kansberekening [stochasten]
 

Okeej ik heb net een SE meetkunde, periodieke bewegingen en kansberekening gehad. Nu ging alles heel makkelijk tot bij de kansbereking, ik snapte er echt nix van :o

Er zijn 2 dobbelstenen, daarmee wordt gegooid. Daarbij telt de laagst gegooide waarde als stochast. Als het 2 dezelfde zijn, dan telt de som van de beide stenen, voorbeeld:
F(3,3)=6, f(3,1)=1

1a) Stel de kansverdeling op
Dit lukte nog
1b) Geef de verwachting en de standaardafwijking
eh...E(F)=np=2x maar welke kans:S

mocht je bij 1a en 1b geen antwoord hebben neem dan voor E(F)=3 en SD(F)=2

1c) Bereken VAR(G)
Als stochast G=5F+3

1d) Bereken VAR (G)
Als stochast G= F+F+F+F+F+F

1e) Bereken SD (G)
Als G= (F+F+F+F+F)/5

Snapte er geen moer van :p :o

De verwachtingswaarde E=n*p mag alleen worden gebruikt bij een binomiale verdeling met n uitkomsten en kans p op succes. In dit geval heb je echter niet met een binomiale verdeling te maken en moet je dus de algemene definitie van de verwachtingswaarde en de standaardafwijking toepassen, die je in het desbetreffende hoofdstuk van je wiskundeboek kunt vinden. Verder kun je gebruik maken van de volgende regels:
- Var(a*X+b)=a²*Var(X)
- SD(a*X)=a*SD(X).

Ja dit soort formules stonden ook op de formulekaart, all1 ik kwam er niet uit