Scholieren.com forum

Scholieren.com forum (https://forum.scholieren.com/index.php)
-   Huiswerkvragen: Exacte vakken (https://forum.scholieren.com/forumdisplay.php?f=17)
-   -   [BIO] Genetica (https://forum.scholieren.com/showthread.php?t=1859746)

Uomi 19-05-2012 11:11

Genetica
 
Ik ben aan het oefenen voor het eindexamen biologie en bij de volgende vraag begrijp ik het antwoord niet.

Citaat:

De allelen van het AB0-systeem zijn IA, IB en i. Individuen met het genotype IAIB hebben bloedgroep AB. Individuen met het genotype ii hebben bloedgroep 0.
Twee grootmoeders behoren elk tot bloedgroep 0 en de beide grootvaders behoren elk tot bloedgroep AB.
Hoe groot is de kans dat hun kleinkind bloedgroep B zal hebben?
A. 1/16
B. 5/32
C. 3/16
D. 1/4
E. 5/16
Nu had ik een kruisingsschema gemaakt. De kinderen van de grootouders hebben of genotype IAi óf genotype IBi. Nu heb ik nieuwe kruisingsschema's gemaakt van
IAi x IAi
IAi x IBi
IBi x IBi

Bij de eerste kruising ontstond geen enkel kleinkind met bloedgroep B, bij de tweede was dat er één en bij de derde zijn dat er drie. Omdat de derde twee keer voorkomt, is dus 7/16 kans op bloedgroep B. Omdat het kind een vader en een moeder heeft, heb ik 7/16 maal 7/16 gedaan, waar 49/256 uit komt. Dit is echter een antwoordmogelijkheid. Het goede antwoord moet antwoord E zijn, maar ik heb geen idee hoe ik daaraan zou moeten komen. Zou iemand me dat uit willen leggen?

_Ruth_ 19-05-2012 12:47

Hoi,

Ik ben het even nagegegaan, en wat jij zegt klopt (ik denk ik controleer dat even voor de zekerheid).
Van alle 16 mogelijke kleinkinderen, zijn er 7 met bloedgroep B.
Vervolgens heb ik gekeken hoe je van 7/16 bij 5/16 komt.
Dit krijg je als je 7/16 vermenigvuldigt met 5/7. Ik kan je alleen niet vertellen hoe ze daaraan komen, maar misschien dat er bij iemand een lichtje gaat branden bij het getal 5/7?

Diamera 19-05-2012 13:16

Citaat:

Uomi schreef: (Bericht 32550071)
Ik ben aan het oefenen voor het eindexamen biologie en bij de volgende vraag begrijp ik het antwoord niet.



Nu had ik een kruisingsschema gemaakt. De kinderen van de grootouders hebben of genotype IAi óf genotype IBi. Nu heb ik nieuwe kruisingsschema's gemaakt van
IAi x IAi
IAi x IBi
IBi x IBi

Bij de eerste kruising ontstond geen enkel kleinkind met bloedgroep B, bij de tweede was dat er één en bij de derde zijn dat er drie.

Tot hier ga je goed, maar het is de tweede die twee keer voorkomt, niet de derde. Dan heb je inderdaad uit alle 16 mogelijkheden 2*1/16 + 3/16 = 5/16 combinaties die bloedgroep B opleveren.

Je hoeft volgens mij niets meer met kans vader x kans moeder te doen, omdat het geen genfrequenties zijn. Je hebt de 'kruising' zeg maar al verwerkt bij het uitschrijven van die kruisingsschema's. In ieder geval houd je dan 5/16 als kans.

nightrise 19-05-2012 13:16

Eerst maak je een kruisschema en daarkomt uit dat de ouders iIA*iIA ,2x iIA*iIB, iIA*iIB kunnen hebben.

Van die 4 opties ga je weer kruisschema's maken.
Dan kom je bij iIA*iIA uit op 0 vd 4 bij 2x iIA*iIB op 2 vd 8 en bij iIB*iIB op 3 van de 4. Dan (0+2+3)/(4+8+4)= 5/16 dus antwoord E.
Snap je het nu of moet ik het proberen nog wat uitgebreider uit te leggen.

Uomi 19-05-2012 13:57

Citaat:

Diamera schreef: (Bericht 32550417)
Tot hier ga je goed, maar het is de tweede die twee keer voorkomt, niet de derde. Dan heb je inderdaad uit alle 16 mogelijkheden 2*1/16 + 3/16 = 5/16 combinaties die bloedgroep B opleveren.

Oh, wat stom dat ik dat verkeerd om deed :facepalm:

Maar bedankt voor de uitleg allemaal. Ik snap het :y

Diamera 20-05-2012 16:57

Ik kom ook ergens niet mee uit bij bio. Het is hetzelfde onderwerp dus ik doe het maar in hetzelfde topic. De spoilers zijn mijn uitwerking, daaronder staat het antwoord dat bij de opgave zat.

1. In een bepaalde populatie kan 84% van de mensen tongrollen. Tongrollen is een erfelijke eigenschap die berust op de aanwezigheid van ten minste één dominant niet X-chromosomaal allel van één allelenpaar.

Hoe groot is de kans dat in deze populatie een kind van twee ouders die kunnen tongrollen, zelf niet kan tongrollen?

Spoiler


Het antwoord moet echter 8% zijn. Hoe komen ze daar dan aan?

Diamera 20-05-2012 17:09

En dezelfde soort opgave:

2. Naast de meer bekende bloedgroepsystemen is er ook het systeem van Kell. In ons land is 8,5% Kell-positief en 91,5% Kell-negatief. De genfrequentie van het recessieve Kell-negatief veroorzakend allel is groter dan van het Kell-positief veroorzakend allel.

Hoeveel procent is de kans dat een kind van een man en een vrouw die beide Kell-positief zijn, Kell-negatief is?

Spoiler


Antwoord moet zijn 24% (afgerond). Ik moet dus iets systematisch fout doen, wie ziet wat ik bij beide opgaven fout doe?

Uomi 20-05-2012 17:13

EDIT: Dit gaat over je eerste vraag.

Ik weet het niet zeker, maar kan het zijn dat je die 84% helemaal niet hoeft te gebruiken?

Er zijn drie mogelijkheden voor ouders die kunnen tongrollen:
Aa x AA
Aa x Aa
AA x AA

Als je deze drie kruisingen uitwerkt, zie je dat bij een totaal aan 12 kinderen 1 kind niet kan tongrollen.
1/12 x 100 = 8,3%.

vlindertje07 20-05-2012 17:48

Ik denk dat je een denkfout maakt door ervan uit te gaan dat die ouders heterozygoot zijn. Ze vragen namelijk hoe groot de kans is dat ouders die kunnen tongrollen een kind krijgen dat dat niet kan. Ouders die kunnen tongrollen kunnen in principe ook homozygoot zijn, dus eerst moet je uitrekenen hoe groot de kans is dat iemand die kan tongrollen heterozygoot is. Die kans is 2pq / (p^2 + 2pq) = 0,48/0,84 = 0,57.
De kans dat alletwee de ouders heterozygoot zijn is dan 0,57*0,57 = 0,32 en de kans dat zij een kind krijgen met qq is inderdaad 1/4, dus 0,08 = 8%.

edit: bij die tweede opgave werkt het idd op dezelfde manier! ;) Eerst de kans berekenen dat iemand die Kells positief is überhaupt heterozygoot is en voor de rest gewoon zoals je het al deed, want dat is verder helemaal goed.


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 00:46.

Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.