![]() |
vraagje over wiskunde, vergelijkingen
Ik heb morgen een proefwerk wiskunde waarbij er een paar sommen zijn die ik echt niet snap. Ik hoop dat iemand me dit kan uitleggen :) Dit zijn ze:
2^(x+1) = (1/8) . 2^(1/2) 5 . 3^2x = 15 . 3^(1/2) Het kan zijn dat je gebruik moet maken van logaritmes (daar gaat het hoofdstuk gedeeltelijk over), maar dat is me zelf niet gelukt. |
2^(x+1) = (1/8) . 2^(1/2)
1/8 = 2^-3 1/8 * 2^(1/2) = 2^(-2.5) x + 1 = -2.5 x = -3.5 5 . 3^2x = 15 . 3^(1/2) Delen door 5: 3^(2x) = 3 * 3^(1/2) = 3^(1.5) 2x = 1.5 x = .75 |
Het belangrijkste bij dit soort vragen, is dat je zo mogelijk alle getallen opschrijft als macht van eenzelfde getal. In dit voorbeeld is dit te zien bij de 1/8. 8 is namelijk 23 en dus is 1/8 gelijk aan 2-3.
Verder moet je goed de regels voor exponenten paraat hebben: xa*xb=xa+b (xa)b=xa*b 1/xa=x-a sqrt(x)=x0.5 (sqrt=wortel) Je kunt deze vergelijkingen vaak omschrijven naar de vorm: xa=xb. Hier kun je de conclusie uit trekken dat a en b dan wel gelijk moeten zijn (bij x ongelijk aan 0, 1 of -1). De uitwerkingen zoals snees ze gegeven heeft, zijn verder goed. |
Bedankt, allebei :)
|
Citaat:
Ik heb nog een vraag over de tweede som.. 3^(2x) = 3 * 3^(1/2) Waarom kun je, aan de rechterkant van het = teken, de macht ^1/2 vermenigvuldigen met 3? Dus dat je van de stap 3 * 3^(1/2) naar 3^(1.5) gaat. Iemand? |
3 = 3^1 en dan geldt de regel a^p * a^q = a^(p+q)
|
Dankje, nu wordt er veel duidelijk :)
|
Je kan het beste je formulekaart erbij houden, daar staan ook al die regels op.
|
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 22:23. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.