Vogelvrij |
10-01-2005 16:02 |
[vernieuwde versie] Wacht
Boven haar was de blauwe lucht, onder haar de koude aarde. Ze voelde zich volkomen op haar gemak, bijna gelukkig. Toch voelde ze dat er nog iets miste, maar ze kon niet precies zeggen wat het was. Ze lag languit in het frisse, groene gras, wat kon ze zich nog meer wensen?
Ineens vloog ze. Ze was bang en begreep niet wat er gebeurde. Met heel haar ziel verlangde ze terug naar het gras, waar ze zich veilig had gevoeld. Waar was ze nu, waarom vloog ze? Want ze vloog, andere woorden had ze er niet voor. Ze voelde dat ze zich verplaatste, al was het haar niet duidelijk hoe dat precies gebeurde. Ze zag en hoorde helemaal niets, het was alsof haar zintuigen verlamd waren. Het leek een eeuwigheid te duren, maar op een gegeven moment merkte ze dat ze langzamer ging. Daardoor voelde ze nog meer angst, ze wenste opeens dat het vliegen nooit op zou houden. Ze wist niet wat er met haar zou gebeuren, maar het zou vast onaangenamer zijn dan dit. In de verte zag ze nu ook rood en geel, kleuren die haar aan vuur deden denken. Maar net toen ze op het punt stond om in paniek te raken, viel ze met enorme snelheid naar beneden. Het ging zo snel, dat ze haar bewustzijn verloor. Toen ze bijkwam, lag ze weer in het gras.
“Wanneer is ze begraven?” de vrouw hapte naar adem, ze was rood aangelopen van schrik en de tranen stonden in haar ogen. “Eergisteren,” zei de man zacht. Hij probeerde een arm om haar heen te slaan, maar de vrouw schudde hem af. “Maar waarom?” fluisterde ze. Ze wreef haar tranen weg en zei op wat hardere toon: “Het is mijn schuld. Ik had niet weg moeten gaan, ik had niet enkel aan mezelf moeten denken. Ik heb haar in de steek gelaten, mijn eigen dochter, en nu is ze dood.” “Daar kon niemand iets aan doen, het was een ongeluk. Het is zelfs niet de schuld van de autobestuurder, ze stak ineens de weg over. Waarschijnlijk dacht ze dat de auto zachter reed, of ze keek gewoon niet goed uit. Ach, ik weet het ook niet,” de man huilde nu ook. “Ik had niet weg moeten gaan,” herhaalde de vrouw, maar de man schudde zijn hoofd. “Je had rust nodig. Als je hier was gebleven, zou je langzaamaan steeds depressiever zijn geworden. Het is goed dat je bent gegaan, zo kon je je opladen en even helemaal uit het dagelijks leven stappen. Het plan was goed, je kon niet weten dat er zoiets zou gebeuren.” De vrouw haalde haar schouders op. “De realiteit haalt je toch wel in, of je nu wilt of niet.” “Morgen zullen we haar graf bezoeken, dat is misschien wel goed voor je.” De man zuchtte.
Het meisje in het gras hoorde de twee mensen al van ver aankomen. Op een gegeven moment hielden ze vlakbij haar stil, ze kon hen horen ademen en huilen. Het bezorgde haar een vreemd gevoel, niet echt onaangenaam. Ze voelde dat het goed was, dat dat lege gevoel in haar nu werd opgevuld. Op dit moment had ze gewacht.
Het meisje voelde dat ze weer ging vliegen. Deze keer was ze niet bang, deze keer was het anders. Ze voelde zich gelukkig en bevrijd. Ditmaal waren geel en rood niet de kleuren van vuur, maar juist die van de hemel.
Ik hoop dat het nu duidelijker is, ben zelf nog niet echt tevreden over de dialoog, maar ja...
|