![]() |
Verhoudingen (BRUGKLAS)
Hallo allemaal
Ik zit nu in de brugklas, op havo/vwo niveau en ik krijg wiskunde les op VWO niveau. Nu heb ik een vraag: Ze vragen: "Nikita, Maarten en Stefan krijgen van hun tante een bedrag van €4000,-. Ze verdelen het in de verhouding 4 : 3 : 1. Hoeveel krijgt elk?" Daarnaast staat een uitleg: "€4000 verhouding 4 : 3 : 1 Verdeel het bedrag in 4 + 3 + 1 gelijke delen. Zo'n deel is 4000:8=500 euro." Ik snap niet precies wat ik moet doen, en ik snap de uitleg niet. Alvast bedankt, Anoniem |
Volgens mij bedoelen ze dat Nikita een vierde deel krijgt, Maarten een 3e deel en Stefan 1 deel. Als je al die delen bij elkaar optelt kom je op 8/8 uit. 8/8 stelt het totaal voor. Dus 4000 is 8/8. Om te kunnen berekenen hoeveel ieder krijgt, moet je eerst weten wat 1 deel is van 8/8. Ze hebben dat al eigenlijk voorgekauwd, want dat is natuurlijk 500.
Dan krijgt Nikita: 4000/800=500*4=2000. Dan krijgt Maarten: 4000/800=500*3=1500. Dan krijgt Stefan : 4000/800=500*1=500. Hoop dat dit geholpen heeft. |
Citaat:
Sorry, wiskunde is mijn slechtste vak, maar wat bedoeld u met Nikita krijgt een vierde deel Waarvan krijgt zij een vierde deel? Van die 4000, dan is het tog 4000:4=1000 |
Ja zoiets, maar je kan het ook zo zien. Die 4000 is een taart, die taart snij je in 8 stukjes(delen). Ieder deel is 500 waard. Als nikita 4 delen krijgt, dan krijgt hij 2000, want 4 delen zijn in feite 500+500+500+500 en dat is dan 2000. Snap je het nu wel?
En als nikita 4 delen krijgt, dan blijven er 4 delen(stukjes) over, die 4 delen worden verdeeld onder Maarten en Stefan. Maarten krijgt 3 delen(stukjes) en Stefan krijgt 1 deel(stuk). Zo duidelijk? |
Ja, bedankt ik snap het nu!
|
Mooi zo:D.
|
Sorry, maar ik heb nog een laatste vraag:
Als ik wil berekenen hoeveel 1 stukje van de taart is moet ik dus de verhouding bij elkaar op tellen (ik neem als voorbeeld 1 stukje van de taart) Dus als de verhouding 5 : 2 : 8 is, is dan 1 stukje van de taart 15? |
Citaat:
Even terug naar de oorspronkelijke opgave: Nikita, Maarten en Stefan krijgen van hun tante een bedrag van €4000,-. Ze verdelen het in de verhouding 4:3:1. Je verdeelt het totaal (€4000,-) dus in 4+3+1 = 8 stukken, dus in 8 delen die ieder €500,- zijn, dus Nikita krijgt 4·€500,- = €2000,-, Maarten krijgt 3·€500,- = €1500,-, en Stefan krijgt 1·€500,- = €500,- |
Citaat:
ik ben lij dat je hebt geholpen ik snap het het nu wel! groetjes. en dankje |
Citaat:
|
Succes(y).
|
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 01:34. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.