![]() |
[sk] wet van nernst
ik heb voor scheikunde een po gedaan over de wet van nernst
hierbij heb ik 2 bekerglazen ik elke zitten: 50ml water + 10 mL H 2 SO 4 + 5,0 ml 0,1 M 0,1 Fe 2+ + 5,0 ml 0,1 M Fe 3+ deze heb ik verbonden met een zoutbrug. In elke heb ik een platina electrode gezet en deze heb ik verbonden met een millivoltmeter Daarna hebben we 3x bij bekerglas I 5 ml Fe 3+ gedaan en hebben de bekerglas II bijgevuld met 5 ml water hierbij heb ik de spanning gemeten (begin, bijvulling1 ,bijvulling2, bijvulling3)--> (210, 255, 260 , 269) vervolgens heb ik bekerglas I steeds verdund met 5ml en bekerglas 2 aangevuld met 5ml Fe 2+ ( heb ik ook 3x gedaan) hierbij kwam ik uit op 284, 292 en 406 mVolt van elke term heb ik Log (([Fe3+] (I)/ [Fe3+] (II) x (( [Fe2+] (II) / [Fe2+] (I)) uitgerekend: A log(1) = 0 B log(2) = 0,3 C log(3) = 0,477 D log(4) = 0,6 E log(8) = 0,9 F log(12) = 1,8 G log(16) = 1,2 hiervan heb ik in exel een grafiek gemaakt waarbij de formule 69,9x+ 222,49 uitkwam vraag: 1) wat stelt de richtingscoefficient van deze lijn voor? (x-as= log waarden en y-as = gemeten spanning) 2) ga met behulp van berenkening na o de gemeten waarde bij de 3e proef (spanning = 260) overeenkomt met de theoretische waarde (moet ik dan gewoon de algemene wet van nersnst gebruiken??? zo ja, wat moet ik dan voor n invullen) 3) leg uit welke deeltjes door de stroomdraden bewegen en welke kant ze op gaan ( dit zijn electronen maar welke kan gaan ze op??) |
hallo r...6,
de richtingscoeff. is 0.059/n met n = aantal electronen in halfreactie. Hier n = 1. De 0.069 de je vindt, komt in de buurt! De spanningswaarde in het begin is vreemd: had 0 moeten zijn. Links en rechts dezelfde oplossing. Dat bijvullen van II met 5 ml water is niet nodig... Fe^2+/Fe3+ blijft immers gelijk. |
Citaat:
* dat die eerst geen 0 is vindt ik ook vreemd * Dat heb ik toch nodig voor mij formule. De concentraties veranderen toch ( maar de verhoudingen blijven idd gelijk) Dan heb ik nog een vraag: Ga met behulp van berekeningen na of de gemeten spanning bij C overeenkomt met de theoretsiche waarde. Door de algemene fomule in te vullen kom ik uit op 28,15 mV. Uit mijn metingen blijkt dat er een spanning was van 260 mV . Doe ik nou wat fout. of moet ik gewoon V= V(ox)-V(red)...maar wat is dan de reductor en wat is oxidator :confused: :confused: |
hallo r..6,
Aber das ist doch ganz einfach... om de woorden van Debye te gebruiken, die volgens Sybe Rispens met de nazi's leurde.... wat stelt het voor? als de conc 10x groter (kleiner) wordt, verandert de V van een elektrode met 59 mV als n = 1, immers log(...) is dan 1 De meting 1: met 210 en 255 => dV = 45 mV met log (../..) = log 2 => dV = 0.059 x 0.30 = 18 mV you have a problem! De meting 2: niet duidelijk of weer met 5 ml 0.1 M Fe^2+ en 5 ml 0.1 M Fe^3+ begonnen wordt. Hier moet het tegenovergestelde gebeuren. Logisch zou zijn dat ook met bekerglas 1 te doen. Bekerglas 2 is dan referentie. |
^^ :confused:
|
Citaat:
Red <-> Ox + ne- geldt: V=V0+R*T/(n*F)*ln([Ox]/[Red]), met V0 de standaardpotentiaal, R de gasconstante en F de constante van Faraday. Voor T=298 K gaat de wet van Nernst over in V=V0+0,059/n*log([Ox]/[Red]). Als je nu weet dat ln(x)=log(x)/log(e) kun je afleiden dat 298*R/(n*F)*log([Ox]/[Red])/log(e)=0,059/n*log([Ox]/[Red]), dus 298*R/(F*log(e))=0,059. |
hallo r..6,
in de put??? Ga eens een kijkje nemen bij Marcus... http://mediatheek.thinkquest.nl/~kl0...eg-nernst.html is vast wel wat te vinden! |
Wat is oxidator en welke is de reductor in mijn proef. met binas (tabel 48) kom ik er niet uit.
|
Citaat:
|
dit is niets anders dan een zogenaamde concentratiecel :) waarbij de concentratie van de oxidator en geconjungeerde reductor in elk vat verschillen.
|
hallo r..6,
wat is Ox en wat is Red in mijn proef? 1. V(ox) - V(red) wordt gebruikt bij redox-reactie om te voorspellen of de reactie kans van slagen heeft. 2. V(ox) - V(red) geeft ook de bronspnning van een spanningsbron. Bekend voorbeeld Cu/Cu^2+ 0.1 M (hogere=Vox) met Zn/Zn^2+ 0.1 M (lagere= V(red) [zie Marcus] Bij jouw experiment slaat V(ox) en V(red) op dezelfde halfreactie Zie Binas bij 0.77 V. Afhankelijk van de conc's van zo'n electrode wordt V [ox of red genoemd] V = 0.77 + 0.059 log ([Ox]/[Red]) Maak je [Ox] = [Fe^3+] 10x groter dan stijgt V met 59 mV... De verwarring ontstaat door ox en red als verwijzer naar twee omzettingen en... Ox en Red de verwijzing naar deeltjes in een halfreactie.... |
en wat stelt mijn richtingscoeficient nou voor?
x-as de log waarden y-as de spanning dus ik meen aan: de spanning per concentratie |
hallo r..6,
De derde regel is niet consistent met de eerste regel... daar staat LOGcwaarden (van .../...) namelijk) Dus waarom niet heel eenvoudig volt/log-waarde of omdat een logwaarde dimensieloos is, volt |
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 17:54. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.