![]() |
berekeningen aan reacties // reactievergelijkingen
Hay, wie kan mij helpen, ik heb morgen een pw van Chemie Overal, 3 havo, hoofdstuk 4: Chemische reacties.
Dat rekenen met die reactievergelijkingen kan ik totaal niet... help please :( :confused: :) |
Het is eigenlijk gewoon puzzelen. Als de aantallen niet uitkomen, vermenigvuldig je de beginproducten met twee of vier. Later kan je altijd nog delen.
|
thnx! weet iemand misschien ook een site waar ik op kan oefen? Met google kom ik niet echt ver!
|
stel je hebt de reactievergelijking (x1)AB + (x2)B2C -> (x3)AC + (x4)B2
Je wilt dus een x1,x2,x3,x4 vinden waarvoor deze reactie op kan treden. dan heb je eigenlijk de volgende vergelijkingen (per atoom): voor A: x1 = x3 voor B: x1 + 2x2 = 2x4 voor C: x2 = x3 dit kan je gemakkelijk met behulp van matrixrekening uitrekenen, bij dit voorbeeld kan het ook wel zonder je weet al dat x1=x3=x2, dus x4=(3/2)x1 dit geeft: 2AB + 2B2C -> 2AC + 3B2 |
Dat is (eigenlijk) veel te wiskundig. Op de middelbare school zal je nooit vergelijkingen krijgen die je niet met een klein beetje handigheid op kan lossen.
|
het makkelijkste is gewoon puzzelen ;)
|
er zit toch een cd-rom bij chemie overal?
probeer dat eens.. |
Ik wilde eerst eigenlijk zeggen dat je alle opdrachten het beste kon maken omdat daar de stof in besproken werd. Maar toen zag ik dat je Chemie Overal gebruikt..
Maargoed je moet oefenen met simpele dingen : (ik pak even hoofdstuk 4 van mij van vorig jaar erbij, dat gaat over reactieverglijkingen (Chemie)) Bijvoorbeeld een vraag : Stel het reactieschema in woorden en symbolen op voor de ontleding van zilverchloride. - Als je het eerst in woorden opschrijft maak je voor jezelf al een beetje duidelijk hoe de reactie in elkaar steekt. Zilverchloride ---> (ontleden) Zilver + Chloride Als je dat omzet naar een reactievergelijking krijg je : AgCl (s) --> Ag + Cl Zo kan het ook de andere kant op : Vraag : Het metaal lood kan met de vloeistof broom reageren. Er ontstaat hierbij de vaste stof loodbromide. Stel het reactieschema in woorden en symbolen op. Woorden : Lood + Bromide --> Loodbromide Pb + Br --> PbBr Ik hoop dat ik je hiermee een beetje op weg geholpen heb.. |
kleine correctie in voorgaande reply. bromide is een ion en niet Br en het reageert met het Pb(II)-ion
|
Ik moet even met sdekivit meegaan. Als je
AgCl (s) -> Ag + Cl op je proefwerk opschrijft, krijg een 1. Beter is bijvoorbeeld: NaCl (s) -> Na+ (aq) + Cl- (aq) Boven het pijltje kan je nog 'aq' of 'oplossing' schrijven, dat hangt af van je leraar. Bij reacties met zouten eerst even de lading nagaan dus, anders ben je nog nergens. Ik denk/hoop dat je verhoudingsformules en ladingen wel begrijpt. |
Citaat:
In de derde hoefde wij alleen maar de fase erbij te zetten als we het wisten, anders niet. Ionen en Zouten, daar hoorde ik pas wat over begin de vierde. Vandaar dat ik het zo simpel heb gehouden :). En als je er niets van snapt, kom je hiermee al een heel eind denk ik, zeker als je morgen toets hebt ;) |
maar ionen moet je wel vermelden --> dat weten ze wel in de derde
|
Citaat:
|
Citaat:
Volgens mij wist ik als 3e klasser niet eens wat een 'ion' is :| |
Citaat:
|
Whaa, nooit gedacht dat hier zoveel reacties op zouden komen :eek: :D Super ThnX!! Khad btw vandaag pw en t ging opzich wel goed!
Volgende hoofdstuk gaat over metalen... jeej :rolleyes: |
Citaat:
Citaat:
|
Citaat:
Wat wij voor scheikunde kregen in de derde was ook zeer marginaal. We kregen wel wat over atoombouw en ionen, maar zelf reacties opstellen, vergeet t maar. De nomenclatuur hebben we ook best oppervlakkig behandeld. En de scheidingsmethoden natuurlijk, dat was t zo'n beetje :o (van de dingen die er echt toedoen) |
Citaat:
maar als hier geen ladingen worden gebruikt is het gewoon over en uit en iedere scheikundige verklaart je voor gek. punt uit. |
Citaat:
|
Citaat:
|
Citaat:
|
neerlsag reacties hebben wij nu nog niej (zit in 3havo) maar misschien dat we t nog krijgen. :)
|
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 02:10. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.