Scholieren.com forum

Scholieren.com forum (https://forum.scholieren.com/index.php)
-   Huiswerkvragen: Klassieke & Moderne talen (https://forum.scholieren.com/forumdisplay.php?f=10)
-   -   Nederlands grammatica (https://forum.scholieren.com/showthread.php?t=1761699)

lil nora xx 03-07-2009 22:13

Nederlands grammatica
 
hooooi ben nora

en ik vind nederlands echt de moeilijkste taal vooral de grammatica.

Benoem alle voornaamwoorden uit de volgende zinnen

1. Ieder jaar gaan Peter en Sandra op wintersportvakantie

2. Ze gaan steeds naar dezelfde plaats, die zij ondertussen beschouwen als hun vaste vakantieplek.

3. Soms nemen zij een paar neefjes en nichtjes mee, wat die altijd erg leuk vinden.

4. Wie zou dat niet leuk vinden?

5. In welke periode deze vakantie valt, wordt door hen elk jaar opnieuw vastgesteld.

welke ze persoonlijk,betrekkelijke,bezittelijk,aanwijzend,vragend,onbepaald voornaamwoorden?

en zijn ze bijvoeglijk gebruikt worden of zelfstandig.

En waarom bijvoeglijk gebruikt of zelfstandig.



Maak de zinnen correct af.

1. Ik vermoe... dat vel... docenten vinden dat zij hun leerlingen veel moeten leren.

2. Dat word... ook van.... (hen of hun?) verwacht.

3. Sommige... halen altijd hoge cijfers, ander... niet.

4. Er is iets, .... ik niet begrijp.

5. Hij zegt dat .... (u of uw?) huis mooier is dan dat van .... (jou of jouw?).

6. In de wetenschap worden de grenzen steeds verleg....

7. Het bestuderen van dit hoofdstuk kos...e u vast veel tijd.

8. U hebt dan ook veel geleer...

9. Het meisje, .... danseres wil worden, vin... haar lerares aardig.

10. Jij verbeter.... ...(jou of jouw) fouten heel goed.

alvast duizendmaal dank!

weet iemand of er een nederlandse grammaticale correctie machine op het net is?

flyaway 05-07-2009 00:11

Probeer het zelf eens, er is genoeg uitleg op internet te vinden. En dan kunnen wij helpen met verbeteringen, of als je het niet snapt.

lil nora xx 05-07-2009 11:46

Maak de zinnen correct af.

1. Ik vermoed dat veld docenten vinden dat zij hun leerlingen veel moeten leren.

2. Dat wordt ook van hun verwacht.

3. Sommigen halen altijd hoge cijfers, anderen niet.

4. Er is iets, wat ik niet begrijp.

5. Hij zegt dat uw huis mooier is dan dat van jouw.

6. In de wetenschap worden de grenzen steeds verlegt

7. Het bestuderen van dit hoofdstuk kostte u vast veel tijd.

8. U hebt dan ook veel geleerdt

9. Het meisje, dat danseres wil worden, vindt haar lerares aardig.

10. Jij verbetert jouw fouten heel goed.

Dit snap ik wel weet niet of ik het allemaal goed heb.

lil nora xx 05-07-2009 13:39

Benoem alle voornaamwoorden uit de volgende zinnen

1. Ieder jaar gaan Peter en Sandra op wintersportvakantie

2. Ze gaan steeds naar dezelfde plaats, die zij ondertussen beschouwen als hun vaste vakantieplek.

3. Soms nemen zij een paar neefjes en nichtjes mee, wat die altijd erg leuk vinden.

4. Wie zou dat niet leuk vinden?

5. In welke periode deze vakantie valt, wordt door hen elk jaar opnieuw vastgesteld.

welke ze persoonlijk,betrekkelijke,bezittelijk,aanwijzend,vragend,onbepaald voornaamwoorden?

en zijn ze bijvoeglijk gebruikt worden of zelfstandig.

En waarom bijvoeglijk gebruikt of zelfstandig.

