![]() |
wil iemand mij helpen met die opdrachten??
Hoi beste mensen,
Ik heb een paar problemen met de onderstaande opdrachten :s , Wil iemand mij helpen met die?? Alvast bedankt, 1.Men voegt samen 615 mL NaOH-oplossing (32%(m/m), dichtheid 1.35 g/mL). 930 mL NaOH-oplossing (12.0%(m/m), dichtheid 1.13 g/mL) en 405 mL water (dichtheid 1.00 g/mL). Het eindvolume bedraagt 1950 mL. a) bereken de concentratie NaOH in mol/L, en in g/L b) bereken de dichtheid van de eindoplossing in kg/m3 c)bereken het Na-gehalte in ppm 2. Nicotine, een verbinding, die in tabak voorkomt bestaat uit koolstof, waterstof en stikstof. 5.250 mg nicotine werd verbrand, waarbij 14.242 mg koolstofdioxide en 4.083 mg water vrijkomt. Bepaal de empirische formule voor nicotine. Verder bleek uit een ander experiment dat de molmassa van nicotine 160 ± 5 g/mol is. Bepaal hiermee de molecuulformule van nicotine. 3.a) Één molecule van het antibioticum penicillin G heeft een massa van van 5.342*10-21 g. Wat is de molmassa van penicillin G? b) Hemoglobine is een zuurstof transporterend eiwit dat voorkomt in rode bloedcellen, heeft vier ijzeratomen per molecuul eiwit. Dit komt overeen met 0.340%(m/m) ijzer. Bereken de molmassa van hemoglobine. Als vuistregel wordt de gemiddelde molmassa van een aminozuur op 100 g/mol gesteld. Bereken het aantal aminozuren waaruit hemoglobine is opgebouwd. |
ik doe eerst de eerste. Daarna probeer jij de tweede en de derde zelf want anders leer je er ook niks van en ik heb er nu ff geen tijd voor.
okee vraag 1: a) we hebben 615 mL 32% NaOH oplossing met een dichtheid van 1,35 g / mL we weten dus dat volgens de dichtheid 615 mL 615 x 1,35 = 830,25 g weegt. hiervan is 32 massa% NaOH, dus we nemen 32% van 830,25 --> 265,68 g NaOH in 615 mL nu kunnen we met de molaire massa gaan rekenen naar mol / 615 mL: 265,88 / 39,998 = 6,625331267 mol / 615 mL in de andere oplossing passen we dezelfde methode toe en zo vinden we dat 930 mL 12% NaOH met een dichtheid van 1,13 g/mL 3,152857643 mol NaOH bevat. in totaal hebben we nu dus: 6,625331267 + 3,152857643 =9,77818891 mol in NaOH in een volume van 1950 mL de concnetratie NaOH in de nieuwe oplossing is dan: 9,77818891 / 1950 x 10-3 = 5,01 M (200 g / L) b: dichtheid is totale massa / volume dus reken maar uit (water heeft ook een massa !) c: bereken net als percentage alleen vermenigvuldig niet mett 100 maar met 106 Sander |
Citaat:
Citaat:
Citaat:
|
Hartelijk bedankt allemaal :)
nu weet ik het hoe het echt moet. |
2. Nicotine, een verbinding, die in tabak voorkomt bestaat uit koolstof, waterstof en stikstof. 5.250 mg nicotine werd verbrand, waarbij 14.242 mg koolstofdioxide en 4.083 mg water vrijkomt. Bepaal de empirische formule voor nicotine. Verder bleek uit een ander experiment dat de molmassa van nicotine 160 ± 5 g/mol is. Bepaal hiermee de molecuulformule van nicotine.
okee, we willen nu de empirische formule uit gaan rekenen :) 14,242 mg CO2 komt overeen met 3,236082708 x 10^ -4 mol CO2 and dus bevat het nicotine 0,3236082708 mmol C (wet van Proust) 4,083 mg H2O komt overeen met 2,266318828 x 10^-4 mol H2O en dus bevat nicotine 0,4532637656 mmol H (wet van Proust) we weten dat 0,4532637656 mmol H weegt 0,4568898757 mg en we weten ook dat 0,3236082708 mmol C weegt 3,8865353 mg dus samen maakt dit een massa van 4,343425208 mg. --> het aandeel N in nicotine is dus 0,9065747921 mg en dat is 0,0647091215 mmol N in nicotine nu kunnen we de verhoudingen uitrekenen van het aantal mol C,H en N in nicotine: dit levert uiteindelijk de empirische formule C5H7N op. De molmassa van C5H7N is 81,116 g/mol. De werkelijke massa moet rond de 160 g/mol liggen dus dan moet de molecuulformule 2 maal de empirische formule zijn: C10H14N2 ( molmassa is 162,23 g/mol) Sander |
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 20:03. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.