![]() |
De schildpad (nieuwjaarsgedichtJE)
Het is wat lang maar niet erg moeilijk - ik ben wel benieuwd of jullie het wat vinden voorstellen.
De schildpad de stad concentreert zich in graffitimuren dreunt door smalle gangen naar buiten een gast achterna maar laat hem alleen als de deuren zich sluiten Pim, vanavond zijn maat, blies rook langs zijn tanden knoestige vuisten geen handen ze trilden en stampten de beat in de planken, Pim in de stad is de stad. het is klam en Maarten zwemt slap in de dranklucht en as als hij longinhoud loost. in het Oosterdok dichten de straatlampen zicht, en roken ze teerranden tussen het licht zodat Maarten zijn schaduw steeds over het duister heen struikelt maar die loopt zich sloompjes wel weer verticaal. Pim sist en hij bonkt in de verte en Maarten slaapt op de stationsvloer de trein dichterbij. want onder de nacht van een verre stad maakt Maarten een bed van het feest en het volk in zijn kop hij bouwt stenen muren met verstreken uren, en rolt zich dan op in een helblauwe deken maar zelfs oud en nieuw wordt uiteindelijk koud als het hete geluk van de avond zinkt, de versheid van één januari verdrinkt in afwezige pijlen en knallen en zelfs met een huis op zijn rug wil ook Maarten terug – al is ginds zijn kamer maar duf en normaal, het behang wordt er, ook op twee januari, tenminste niet plotseling vaal. |
Het stelt wel wat voor hoor. Je hebt je geen makkelijke taak op de hals gehaald met dit gedicht, zoals ik het zie is het op de eerste plaats een sfeerimpressie van de stad en stedelijk leven, van een plek om te leven en om je leven lang bij je te dragen. En dan is "De schildpad" een geslaagde titel, vind ik. Verder introduceer je het nieuwe jaar in je laatste strofe en dan lijkt het opeens daarover te gaan, of toch de jaarwisseling in relatie tot de stad. Hierdoor voelt het wel aan alsof de eerste twee strofes meer introductie zijn, en dan vind ik dat te lang voor die laatste strofe. Anders gezegd, het is thematisch niet heel erg gebalanceerd.
Zoals ik al impliceerde is het lastig om nog iets vernieuwends over de stad te schrijven. Dat lukt je op sommige plaatsen goed, maar hier en daar is het ook wat minder geslaagd. Algemeen gezegd is het meer effectief als je je concentreert op het kleine dan op het grote. Klinkt vaag? Dan zal ik het even concretiseren a.d.h.v. een voorbeeld. "Pim in de stad is de stad." (quote 1) Dat is heel wat, wat je daar zegt. Maar het zegt lang niet zoveel over de stad als de geconcentreerde beelden die je ergens anders schetst, bijvoorbeeld in de laatste paar zinnen: "en zelfs met een huis op zijn rug wil ook Maarten terug – al is ginds zijn kamer maar duf en normaal, het behang wordt er, ook op twee januari, tenminste niet plotseling vaal." (quote 2) Die eerste quote had heel goed gepatst in een ander gedicht denk ik, maar hier komt het beladen over. Je kan er zo ontzettend veel verschillende kanten mee op die je geen van allen ooit bedoeld had, en dat is in deze context wel jammer. Misschien bewaren en een nieuw gedicht van maken. Of het gedicht zo ver uitbreiden dat zo'n grote zin (in al zijn kleinheid) tot zijn recht komt. Die tweede quote betekent veel meer in dit gedicht, tenminste wat mijn interpretatie betreft. Het is een mooi beeld, verbindt alle thema's die je hebt aangesneden en rond het gedicht mooi af. Tot zover dan een korte analyse en interpretatie, ik wil ook nog wel even wat concreets erover zeggen. Er zitten een aantal mooie dingen in, maar ook een paar zinnen die er zomaar staan en die je wat mij betreft ook wel anders had kunnen formuleren (of helemaal had kunnen weglaten): "dreunt door smalle gangen naar buiten een gast achterna maar laat hem alleen als de deuren zich sluiten" "Pim sist en hij bonkt in de verte en Maarten" "zodat Maarten zijn schaduw steeds over het duister heen struikelt maar die loopt zich sloompjes wel weer verticaal." Niet dat het nou zulke slechte stukjes zijn, maar ze hadden anders en beter gekund, jij had van die stukjes meer kunnen maken. Oh ja, en ik vind je hoofdlettergebruik hypocriet! |
Ik vind het leuk:) en heb verder op dit moment niets zinnigs te zeggen eigenlijk, maar wilde even zeggen dat ik het leuk vind:o
Bovendien heeft Reynaert al een heleboel gezegd, en voor zover ik dat op dit moment -half slapend en hoofdpijn negerend- in me op neem, ben ik het wel met hem eens. |
@ Reynaert, dank je wederom voor je uitgebreide commentaar:).
Het gedicht gaat eigenlijk niet over de stad - het gaat over de persoon in het gedicht, over Maarten. De stad en de jaarwisseling zijn eigenlijk alleen de context. Dat Pim de stad is is groot om te zeggen ja, maar ik bedoelde eigenlijk alleen maar dat als de hoofdpersoon terugdenkt aan de stad en de avond, dat Pim daar dan een personificatie van is. Moeilijk uit te leggen, het is een gevoel dat ik vaak heb als ik terugdenk aan bepaalde (niet altijd geheel nuchtere, wilde, onstuimige) avonden. En ja, je hebt gelijk, mijn hoofdlettergebruik is hypocriet:P. Ik wilde geen hoofdletters maar ik vond de namen zonder hoofdletters weer zo lelijk, ik was er nog niet helemaal over uit. En Raise dank je wel:P. |
Dat het gedicht eigenlijk niet over de stad zou gaan maar over de persoon Maarten kan je natuurlijk best zo bedoeld hebben, maar volgens mij heb je de karaktertekening van je personages in zo'n grote mate van hun context af laten hangen dat die context eigenlijk de boventoon is gaan voeren. Maar ja, misschien is het ook wel allemaal hetzelfde, zijn je personages de context geworden en je context de personages, en misschien had je dan toch gelijk met "Pim in de stad // is de stad".
|
en Maarten
slaapt op de stationsvloer de trein dichterbij. vind ik geniaal. En verder ook de eerste strofe met de stad die de gast achterna dreunt (maar als de deuren dichtvallen is de man alleen). De derde strofe vind ik een beetje te zwaar, de eerste twee zinnen zijn nog wel goed maar wat daarna komt voelt aan als een te lange zin in een boek, waar je de eerste keer overheen leest, en de tweede keer tevergeefs probeert te begrijpen. Er zitten te veel afzonderlijke beelden in, en om er iets van te snappen stel ik het me voor als een pagina in een stripboek, elke zin een afzonderlijke tekening, aan elkaar geplakt met ellipsen. De plotselinge rijm aan het eind vind ik ook overbodig, het neemt veel van de sfeer van het gedicht weg. |
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 07:14. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.