1. Ieder onbepaald voornaamwoord weet niet cker of het zelfstandig wordt gebruikt.

2. Ze persoonlijk voornaamwoord
zij persoonlijk voornaamwoord
hun bezittelijk voornaamwoord

3. zij persoonlijk voornaamwoord
die betrekkelijk voornaamwoord zelfstandig gebruikt

4. wie vragend voornaamwoord zelfstandig gebruikt
dat betrekkelijk voornaamwoord zelfstandig gebruikt

5. welke betrekkelijk voornaamwoord bijvoeglijk gebruikt
deze aanwijzende voornaamwoord bijvoeglijk gebruikt ( wijst naar 'vakantie')
hen persoonlijk voornaamwoord zelfstandig gebruikt
elk onbepaald voornaamwoord zelfstandig gebruikt

lil nora xx 05-07-2009 13:45

ik snap het niet echt hoe je onderscheid kan maken aan wat bijvoeglijk of zelfstandig wordt gebruikt.

ook kan ik niet altijd de voornaamwoorden uit elkaar houden, er zullen dan vast veel fouten inzitten.

kan iemand me aub helpen/coriggeren?? xx nora

xiaoli 06-07-2009 07:32

1. Ik vermoed dat vele docenten vinden dat zij hun leerlingen veel moeten leren.

2. Dat wordt ook van hen verwacht.

3. Sommigen halen altijd hoge cijfers, anderen niet.

4. Er is iets, wat ik niet begrijp.

5. Hij zegt dat uw huis mooier is dan dat van jou. (het zou wel zijn: jouw huis)
6. In de wetenschap worden de grenzen steeds verlegd (voltooid deelwoord)

7. Het bestuderen van dit hoofdstuk kostte u vast veel tijd.

8. U hebt dan ook veel geleerd. (voltooid deelwoord)
9. Het meisje, dat danseres wil worden, vindt haar lerares aardig.

10. Jij verbetert jouw fouten heel goed.

June bug 06-07-2009 09:19

Moet het bij 4 niet 'dat' zijn? Betrekkelijk voornaamwoord? Je zou nl. ook zeggen: 'Er is een jongen die ik niet begrijp.' en niet 'Een jongen wie ik niet begrijp.'

xiaoli 06-07-2009 10:11

Het betrekkelijk voornaamwoord wat wordt in de meeste taaladviesboeken wél als juist beschouwd in de volgende gevallen:
1. Na een onbepaald woord als iets, niets, alles of het enige:
o Ik zoek iets wat weinig ruimte inneemt.
o Er is niets wat me nog interesseert.
o Dat is het enige wat ik nog wilde zeggen


http://www.onzetaal.nl/advies/watdat.php

Simone222 10-07-2009 18:15

In zin 2 is ook DIE een voornaamwoord, een betrekkelijk voornaamwoord.

Rationeel 10-07-2009 18:56

en in zin 9 mag zowel dat als die, omdat het in een bijzin staat :)

ingewikkeld ding dat betrekkelijk voornaamwoord.

lil nora xx 15-07-2009 20:09

Citaat:

Rationeel schreef: (Bericht 29446302)
en in zin 9 mag zowel dat als die, omdat het in een bijzin staat :)

ingewikkeld ding dat betrekkelijk voornaamwoord.

kijk jij ben er denk ik best goed in

lil nora xx 15-07-2009 20:20

wie zit hier fouten?

Zoek alle werkwoorden in de volgende zinnen op. Vermeld of zij als zelfstandig werkwoord, als koppelwerkwoord of als hulpwerkwoord zijn gebruikt en vermeld ook of het een persoonsvorm, infinitief of voltooid deelwoord is.

1. Het heeft vandaag de hele geregend.
2. Die man met die hoed is mijn oudoom.
3. Haar nichtje wil later pedicure worden.
4. De kamer wordt donker door dit behang.
5. Is hij vandaag nog naar kantoor gegaan?

Zelfstandig werkwoord Hulpwerkwoord Koppelwerkwoord

1. geregend (voltooid deelwoord) heeft(pv)
2. is (pv)
3. wil (pv) worden(infinitief)
4. wordt (pv)
5. gegaan (voltooid deelwoord) is (pv)

lil nora xx 15-07-2009 20:24

1. geregend = zelfstandig ww
heeft= hulp ww

2. is = zelfstandig ww

3. wil = hulp ww
worden = zelfstandig ww of koppel ww?? is de zelfstandig ww altijd in een zin met werkwoorden aanwezig?

