Registreer FAQ Berichten van vandaag


Ga terug   Scholieren.com forum / School & Studie / Huiswerkvragen: Exacte vakken
Reageren
 
Topictools Zoek in deze topic
Oud 02-10-2004, 21:29
biologie
Avatar van biologie
biologie is offline
Hoi beste mensen,

Ik heb een paar problemen met de onderstaande opdrachten , Wil iemand mij helpen met die??

Alvast bedankt,

1.Men voegt samen 615 mL NaOH-oplossing (32%(m/m), dichtheid 1.35 g/mL). 930 mL NaOH-oplossing (12.0%(m/m), dichtheid 1.13 g/mL) en 405 mL water (dichtheid 1.00 g/mL). Het eindvolume bedraagt 1950 mL.

a) bereken de concentratie NaOH in mol/L, en in g/L
b) bereken de dichtheid van de eindoplossing in kg/m3
c)bereken het Na-gehalte in ppm

2. Nicotine, een verbinding, die in tabak voorkomt bestaat uit koolstof, waterstof en stikstof. 5.250 mg nicotine werd verbrand, waarbij 14.242 mg koolstofdioxide en 4.083 mg water vrijkomt. Bepaal de empirische formule voor nicotine. Verder bleek uit een ander experiment dat de molmassa van nicotine 160 ± 5 g/mol is. Bepaal hiermee de molecuulformule van nicotine.

3.a) Één molecule van het antibioticum penicillin G heeft een massa van van 5.342*10-21 g. Wat is de molmassa van penicillin G?
b) Hemoglobine is een zuurstof transporterend eiwit dat voorkomt in rode bloedcellen, heeft vier ijzeratomen per molecuul eiwit. Dit komt overeen met 0.340%(m/m) ijzer. Bereken de molmassa van hemoglobine. Als vuistregel wordt de gemiddelde molmassa van een aminozuur op 100 g/mol gesteld. Bereken het aantal aminozuren waaruit hemoglobine is opgebouwd.
__________________
Bio
Met citaat reageren
Advertentie
Oud 03-10-2004, 10:13
sdekivit
sdekivit is offline
ik doe eerst de eerste. Daarna probeer jij de tweede en de derde zelf want anders leer je er ook niks van en ik heb er nu ff geen tijd voor.

okee vraag 1:

a) we hebben 615 mL 32% NaOH oplossing met een dichtheid van 1,35 g / mL

we weten dus dat volgens de dichtheid 615 mL 615 x 1,35 = 830,25 g weegt.

hiervan is 32 massa% NaOH, dus we nemen 32% van 830,25 --> 265,68 g NaOH in 615 mL

nu kunnen we met de molaire massa gaan rekenen naar mol / 615 mL:

265,88 / 39,998 = 6,625331267 mol / 615 mL

in de andere oplossing passen we dezelfde methode toe en zo vinden we dat 930 mL 12% NaOH met een dichtheid van 1,13 g/mL 3,152857643 mol NaOH bevat.

in totaal hebben we nu dus:

6,625331267 + 3,152857643 =9,77818891 mol in NaOH in een volume van 1950 mL

de concnetratie NaOH in de nieuwe oplossing is dan:

9,77818891 / 1950 x 10-3 = 5,01 M (200 g / L)

b: dichtheid is totale massa / volume dus reken maar uit (water heeft ook een massa !)

c: bereken net als percentage alleen vermenigvuldig niet mett 100 maar met 106

Sander
Met citaat reageren
Oud 03-10-2004, 10:40
mathfreak
Avatar van mathfreak
mathfreak is offline
Citaat:
biologie schreef op 02-10-2004 @ 22:29 :
2. Nicotine, een verbinding, die in tabak voorkomt bestaat uit koolstof, waterstof en stikstof. 5.250 mg nicotine werd verbrand, waarbij 14.242 mg koolstofdioxide en 4.083 mg water vrijkomt. Bepaal de empirische formule voor nicotine. Verder bleek uit een ander experiment dat de molmassa van nicotine 160 ± 5 g/mol is. Bepaal hiermee de molecuulformule van nicotine.
Veronderstel dat nicotine de molecuulformule CaHbNc heeft. Je weet wat de molmassa van nicotine is, dus je kunt berekenen hoeveel mol met 5,250 mg overeenkomt. Bovendien weet je dat nicotine bij verbranding (dus bij een reactie met zuurstof) kooldioxide en water geeft, dus kun je uit de daarbij behorende reactievergelijking via de molverhouding de waarden van a, b en c bepalen, waarmee dus ook de uiteindelijke molecuulformule van nicotine kan worden bepaald.

