Ik heb moeilijkheden met een opgave uit het boek Getal en Ruimte EM/CM 2, de opgave (nummer 29) staat op bladzijde 77 en gaat als volgt:
Uit een groep van 380 personen wordt een systematische steekproef van 5% van de totale populatie genomen. Dit heet een systematische 5%-steekproef. Uit welke nummers bestaat de steekproef? Ga er vanuit dat het toevalsgetal 68 gegenereerd is.
Ik dacht zelf gewoon een steekproef onder 19 personen (5% van 380) en dan een stapgrootte van 20, dan bestaat de steekproef dus uit de nummers 8, 28, 48, 68, 88 enz... Een vriendin heeft echter steeds stapjes van 5% gemaakt, dus een steekproef onder 20 personen met de nummers 11, 30, 49, 68, 87 enz...
Wat is de juiste manier? Alvast bedankt!
Laatst gewijzigd op 26-06-2004 om 15:41.
|