![]() |
[ Verhaal ] Jouw hand op mijn schouder
Een gelukkiger iemand had ik me niet kunnen voorstellen. Ze lachen en porren elkaar. Slechts één iemand is hier niet gelukkig. De iemand die Ik heet.
Met een jaloerse blik zie ik hoe jouw hand speels haar nek raakte. Ik concentreer me op de toppen van mijn schoen, om jouw vingers in demijne te kunnen voelen. 'Hé.' Edward tikt me op de rug. 'Heb jij iets gedaan voor geschiedenis? Mag ik het eens lezen?' Losse woordjes mompelend overhandig ik hem mijn slordige schrift. Ik ben niet het soort dat hartjes en namen op pagina's krabbelt. Ik ben niet het soort dat kan wegdromen tijdens de les wiskunde over een jongen. Ik kan niet aan iemand denken. Ik wil hem alleen zien... Ik hou niet van liefdesverhaaltjes. Het eindigt te rooskleurig. Ik geloof niet dat iedereen altijd van elkaar houdt. Elkaar steunt door dik en dun. Hij drukt met haar met liefde neer op het bed, en daarna is hij niet te lomp om haar te dumpen. En dat is het verhaal achter het happy end. Ik wil ook geen happy end. Ik weet dat het er niet is. Ik wil niet eens een einde, maar ik wil een neutraal leven. Waarom kan dat niet? Waarom? Ik weet het niet. Hoe kan ik me aangetrokken voelen tot een eikel die het einde van een liefdesverhaal is? Nee, dat is hij niet. Hij heeft geen hemelsblauwe ogen waarin je kan verdrinken (alsof dat überhaupt kan), maar een puistje op zijn kin. Hij speelt geen voetbal of is niet belangrijk op school, hij zorgt er gewoon voor dat hij rustig zijn huiswerk maakt. En toch kan zo'n jongen niet van mij zijn. Ookal is hij echt. Ik val op zijn normaalheid. Op zijn buik die niet zo gespierd is als hij wel zou willen. Hij zou dat neutrale in mijn leven kunnen zijn. |
het hele verhaal spreekt me niet zo aan , behalve de zin
Citaat:
|
Mij spreekt het juist wel aan...ik vind het apart
|
Ik vind het ergens te makkelijk, te standaard.
Ook heb ik het idee dat er tegenstrijdigheden in zitten, maar specifiek noemen kan ik ze niet . . |
Ongeïnteresseerd pluk ik een chocoladebrokje van mijn gesmolten ijsmars. Als ik denk aan op de bus wachten denk ik aan een eenzame bushalte met een woestenij van planten om zich heen.
Maar als ik wacht op de bus zie ik taterende leerlingen die geen seconde hun mond dicht kunnen houden en tientallen die op de snel in- en uitrijdende bussen springen. Meestal komt er niemand met mij een praatje maken. Dat vind ik fijn zo. Ik wil rustig alleen zijn en een smerige snack eten, terwijl ik denk hoe kut de dag was. Zelfs hij zou moeten wachten. En toch zie ik de tippen van zijn schoenen voor mijn neus stilstaan. Ga weg, denk ik. Ik wil alleen mijn schoenen zien. Ik zie hem twijfelen, maar uiteindelijk blijft hij toch staan. 'Hoi.' Ik besef dat ik niet verlegen naar de grond kan blijven staren. Daarom kijk ik hem een fractie van een seconde aan en richt mijn hoofd snel naar het koude februarizonnetje. 'Hoi,' mompel ik. Waarom moest hij me juist nu storen? Ik prop snel de ijsmars naar binnen zodat ik een reden heb om niet te hoeven praten. Maar ik heb ook geen reden nodig, want ik zie hem vluchtig naar een bus kijken. 'Nou, ik moet gaan.' Volgens mij denkt hij dat ik hem niet heb gehoord, en ik hoor het eigenlijk ook maar half. Wie denkt hij wel dat hij is? Me deze paar minuten voldoening na een rotschooldag niet te gunnen? Nee, zijn ogen staren me nog altijd vriendelijk aan vanuit de bus, zag ik. Ik kijk snel, want hij mag mij niet zien. Hij mag mijn blik niet zien. |
Het eerste stuk is leuk, jammer van het tweede stuk, dat ik niet heb gelezen met uitzondering van de eerste zin. Na dat eerste stuk zat ik eigenlijk helemaal niet te wachten op een vervolg.
|
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 18:07. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.