter te concentreren, zei m'n moeder.. B is 't sowieso niet want dan kijk je meestal de ander juist aan om 't geloofwaardig over te laten komen.. (toch??)


Vraag 3: Wat gebeurt er als je een fles vacuüm trekt die voor de helft gevuld is met water?

A. Het water wordt eerst warmer en dan kouder.
B. Het water wordt warmer.
C. Het water wordt kouder.


ook op school uitgeprobeerd, uiteindelijk was 't kouder. of het eerst warmer en dan kouder wordt kan dus ook..


Vraag 4: Een geoefend zwemmer probeert in water van 37 graden Celsius snel zes kilometer te zwemmen. Wat gebeurt er?

A. Hij gaat langzamer dan hij verwacht, want in warm water geven zijn slagen hem minder stuwkracht.
B. Hij gaat sneller dan hij verwacht, want zijn spieren hebben de optimale temperatuur.
C. Hij haalt de finish niet.


geen idee

Vraag 5: Een droge spons drijft in een emmer met water en zuigt zich langzaam vol. Wat gebeurt er met het waterpeil?

A. Het stijgt.
B. Het blijft gelijk.
C. Het daalt.


is ook uitgeprobeerd 't bleef gelijk.. is ook wel logisch..... die spons zuigt zich vol water dat gaat dus uit die emmer maar die spons zakt dieper het water in dus stijgt het waterpeil weer... dat componseert elkaar wel ongeveer

Vraag 6: Wraoam is dzee tkset znoedr veel mietoe rdlieejk te lzeen?

A. Omdat we de woorden als patronen blijven herkennen.
B. Omdat de letters steeds op dezelfde wijze verplaatst zijn.
C. Omdat een paar woorden wel gewoon leesbaar zijn.


A lijkt me logisch.. als er midden in een tekst een typfout staat ofzo heb ik dat ook vaak niet door...

Vraag 7: Plak stippen op alle zestig hoekpunten van een voetbal. Verplaats de stippen naar het midden van de naden. Heb je voldoende aan zestig stippen?

A. Ja, je hebt precies zestig stippen nodig.
B. Ja, je houdt zelfs dertig stippen over.
C. Nee, je hebt negentig stippen nodig.


een meisje uit m'n klas heeft het in het klein uitgeprobeerd daaruit bleekd at het C moet zijn ofzo... m'n natuurkunde leraar zei ook dat het meer moest zijn.. ook wel logisch eigenlijk want aan elk hoekpunt zitten (dacht ik) 3 ribben weer.. net als een kubus 8 hoekpunten en 12 ribben...

Vraag 8: Hoe kun je kleur laten zien op een zwart-wit televisie?

A. Door een chromodigitaal signaal met het beeld mee te sturen.
B. Door het kleursignaal vijftig maal per seconde aan en uit te zetten.
C. Door snel afwisselend zwarte en witte vlakken te vertonen.

dat was toch een tijdje terug in BlinQ? dacht ik iig

Vraag 9: Hoe wisten mensen zich voor het eerst immuun te maken tegen pokken?

A. Ze stopten gedroogde en gemalen korsten van pokkenpatiënten in hun neus.
B. Ze aten vlees van koeien met koepokken.
C. Ze brachten pus van pokkenpatiënten onder hun huid aan.


ik denk B net als wanneer je inge-ent wordt, hierdoor maak je antistoffen aan en wordt je immuun. schijnt dat we dat ook met ANW hebben gehad maar dat weet ik niet meer ...

Vraag 10: Je maakt al fietsend een scherpe bocht. Welk wiel draait het snelst? Voor- en achterwiel zijn even groot en de banden zijn keihard opgepompt.

A. Het voorwiel.
B. Het achterwiel.
C. Beide wielen draaien even snel.


volgens m'n leraar het voorwiel...

Vraag 11: Een vrouw krijgt testosteron toegediend. Zij zal:

A. Agressief gedrag gaan vertonen.
B. Dominant gedrag gaan vertonen.
C. Meer geneigd zijn risico's te nemen.


die weet ik niet.. ik zou zeggen b maar dat is een gok...

