![]() |
lineare algebra
Paar niet al te moeilijke vraagjes, alleen tis een b'tje weggezakt.
Bepaal det C: 15 16 17 18 19 20 21 22 21 Nu komt het antwoordvel met de stap, door slim te vegen komen wij op: 0 1 2 3 0 0 6 1 0 Hoe doen ze dat dan precies:s Vraag 2 Bepaal de orthogonale projectie van b op Col A A= 1 0 -1 1 1 1 -1 2 b= 2 3 2 3 Nu d8 ik zelf, dmv Gram-Schmidt A'= 1 1 -1 1 1 3 -1 3 En daaruit volgt: b(^)= 3 3 -1 -1 Controle blijkt het idd othogonaal op matrix A te staan, echter de antwoordenlijst komt met: 1/2 <1, 3, 5, 7> Maar dit staat niet orthogonaal op op Col A :| Vraag 3: Bereken opp driehoek ABC A (1,3,2) B (-1,0,3) C (2,-1,1) A==>(0,0,0) B(-2,-3,1) C (1,-4,-1) Uitwendig product: <7, -1. 11> En wat moest je dan ook alweer doen? |
1) k3-k2, k2-k1, k1-15k2, k3+k2, r2-r1
3) de norm van het uitwendig product is het maatgetal van de oppervlakte van het parallellogram opgespannen door de twee vectoren (je hebt B-A en C-A gedaan, met O geeft dit de driehoek verschoven naar de oorprong). Delen door 2 geeft de oppervlakte van de gewenste driehoek. |
Citaat:
Wat moet ik nu precies met het uitwendig product doen? |
Je hebt nu de vector die het resultaat is van het uitwendig product. De 'lengte' hiervan (norm, vierkantwortel uit de som van de kwadraten van de 3 componenten) is het maatgetal voor de oppervlakte van het parallellogram opgespannen door de 2 oorspronkelijke (punt)vectoren.
Delen door 2 geeft je dan de oppervlakte van de eigenlijke driehoek. |
Citaat:
|
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 11:17. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.