Zo licht als een veertje
zweef ik op de wind.
Ik weet niet waarheen
maar er is geen verzet
tegen de wind,
de grote natuur,
moeder aarde.
Als je valt vangt ze je op,
nee, ze laat je niet vallen.
Zorgeloos in de lucht,
tussen de wolken,
een zwoele vlaag,
een heerlijke geur,
moeder aarde.
Waar naartoe,
dat weet ik niet.
Zo slaperig en loom,
mijn hoofd is leeg.
Hoe lang ik hier al zweef,
ik heb geen idee,
dat weet ik pas als ik wakker wordt...
(toen ik dit schreef was ik in een slaperige bui, dat zal wel aan het gedicht te merken zijn... Het rijmt niet, maar moet dat persee bij een gedicht, of mag het ook zo als deze zijn?)
__________________
Ik haat Inilth! Maar ik ben terug!
|