“Treuzel toch niet zo,” zuchtte zijn moeder. “Loop eens normaal door.”
“Ik treuzel niet,” zei het jongetje. Zijn blik was naar beneden gericht, zodat hij zijn voeten en de stoeptegels kon zien.
“Je treuzelt wél,” zei zijn moeder gepikeerd. “Ik ga vast vooruit, ik heb geen zin om twee keer langer dan nodig te lopen.”
“Maar…” even keek het jongetje omhoog naar zijn moeder. “Ik mag niet op de lijnen lopen.”
Zijn moeder ademde zwaar in. “O, hou nu toch eens op met die flauwekul! Dag Michael, ik zie je thuis.” Met driftige passen verhoogde ze haar tempo, maar het jongetje keek niet op of om. Het leek net alsof het hem niets kon schelen. Natuurlijk was het vervelend dat zijn moeder doorgelopen was, nu kon ze hem niet beschermen. Maar ach, zijn moeder begreep er toch niets van, waarschijnlijk kon ze hem helemaal niet beschermen tegen de gruwelijkheden die er zouden gebeuren zodra zijn voeten een lijntje tussen de tegels raakten. Hij wist niet precies wat voor gruwelijkheden het waren, het zou vast erger zijn dan hij zich kon voorstellen. Eigenlijk wilde hij het ook niet weten, hij wilde graag heelhuids thuiskoen. Dat was best gemakkelijk, het enige wat hij ervoor moest doen, was zorgen dat zijn voeten de lijnen niet raakten.
Voor een moment keek hij op, om te kijken of hij zijn moeder nog kon zien. Een glimlach gleed over zijn gezicht toen hij zag dat ze aan het eind van de straat op hem wachtte. Voorzichtig liep hij verder. Nog een paar meter, dan was hij bij zijn moeder.
“Help je me straks met koekjes bakken?” vroeg zijn moeder.
Hij keek op en lachte. “Ja mama, dat is goed.” Heel even vergat hij de lijnen, maar zodra zijn voet de grond raakte, wist hij het weer. Versteend bleef hij staan, zich scherp bewust van de lijn onder zijn voet. “Michael!” gilde zijn moeder ineens. Ze begon te rennen en was in een paar passen bij hem, maar toch nog te laat. Ze kon niet verhinderen dat de bloempot die opeens uit de lucht kwam vallen hard op het hoofd van haar zoon terechtkwam. Het laatste wat ze zag, waren zijn verwijtende ogen. Toen viel hij op de grond en was er enkel bloed.
Hm, toch nog best lastig om een verhaal met als onderwerp "macht" te schrijven.
__________________
Het werkelijke leven is een veel oppervlakkiger gedoe dan men zichzelf bekennen wil. (T. Thijssen)
|