Vraag 12: Waarom drogen in afwasmachines voorwerpen van zacht plastic slechter dan die van hard plastic?

A. Omdat zachte plastics warmte slecht geleiden.
B. Omdat zachte plastics blijvend waterafstotend zijn.
C. Omdat op zachte plastics altijd zeepresten achterblijven.


geen idee

Vraag 13: Welk effect heeft bittere chocola op de gezondheid?

A. De polyfenolen in de cacao verhogen de bloeddruk.
B. De flavonoïden in de chocola vangen veel vrije radicalen weg.
C. De vele meervoudig onverzadigde vetten verkleinen de kans op hart- en vaatziekten.


C volgens m'n moeder iig.. ik heb zelf geen idee maar ik geloof haar wel ;)

Vraag 14: Waarom wippen duiven tijdens het lopen met hun kop?

A. Om hun evenwicht te bewaren.
B. Om indruk te maken op andere duiven.
C. Om beter te zien.


om beter te zien... klinkt wel logisch die uitleg hierboven, zodat ze niet steeds hun beeld hoeven te veranderen

Vraag 15: Een trein rijdt tijdens het passeren van een station met vijftig kilometer per uur van het begin naar het eind van een perron van honderd meter. Halverwege schiet je een tennisbal met vijftig kilometer per uur naar achteren vanaf de achterkant van het laatste rijtuig. Waar komt die bal terecht?

A. Rond het begin van het perron.
B. Rond het midden van het perron.
C. Rond het eind van het perron.


rond het midden omdat die trein vooruit gaat en die bal achteruit wat precies elkaar componseert dan...

Vraag 16: Je hebt een zak met een witte bal. Je doet er blind een rode of witte bal bij. Vervolgens haal je één bal uit de zak. Die blijkt wit te zijn. Hoe groot is de kans dat de resterende bal ook wit is?

A. 1/2.
B. 2/3.
C. 3/4


staat hierboven ergens een duidelijke uitleg he, met die
tekening ;)

Krekker 02-12-2004 19:46

@hanneke~15: mag ik je vragen wat je zo doet vertrouwen in de kennis van je moeder?

De Veroorzaker 02-12-2004 21:26

Citaat:

Krekker schreef op 28-11-2004 @ 02:18 :
De vragen:

Vraag 1?

B. Die wordt hoger.


Vraag 2: ?

C. Om zich beter te concentreren.

Vraag 3?

A. Het water wordt eerst warmer en dan kouder.

Vraag 4?
C. Hij haalt de finish niet.

Vraag 5?

C. Het daalt.

Vraag 6?

A. Omdat we de woorden als patronen blijven herkennen.

Vraag 7?

B. Ja, je houdt zelfs dertig stippen over.

Vraag 8?
C. Door snel afwisselend zwarte en witte vlakken te vertonen.
:s

Vraag 9?

C. Ze brachten pus van pokkenpatiënten onder hun huid aan.

Vraag 10?

A. Het voorwiel.

Vraag 11?

B. Dominant gedrag gaan vertonen.


Vraag 12?

A. Omdat zachte plastics warmte slecht geleiden.

Vraag 13?

A. De polyfenolen in de cacao verhogen de bloeddruk.
B. De flavonoïden in de chocola vangen veel vrije radicalen weg.
C. De vele meervoudig onverzadigde vetten verkleinen de kans op hart- en vaatziekten.

Geen idee

Vraag 14?

C. Om beter te zien.

Vraag 15?


B. Rond het midden van het perron.

Vraag 16?


