Oplossen wiskunde sommen (VWO/HAVO2)
 

Hoi!

Ik heb een vraag over de volgende sommen:

5ab
------
10ab

Wat word dit? en hoezo?
Het antwoord is:
a
--
2


Verder heb ik nog een vraag over dit:
a-1 a-1
----- : ------
3 6

Wat word dit en hoezo?
Het antwoord is:
2


Alvast bedankt !

Hoi nog even een verbetering
Bij die tweede som is het eigenlijk:
a-1 : 3 : a-1 : 6

Ik schrijf het nu even zo omdat de site het automatisch anders opschreef sorry

Als je in teller en noemer van een breuk met hetzelfde getal vermenigvuldigt, kun je teller en noemer door dat getal delen:



Dat werkt ook zo met letters (die feitelijk onbekende getallen zijn):



Bij de breuk kun je teller en noemer delen door 5ab.

Verder is delen door een breuk hetzelfde als vermenigvuldigen met het omgekeerde van de breuk:

Probeer gewoon haakjes te gebruiken:
(5ab)/(10ab) Hierover kan geen onduidelijkheid ontstaan.

Bij de 2de kan je het eventueel zo opschrijven (hoe meer haakjes hoe duidelijker het wordt!):

a-1/3 : a-1/6
(a-1)/3 : (a-1)/6
((a-1)/3) / ((a-1)/6)

Als deel en maal operator worden meestal '/' en ' * ' gebruikt.

het antwoord van de eerste is 1/2 ipv a/2.
Want: zowel boven als onder de streep staat een a. Deze vallen tegen elkaar weg. Dit geldt ook voor de b. Dan blijft over 5/10 en dit is 1/2.