stom vraagje...
 

Hallo mensuhnn ik had een vraagje over een functievoorschrift maar ik weet niet hoe je een kwadraat boven een getal schrijft...weet iemand dat wel?! want ik heb een dringende vraag!!

Hey

Als je een getal dot de tweede of de derde macht wil typen kan je makkelijk.
je typt gewoon je getal en dan druk je op de toets net boven de tab-toets en dan heb je de tweede macht. Voor de derde net hetzelfde, je typt je getal maar je drukt dan op de zelfde toets als de tweede macht maar drukt op die toets zoals je een hoofdletter zou typen.
En anders kan je het typen met een hoedje.
bV. 5^2

owkeee sorrrry zo'n topic stond er al, maar nu heb ik een vraagje, hier een vergelijking:

1. 4*2^1-x=4*1/2*8^x dat wordt:
2. 2^1-x=2*8^x dat wordt:
3. 2^1-x=2*(2^3)^x dat wordt:
4. 2^1-x=2^1*2^3x dat wordt:
5. 2^1-x=2^1+3x dat wordt:
6. 1-x=1+3x dat wordt:
7. -4x=0 dat wordt:
8. x=0

owkee, zo staat ie in mijn boek, maar ik snap twee dingen niet, bij 5 hebben ze namelijk een 2 "weggehaald" begrijp nie hoe dat kan....nou eigenlijk..kan iemand mij alsjeblieft deze vergelijking uitleggen!! Ik snap er nix van!!! http://forum.scholieren.com/frown.gif


[Dit bericht is aangepast door Trisia (18-10-2001).]

bedankt musti, sorry was ff bezig met reply, dus ik had jou reply nie gezien!

[Dit bericht is aangepast door Trisia (18-10-2001).]

Sorry trisia, zou je graag helpen , maar ik ben namelijk ook niet zo goed in die dingen.

2^x = 2^y
x = y

Dit is zo, omdat als je 2 tot een bepaalde macht verheft (dus 2x2x2x2x2x2 etc...) dit aan beide kanten hetzelfde moet zijn.

Zo volgt dus ook uit:

3^(2x-4) = 3^(x-2)
2x-4 = x-2
x = 2

En hierboven dus:
2^(1-x) = 2^(1+3x)
1-x = 1+3x
-4x = 0
x = 0

Dit gaat overigens alleen op als:
-Het grondtal aan beide kanten gelijk is (in dit geval is dus aan iedere kant het grondtal 2)
-De vergelijking in de vorm is van:
2^x = 2^y (2 kan overigens ieder ander getal zijn, zo lang het maar hetzelfde getal is aan beide kanten)

Heej bedankt voor het helpen!!
Maar nu heb ik nog een vraagje:
in mijn boek staat het zo:

1. 3^(x+1)=1/3 wordt:
2. 3^(x+1)=(1/3)^(1) wordt:
3. 3^(x+1)=3^(-1) wordt:
4. x+1=-1 wordt:
5. x=-2

Maar bij 3 maken ze ineens van die 3 ->(1/3)^(1) kan iemand mij uitleggen hoe dit komt?! of hoe je deze som misschien makkelijker kan uitrekenen, want volgens mij staat het veeeel te ingewikkeld uitgelegd! pleaseeee reply!!!

Ok, het gaat om de volgende regel:

3^(-1) = 1/3

Die min die er bij staat, zorgt ervoor dat je 1/x moet uitvoeren.

Dus:

2^(-1) = 1/2

En:

(1/4)^(-1) = 1/(1/4) = 4

Die laatste is misschien wat lastiger te begrijpen, dus daarom leg ik het ff anders uit. Wat je hebt is het getal 1 en dat verdeel je over een kwart. En hoeveel kwarten (1/4'es) gaan er in een geheel? 4 dus.

Waar het bij jouw voorbeeld ff om gaat is dat je moet weten dat als er 1/a staat (a kan dus 1, 2, 3 etc zijn), dat je dat ook kan schrijven als: a^(-1)

Hoop dat je het zo snapt http://forum.scholieren.com/smile.gif

[Dit bericht is aangepast door GinnyPig (19-10-2001).]

aha...hoort daar een regel bij thanx voor de uitleg!! echt cool van je. Nou heb ik nog een vraagje....en daar begrijp ik dus helemaal niets van..misschien dat jij kan/wil helpen, het gaat om het volgende:

er lopeb twee lijnen door een grafiek, er wordt gevraagd om het functievoorschrift te bepalen van f. f is een eerste graadsfunctie, dus: y=ax+b
grafiek gaat door (2,1) -> 1=a*2+b-> 1 (???)
grafiek door (4,2) -> 2=a*4+b

Hoe kun je vanuit hier het functievooschrift bepalen? en klopt die 1 bij de eerste?

Sorry als ik vervelend word, maar ik begrijp echt helemaal geen fuck van wiskunde!!

Als ik het goed begrijp heb je dus een functie f(x) die door 2 punten gaat, nl: (2,1) en (4,2).

In dat geval was je al aardig op weg hoor http://forum.scholieren.com/smile.gif

Uit (2,1) volgt: 1 = a*2 + b
Uit (4,2) volgt: 2 = a*4 + b

De eerste vergelijking ga ik nu schrijven in de vorm van b = ...:

1 = 2a + b
1 - 2a = b

Vervolgens vervang ik bij de 2e vergelijking b door de bovenstaande vergelijking:

2 = 4a + 1 - 2a
1 = 2a
a = 1/2

Ik heb nu a. b krijg ik nu door a bij de eerste vergelijking weer in te vullen:

1 - 2a = b (met a = 1/2)
1 - 2*1/2 = b
b = 0

De formule is dus: f(x) = 1/2x

GinnyPig YOU ARE A GOD!!!
THANNK YOU THANK YOU THANK YOU THANK YOU THANK YOU THANK YOU!!!

no problem http://forum.scholieren.com/biggrin.gif http://forum.scholieren.com/redface.gif