B. 2/3.


professor2 02-12-2004 22:41

Citaat:

professor2 schreef op 28-11-2004 @ 12:27 :
Vraag 1:



Vraag 3:

C. Het water wordt kouder.


foutje dt meot uiteraard zijn eht water word warmer

I love stars 14-12-2004 17:20

[QUOTE]Krekker schreef op 29-11-2004 @ 23:57 :
[B]In mijn eerder post had ik het fout. Uitgaande van twee verschillende beginsituaties krijg je het volgende:

[afbeelding]

De kans is dus 2/3 :)

[size=1]Sorry voor mn slechte muisvaardigheid btw, had geen zin Kan kloppen , maar de meesten gingen er van uit, denk ik, van de vraag: Wat is de kansdat je een witte bal pakt als je al een witte bal heb gepakt.
Dan is de kans 1/2.
Als je het bekijkt als de kans om de 2 witte ballen te pakken uit de drie ballen dan is het 2/3.

Het is dus een principe van interpretatie.

professor2 14-12-2004 18:30

[QUOTE]I love stars schreef op 14-12-2004 @ 18:20 :
[B]
Citaat:

Krekker schreef op 29-11-2004 @ 23:57 :
In mijn eerder post had ik het fout. Uitgaande van twee verschillende beginsituaties krijg je het volgende:

[afbeelding]

De kans is dus 2/3 :)

[size=1]Sorry voor mn slechte muisvaardigheid btw, had geen zin Kan kloppen , maar de meesten gingen er van uit, denk ik, van de vraag: Wat is de kansdat je een witte bal pakt als je al een witte bal heb gepakt.
Dan is de kans 1/2.
Als je het bekijkt als de kans om de 2 witte ballen te pakken uit de drie ballen dan is het 2/3.

Het is dus een principe van interpretatie.

nee

jij snapt het gewoon niet

2/3 s de kans nadat je al 1 witte bal hebt gepakt

Krekker 15-12-2004 20:42

We komen steeds dichter bij de antwoorden. Nog 9 nachtjes slapen.

(toch :confused: )

Yab-Yum 16-12-2004 06:24

Leuk leuk leuk


Vraag 1: Een wijnglas gaat zingen als je met een natte vinger over de rand wrijft. Wat gebeurt er met de toonhoogte als je het glas vult?

A. Die wordt lager.
B. Die wordt hoger.
C. Die blijft gel
ijk.
Vraag 2: Waarom kijken mensen soms in de lucht wanneer je ze een vraag stelt?

A. Om een antwoord te ontwijken.
B. Om te verhullen dat ze gaan liegen.
C. Om zich beter te concentreren.

Vraag 3: Wat gebeurt er als je een fles vacuüm trekt die voor de helft gevuld is met water?

A. Het water wordt eerst warmer en dan kouder.
B. Het water wordt warmer.
C. Het water wordt kouder. :confused:

Vraag 4: Een geoefend zwemmer probeert in water van 37 graden Celsius snel zes kilometer te zwemmen. Wat gebeurt er?

A. Hij gaat langzamer dan hij verwacht, want in warm water geven zijn slagen hem minder stuwkracht.
B. Hij gaat sneller dan hij verwacht, want zijn spieren hebben de optimale temperatuur.
C. Hij haalt de finish niet.

Vraag 5: Een droge spons drijft in een emmer met water en zuigt zich langzaam vol. Wat gebeurt er met het waterpeil?

A. Het stijgt.
B. Het blijft gelijk.
C. Het daalt.

Vraag 6: Wraoam is dzee tkset znoedr veel mietoe rdlieejk te lzeen?

A. Omdat we de woorden als patronen blijven herkennen.
[B]B. Omdat de letters steeds op dezelfde wijze verplaatst zijn.[B]
C. Omdat een paar woorden wel gewoon leesbaar zijn.

Vraag 7: Plak stippen op alle zestig hoekpunten van een voetbal. Verplaats de stippen naar het midden van de naden. Heb je voldoende aan zestig stippen?

A. Ja, je hebt precies zestig stippen nodig.
B. Ja, je houdt zelfs dertig stippen over.
C. Nee, je hebt negentig stippen nodig.

Vraag 8: Hoe kun je kleur laten zien op een zwart-wit televisie?

A. Door een chromodigitaal signaal met het beeld mee te sturen.
B. Door het kleursignaal vijftig maal per seconde aan en uit te zetten.
C. Door snel afwisselend zwarte en witte vlakken te vertonen.