Citaat:
biologie schreef op 02-10-2004 @ 22:29 :
3.a) Één molecule van het antibioticum penicilline G heeft een massa van van 5.342*10-21 g. Wat is de molmassa van penicilline G?
Maak gebruik van het gegeven dat de molmassa gelijk is aan de massa van een molecuul maal de constante van Avogadro. Zie voor de waarde van de constante van Avogadro tabel 7 van Binas.
Citaat:
biologie schreef op 02-10-2004 @ 22:29 :
b) Hemoglobine is een zuurstof transporterend eiwit dat voorkomt in rode bloedcellen, heeft vier ijzeratomen per molecuul eiwit. Dit komt overeen met 0.340%(m/m) ijzer. Bereken de molmassa van hemoglobine. Als vuistregel wordt de gemiddelde molmassa van een aminozuur op 100 g/mol gesteld. Bereken het aantal aminozuren waaruit hemoglobine is opgebouwd. [/B]
Ga uit van de molmassa van ijzer. Omdat het massapercentage ijzer in hemoglobine bekend is kun je aan de hand daarvan de molmassa van hemoglobine bepalen, en aan de hand van de vuistregel dat de gemiddelde molmassa van een aminozuur 100 g/mol bedraagt, is het aantal aminozuren in hemoglobine te bepalen.
__________________
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel
Met citaat reageren
Oud 03-10-2004, 14:11
biologie
Avatar van biologie
biologie is offline
Hartelijk bedankt allemaal
nu weet ik het hoe het echt moet.
__________________
Bio
Met citaat reageren
Oud 03-10-2004, 20:50
sdekivit
sdekivit is offline
2. Nicotine, een verbinding, die in tabak voorkomt bestaat uit koolstof, waterstof en stikstof. 5.250 mg nicotine werd verbrand, waarbij 14.242 mg koolstofdioxide en 4.083 mg water vrijkomt. Bepaal de empirische formule voor nicotine. Verder bleek uit een ander experiment dat de molmassa van nicotine 160 ± 5 g/mol is. Bepaal hiermee de molecuulformule van nicotine.

okee, we willen nu de empirische formule uit gaan rekenen

14,242 mg CO2 komt overeen met 3,236082708 x 10^ -4 mol CO2 and dus bevat het nicotine 0,3236082708 mmol C (wet van Proust)

4,083 mg H2O komt overeen met 2,266318828 x 10^-4 mol H2O en dus bevat nicotine 0,4532637656 mmol H (wet van Proust)

we weten dat 0,4532637656 mmol H weegt 0,4568898757 mg en we weten ook dat 0,3236082708 mmol C weegt 3,8865353 mg dus samen maakt dit een massa van 4,343425208 mg.

--> het aandeel N in nicotine is dus 0,9065747921 mg en dat is 0,0647091215 mmol N in nicotine

nu kunnen we de verhoudingen uitrekenen van het aantal mol C,H en N in nicotine:

dit levert uiteindelijk de empirische formule C5H7N op.

De molmassa van C5H7N is 81,116 g/mol. De werkelijke massa moet rond de 160 g/mol liggen dus dan moet de molecuulformule 2 maal de empirische formule zijn:

C10H14N2 ( molmassa is 162,23 g/mol)

Sander

Laatst gewijzigd op 03-10-2004 om 21:23.
Met citaat reageren
Advertentie
Reageren


Regels voor berichten
Je mag geen nieuwe topics starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag geen bijlagen versturen
Je mag niet je berichten bewerken

BB code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit

Spring naar


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 18:53.