![]() |
Wiskunde A1,2 - Systematische steekproef
Ik heb moeilijkheden met een opgave uit het boek Getal en Ruimte EM/CM 2, de opgave (nummer 29) staat op bladzijde 77 en gaat als volgt:
Uit een groep van 380 personen wordt een systematische steekproef van 5% van de totale populatie genomen. Dit heet een systematische 5%-steekproef. Uit welke nummers bestaat de steekproef? Ga er vanuit dat het toevalsgetal 68 gegenereerd is. Ik dacht zelf gewoon een steekproef onder 19 personen (5% van 380) en dan een stapgrootte van 20, dan bestaat de steekproef dus uit de nummers 8, 28, 48, 68, 88 enz... Een vriendin heeft echter steeds stapjes van 5% gemaakt, dus een steekproef onder 20 personen met de nummers 11, 30, 49, 68, 87 enz... Wat is de juiste manier? Alvast bedankt! |
jij doet het goed:) je vriendin heeft blijkbaar iets vergeten.
steekproefomvang is 5% van 380=19 stapgrootte is 380/19=20 toevalsgetal 68 was al gegenereerd. dus 68+20=88 88+20=108 enz enzo stapgrootte= populatieomvang/steekproefomvang. populatieomvang is 380. steekproefomvang is 5% van 380 :D |
Dankjewel, dan kan ik nu in ieder geval een beetje zekerder mijn schoolexamen wiskunde ingaan... :)
|
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 06:14. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.