4. wordt = zelfstandig ww

5. gegaan = zelfstandig ww
is = hulp ww

Rationeel 15-07-2009 20:38

Citaat:

lil nora xx schreef: (Bericht 29466656)
1. geregend = zelfstandig ww
heeft= hulp ww

2. is = zelfstandig ww

3. wil = hulp ww
worden = zelfstandig ww of koppel ww?? is de zelfstandig ww altijd in een zin met werkwoorden aanwezig?

4. wordt = zelfstandig ww

5. gegaan = zelfstandig ww
is = hulp ww

de vorige waren goed, hier zitten wat foutjes.

een hulpwerkwoord vind je altijd samen met een zelfstandig werkwoord. de ene keer is het zelfstandige werkwoord een voltooid deelwoord, de andere keer een infinitief.

heeft, wil en is (1, 3 en 5) zijn dus hulpwerkwoorden.
de andere werkwoorden in die zinnen zijn dus zelfstandig (geregend, worden, gegaan)

als een werkwoord een eigenschap koppelt aan het onderwerp (man IS oudoom, kamer WORDT donker) dan is het een koppelwerkwoord.

zijn, worden, heten etc. kunnen koppelwerkwoorden zijn.

:)

lil nora xx 15-07-2009 20:59

Citaat:

Rationeel schreef: (Bericht 29466734)
de vorige waren goed, hier zitten wat foutjes.

een hulpwerkwoord vind je altijd samen met een zelfstandig werkwoord. de ene keer is het zelfstandige werkwoord een voltooid deelwoord, de andere keer een infinitief.

heeft, wil en is (1, 3 en 5) zijn dus hulpwerkwoorden.
de andere werkwoorden in die zinnen zijn dus zelfstandig (geregend, worden, gegaan)

als een werkwoord een eigenschap koppelt aan het onderwerp (man IS oudoom, kamer WORDT donker) dan is het een koppelwerkwoord.

zijn, worden, heten etc. kunnen koppelwerkwoorden zijn.

:)

wow dat is snel gedaan!

lil nora xx 15-07-2009 21:29

kan iemand hier correcties doorvoeren.

zet de volgende zinnen om in passieve of actieve zinnen( als dat mogelijk is). let op de spelling van persoonsvorm en voltooid deelwoord!

1. Deze sommen worden door weinig leerlingen goed gemaakt.
2. De glazenwasser wast bij ons de ramen.
3. Zijn auto wordt steeds vuiler.
4. Zij veegt haar stoep iedere dag.
5. Haar man verwent haar altijd.

mijn antwoorden:

1. Door weinig leerlingen worden deze sommen goed gemaakt.

2. Bij ons wast de glazenwasser de ramen.

3. niet aanwezig

4. Haar stoep veegt zij iedere dag

5. Zij verwent haar man altijd.

lil nora xx 15-07-2009 21:30

Citaat:

lil nora xx schreef: (Bericht 29467056)
kan iemand hier correcties doorvoeren.

zet de volgende zinnen om in passieve of actieve zinnen( als dat mogelijk is). let op de spelling van persoonsvorm en voltooid deelwoord!

1. Deze sommen worden door weinig leerlingen goed gemaakt.
2. De glazenwasser wast bij ons de ramen.
3. Zijn auto wordt steeds vuiler.
4. Zij veegt haar stoep iedere dag.
5. Haar man verwent haar altijd.

mijn antwoorden:

1. Door weinig leerlingen worden deze sommen goed gemaakt.

2. Bij ons wast de glazenwasser de ramen.

3. niet aanwezig

4. Haar stoep veegt zij iedere dag

5. Zij verwent haar man altijd.



aub!!

xiaoli 15-07-2009 22:06

1. Weinig leerlingen maken deze sommen goed.
2. De ramen worden bij ons door de glazenwasser gewassen.
4. Haar stoep wordt iedere dag door haar geveegd.
5. Zij wordt altijd door haar nam verwend.

lil nora xx 17-07-2009 13:54

Wie ziet hier schoonheidfoutjes?

zoek het volledige gezegde uit de volgende zinnen op en vermeld of hier sprake is van een werkwoordelijk of een naamwoordelijk gezegde.

