Zomers beeld
In het helder klaterend water
speelt ‘t kleine blonde meisje
zachtjes pratend tegen golfjes
op een mooie blauwe dag.
En ik aanschouw haar naïef spel,
denk aan hoe ik vroeger was.
Zie haar kijken, vrolijk kind nog
d’r aanstekelijke lach.
En o, natuurlijk krijg ik heimwee
ach, ik weet nog hoe het was:
je sloot je ogen en was weg
van de wereld vol verdriet.
Ja, in het helder klaterend water
speelt ’t kleine blonde meisje
tot ze monter op me afrent
vol van vreugd als ze me ziet.
Ben het eigenlijk zelf niet zo eens met de tweede strofe, -en ik aanschouw haar naïef spel-, suggesties? En kritiek, kom maar op, heb nog nooit iets van mezelf gepost. Normaal NIET mijn stijl, dit, maar ik was in een zomerse bui=).
Laatst gewijzigd op 14-04-2005 om 18:17.
|