Vraag 9: Hoe wisten mensen zich voor het eerst immuun te maken tegen pokken?

A. Ze stopten gedroogde en gemalen korsten van pokkenpatiënten in hun neus.
B. Ze aten vlees van koeien met koepokken.
C. (sorry vraagje perongeluk geknipt)


Vraag 10: Je maakt al fietsend een scherpe bocht. Welk wiel draait het snelst? Voor- en achterwiel zijn even groot en de banden zijn keihard opgepompt.

A. Het voorwiel.
B. Het achterwiel.
C. Beide wielen draaien even snel.

Vraag 11: Een vrouw krijgt testosteron toegediend. Zij zal:

A. Agressief gedrag gaan vertonen.
B. Dominant gedrag gaan vertonen.
C. Meer geneigd zijn risico's te nemen.

Vraag 12: Waarom drogen in afwasmachines voorwerpen van zacht plastic slechter dan die van hard plastic?

A. Omdat zachte plastics warmte slecht geleiden.
B. Omdat zachte plastics blijvend waterafstotend zijn.
C. Omdat op zachte plastics altijd zeepresten achterblijven.

Vraag 13: Welk effect heeft bittere chocola op de gezondheid?

A. De polyfenolen in de cacao verhogen de bloeddruk.
B. De flavonoïden in de chocola vangen veel vrije radicalen weg.
C. De vele meervoudig onverzadigde vetten verkleinen de kans op hart- en vaatziekten.

Vraag 14: Waarom wippen duiven tijdens het lopen met hun kop?

A. Om hun evenwicht te bewaren.
B. Om indruk te maken op andere duiven.
C. Om beter te zien.

Vraag 15: Een trein rijdt tijdens het passeren van een station met vijftig kilometer per uur van het begin naar het eind van een perron van honderd meter. Halverwege schiet je een tennisbal met vijftig kilometer per uur naar achteren vanaf de achterkant van het laatste rijtuig. Waar komt die bal terecht?

A. Rond het begin van het perron.
B. Rond het midden van het perron.
C. Rond het eind van het perron.

Vraag 16: Je hebt een zak met een witte bal. Je doet er blind een rode of witte bal bij. Vervolgens haal je één bal uit de zak. Die blijkt wit te zijn. Hoe groot is de kans dat de resterende bal ook wit is?

A. 1/2.
B. 2/3.
C. 3/4.

Ik gok veel maar ik heb toch het idee dat veel dingen op te zoeken zijn en hij makkelijker is dan voorgaande jaren.

+ ik doe dit allemaal ter plekke zonder opzoeken.

Yab-Yum 16-12-2004 06:26

Citaat:

professor2 schreef op 28-11-2004 @ 02:40 :
Vraag 13: Welk effect heeft bittere chocola op de gezondheid?



bittere chocola :confused:

ze bedoelen zo puur mogelijk dan is t automatisch bitter en zit er geen melkspul in enzo.

professor2 16-12-2004 10:56

Citaat:

Yab-Yum schreef op 16-12-2004 @ 07:26 :
ze bedoelen zo puur mogelijk dan is t automatisch bitter en zit er geen melkspul in enzo.
ehm ik vind pure chocola niet bitter

ook neit avan die speciale 75% chocola

professor2 16-12-2004 10:57

oja ik hebz elf vraag

Vraag 1: Een wijnglas gaat zingen als je met een natte vinger over de rand wrijft. Wat gebeurt er met de toonhoogte als je het glas vult?


gedaan en de toon blijkt lager te worden

:confused:

cup a soup 16-12-2004 11:41

dit dacht ik zelf

1B
2C
3A
4C
5A
6A
7B
8C
9C
10A
11A
12B
13C
14A
15B
16B


maar dat die toon lager wordt... hm... daar ga ik dan nog eens goed over denken.

we zijn ervanuit gegaan dat het glas tot aan de waterrand niet meetrilt, waardoor de golflengte hoger wordt en de frequentie lager.
Misschien trilt het water juist mee en produceert het zelf ook geluid?


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 20:40.

Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.