1. De wolf met de zeven geitjes is een bekend sprookje.

is = ww gez een bekend sprookje = nw deel is een bekend sprookje = nw gez


2. Ook tegenwoordig worden groenten ingemaakt.

worden ingemaakt = ww gez geen nw deel en nw gez?


3. Deze deelnemer zal ongetwijfeld de winnaar worden.

zal worden = ww gez de winnaar = nw deel zal de winnaar worden = nw gez


4. Wij hebben vanochtend over het strand gewandeld.

hebben gewandeld = ww gez over het strand = nw deel hebben over het strand gewandeld = nw gez


5. Tot zijn grote vreugde is hij voor het examen geslaagd.

is geslaagd = ww gez voor het examen = nw deel is voor het examen geslaagd = nw gez

lil nora xx 17-07-2009 14:17

Citaat:

lil nora xx schreef: (Bericht 29472688)
Wie ziet hier schoonheidfoutjes?

zoek het volledige gezegde uit de volgende zinnen op en vermeld of hier sprake is van een werkwoordelijk of een naamwoordelijk gezegde.

1. De wolf met de zeven geitjes is een bekend sprookje.

is = ww gez een bekend sprookje = nw deel is een bekend sprookje = nw gez


2. Ook tegenwoordig worden groenten ingemaakt.

worden ingemaakt = ww gez geen nw deel en nw gez?


3. Deze deelnemer zal ongetwijfeld de winnaar worden.

zal worden = ww gez de winnaar = nw deel zal de winnaar worden = nw gez


4. Wij hebben vanochtend over het strand gewandeld.

hebben gewandeld = ww gez over het strand = nw deel hebben over het strand gewandeld = nw gez


5. Tot zijn grote vreugde is hij voor het examen geslaagd.

is geslaagd = ww gez voor het examen = nw deel is voor het examen geslaagd = nw gez


somebody?

lil nora xx 17-07-2009 14:18

Ontleed de volgende zinnen in onderwerp, gezegde ( vermeld het soort gezegde) en voorzetselvoorwerp (hoeft niet altijd aanwezig te zijn).

1. Ik vertrouw steeds op mijn intuitie.
2. Ben jij vertrouwd met computers?
3. Willem is in een goed humeur.
4. Lilian is erg benieuwd naar de uitslag.
5. Zij hebben heel lang op hun gasten gewacht.

mijn antwoorden:

zin 1:
ond: ik
ww gez: vertrouw
nw gez: vertrouw op mijn intuitie
vzvw: op mijn intuitie

zin 2:
ond: jij
ww gez:vertrouwd
vzvw: met computers

zin 3:
ond: Willem
ww gez: is
nw gez: is in een goed humeur.
vzvw: in een goed humeur

Zin 4:
ond: Lilian
ww gez: is benieuwd
nw gez: is erg benieuwd
vzvw: naar de uitslag

zin 5:
ond: zij
ww gez: hebben gewacht
nw gez: hebben op hun gasten gewacht
vzvw: op hun gasten.

lil nora xx 17-07-2009 14:18

Citaat:

lil nora xx schreef: (Bericht 29472725)
Ontleed de volgende zinnen in onderwerp, gezegde ( vermeld het soort gezegde) en voorzetselvoorwerp (hoeft niet altijd aanwezig te zijn).

1. Ik vertrouw steeds op mijn intuitie.
2. Ben jij vertrouwd met computers?
3. Willem is in een goed humeur.
4. Lilian is erg benieuwd naar de uitslag.
5. Zij hebben heel lang op hun gasten gewacht.

mijn antwoorden:

zin 1:
ond: ik
ww gez: vertrouw
nw gez: vertrouw op mijn intuitie
vzvw: op mijn intuitie

zin 2:
ond: jij
ww gez:vertrouwd
vzvw: met computers

zin 3:
ond: Willem
ww gez: is
nw gez: is in een goed humeur.
vzvw: in een goed humeur

Zin 4:
ond: Lilian
ww gez: is benieuwd
nw gez: is erg benieuwd
vzvw: naar de uitslag

zin 5:
ond: zij
ww gez: hebben gewacht
nw gez: hebben op hun gasten gewacht
vzvw: op hun gasten.


voor de slimmeriken


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 13:13.

Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.