antwoorden heb ik niet, maar ik kan wel een paar sarcastische definities posten:
gang·baar (bn.)
1 courant, algemeen gebruikt => gewoon
2 (van geld of geldswaardig papier) geldig als wettig betaalmiddel <=> ongangbaar
3 (van koop- of handelswaren) gewild, in trek
4 [techn.] (van schroeven en instrumenten met schroefdraad) de draad met gemak volgend
kom·ma (het, de ~, ~'s)
1 leesteken, aangeduid door een punt met een staartje, dat in het algemeen een korte rust aangeeft, om syntactische delen binnen een volzin van elkaar te scheiden
2 hetzelfde teken als apostrof
3 hetzelfde teken om bij tiendelige breuken de eenheden van de tienden te scheiden => decimaalteken
4 [muz.] het kleinst hoorbare interval