![]() |
Kind
Lichtgele voetjes, hoe die klinken, zo 's avonds laat nog door het huis;
ze had wel uren kunnen zitten, hoe ze ritmisch met de klokken speelden koe-koek, koe-koek, iemand thuis? En de muren mochten altijd bruin zijn en bedekt met tekeningen. Maar als je kind weg is – waar blijf je dan? Als je denkt dat hij naast je staat als je hem het uitzicht van de kerk wil laten zien of de polder waar je door naar school moest fietsen, jij zo oud als hij zou zijn. En je handen, je muren en je klokken blijven alle leeg, zo zonder kussen op zijn bed en op je wangen, zachtjes gaan de paardenvoetjes, trippel trappel trippel trap, Piet waar staat het kinderschoentje? stippel stappel stippel stap. En zijn schoen zetten en zingen en ieder jaar weer minder tekeningen om erin te doen. Maar nu gelooft hij toch niet meer; hij is te oud geworden trippel trappel trippel trap. |
Mooi hoor, Etmakas!
Het enige wat ik wel een klein beetje jammer vind aan het gedicht is dat je na de tweede strofe ineens begint met "trippel trappel trippel trap en stippel stappel stippel stap"... Want het gedicht begint heel diep en serieus, zelfs een tikkeltje bedroefd. "Trippel trappel trippel trap, etc." past voor mijn gevoel niet in het gedicht. Maar misschien is het juist jouw bedoeling het gedicht iets kinderlijks te geven? |
Dank je! En dat was expres, ja. Want het gaat in feite over de dood van een kind, dus het leek mij heel gepast om er iets kinderlijks in te stoppen. Maar vind je dat het ritmisch wel in het gedicht past?
|
Gaat over de dood van een kind? Dat had ik er niet uit gehaald. Maar nu je zegt zie ik wel hoe je het bedoelt.
Ik vind het niet zo'n sterk gedicht als ik het vergelijk met je andere gedichten. Het is naar mijn gevoel niet beschrijvend gevoel. Ik interpreteerde het als een gedicht over een kind dat ouder wordt en uit huis gaat en zelfs met die (verkeerde) interpretatie kreeg ik de duidelijke beelden. Het gedicht voelt alsof je iets nieuws geprobeerd hebt en ik weet niet wat ik daarvan vind. Misschien moet ik eraan wennen, maar dit gedicht bevalt mij niet zo. |
Ik vond het heel duidelijk eigenlijk. Daarnaast vind ik het een heel mooi gedicht, het greep me wel echt aan.
Maar zelf zou ik niet kiezen voor het trippel trappel etc, alhoewel ik het op het eind wel sterk vond. Maar het aanhalen van Piet en dan het liedje, ik snap de bedoeling, maar toch ben ik er zelf ook geen fan van. Wat ik wel heel mooi vind is het "constant denken aan je kind en wat als" Dat vind ik wel heel sterk en ik heb geen kind en ik zie het voorlopig ook nog zeker niet komen, maar ik kan nu al verdrietig worden van je gedicht en bang zijn dat mijn kind dood gaat. |
Citaat:
Te weinig beelden - mja. Dat kan ik natuurlijk moeilijk eens of oneens met je zijn, want ik heb het zelf geschreven, en als je zelf iets schrijft heb je er altijd een beeld bij. Denk ik. (althans, ik kan me niet herinneren dat ik ooit iets heb geschreven zonder beeld. Het lijkt me ook heel moeilijk.) Maar ik zal eens kijken waar ik er meer in kan stoppen. :y Of de beelden die ik er bij had duidelijker kan maken. En het nieuwe uitproberen - ja! Dat is ook precies waarom ik hem gepost had. Ik weet zelf eigenlijk niet precies wat er nieuw aan is (sowieso is de nananana bij deze anders :cool:), maar ik weet ook nog niet of het me bevalt. Ik denk de redelijk grove manier van er een kinderliedje ingooien, of zo, en nog iets wat ik niet kan plaatsen. Een sfeer, of zo. Ik heb de indruk dat ik normaal gewoon dingen schrijf die... hoe zeg je dat? Meer bosachtige dingen of ouderwetsekamerachtige dingen. En deze is meer vanuit een dichtgevoel geschreven. Het is een beetje moeilijk uit te leggen wat dat is, een dichtgevoel, maar mja. dat. En dank je voor je reactie! :y<3 Citaat:
Ennn verder - dat liedje. Ik weet ook niet of ik van dat soort dingen houd, dus, maar ik was wel benieuwd of het binnen zijn soort wel klopte. :y En bedankt voor reactie! :) |
Versie twee! Hij is een beetje snel-snel, maar toch:
Kind Lichtgele voetjes, hoe die klinken, zo 's avonds laat nog door het huis; hoe de gang dan kraakt en hoe ze met getik van zware klokken speelden koe-koek, koe-koek, iemand thuis? En de muren mochten altijd bruin zijn, grof zijn en bedekt met tekeningen. Maar als je kind weg is – waar blijf je dan? Als je denkt dat hij naast je staat als je hem het uitzicht van de kerk wil laten zien of de lege polder waar je door naar school moest fietsen, jij zo oud als hij zou zijn. En je handen, je muren en je klokken blijven alle leeg, zo zonder kussen op zijn bed en op je wangen, zijn muur was bruin, maar wordt nu geel; je had het verven nog niet af maar wel al halverwege. Wat is verf dan water wat gekleurd was, geelbruingroen, en wat is kleur dan kinderhanden of de lichtjes die de zon gooit in zijn haar. En later nog, duizend jaar later of honderd of vijf, later kun je weer opnieuw beginnen; hij had gezegd dat hij op geel wel uitgekeken was. Nu moet het rood, een meisjeskleur, je zet zijn spullen aan de kant: de knuffels door de dvd's die jij voor zijn verjaardag gaf. Je legt een matras op de gang, hij kan niet slapen bij de verf. Je verft. |
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 12:34. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.