Nederlands
 

Hallo allemaal


kunnen jullie me uitleggen hoe ik moet weten hoe je in het NL aan het eindt een dt en d en een t moet gebruiken.

Alvast bedankt

Met voltooid deelwoorden staat hier ergens uitgelegd, ik zal even voor je zoeken...

(of bedoel je de normale uitgangen?

Love

Hier staat het alletwee uitgelegd door DruidessI:
http://forum.scholieren.com/Forum2/HTML/002101.html

Love

maar hoe weet ik hoe het eindigt zoals deze zin?

je moet hier een d, t of een dt aan vast maken. En please leg het op zo een manier uit. Morgen heb ik er een So over
Dit fei. wor. algemeen bekend. veronderstel.

Dit feit wordt algemeen bekend verondersteld.

Maar hoe kom je daar op,

Dit feiT (dit is gewoon een zelfstandig naamwoord en iets als een feid bestaat gewoon niet) worDT (met een d moe het in ieder geval, maar of er ook nog een t achter moet, moet je bepalen door word te vervangen door een ander werkwoord. Bijvoorbeeld: dit feit hoorT. Achter hoor moet een T dus ook achter word) algemeen bekend (dit is -volgens mij- een bijvoeglijk naamwoord, dat wil zeggen een woord dat iets over een zelfstandig naamwoord zegt. En bijvoeglijke naamwoorden blijven ook altijd hetzelfde) veronderstelD (dit is een voltooid deelwoord (wordt verondersteld) en daarbij moet je weer het kofschip gebruiken. Eerst -en van veronderstellen afhalen en als dan de laatste letter van het werkwoord in het woord "kofschip" zit dan eindigt dat werkwoord in de voltooide tijd op een t. Aangezien dit nu niet het geval is, eindigt verondersteld dus op een d)

Hartstikke makkelijk toch? De Nederlandse taal? http://forum.scholieren.com/biggrin.gif http://forum.scholieren.com/wink.gif

misschien ist te laat maar ik kan 't goed uitleggen http://forum.scholieren.com/biggrin.gif

of te weten of het met d/t of dt moet worden geschreven.. moet je het volgende weten::

het is ALTIJD stam PLUS t

dus
ik werk
jij werkt
hij werkt,
etc

nu een moeilijke:
ik word,
jij wordt
hij wordt

nog een andere

ik vind
jij vindt
hij vindt
zij vindt

ik hoor
jij hoort
zei hoort

het is gewoon altijd STAM PLUS T!!!
bij jij/hij/zij moet je er gewoon altijd een t achter zetten!!

en bij een voltooid deelwoord (gedaan, gebeurd, geweest, voorspeld) is er NOOIT dt, je moet DAN het woord gewoon langer maken, voorspelde, gebeur[/i]de, etc!) maar dit (dat je het woord langer moet maken om te weten of het met d of t is) kun je dus alleen gebruiken voor VOLTOOID DEELWOORDEN, als je er ik ben, ik heb, etc voor kan zetten..

voor dat andere, STAM + T!
stam= de ik vorm, dus ik word en dan voor die andere is het stam plus t, jij wordt, is met t achter de stam (word) omdat het stam plus t[/u][/i][/b] is!!

[Dit bericht is aangepast door miep (17-12-2001).]

en eind is gewoon eind, niet eindt, dat is geen werkwoord (je kan niet zeggen, ik eind, hij eind/hij eindt http://forum.scholieren.com/smile.gif!) dat isg ewoon een woord, dat moet je gewoon weten. lees veel boeken, deste makkelijker je woorden herkend, http://forum.scholieren.com/smile.gif

Nou het lijkt me zo wel duidelijk he? Er rest nog één toevoeging:

we schrijven:

ik word
jij wordt
hij wordt

omdat we ook schrijven:

ik loop
jij loopt
hij loopt

Dat is door 'miep' reeds duidelijk uiteengezet, MAAR:

Indien bij de tweede persoon enkelvoud ('jij ...t') het persoonlijk voornaamwoord ('jij' of populair'je')achter de persoonsvorm komt, vervalt de uitgang 't'.
Er is DAN dus juist GEEN 't' op het einde.

Voorbeeld:

Jij loopT over straat.
LooP jij over straat?
Wanneer ik je zie, looP je altijd over straat.

Jij worDT boos.
WorD jij boos?
Wanneer je me zieT, worD jij altijd boos.

Pas op voor:

Als je nu niet naar huis gaat, worDT je moeder boos.

Je is dan geen persoonlijk voornaamwoord maar een bezittelijk voornaam woord

Nou goed. tot zover. Het lijkt me nu wel duidelijk. doeidoei.