Citaat:
	
	
		| bloed schreef op 23-02-2006 @ 20:00 : hi iedereen,
 
 een vraagje uit het boek dat ik niet kan beantwoorden:
 
 Iemand die verziend is, zijn nabijheidspunt ligt 61 cm voor het oog, en zijn vertepunt 58 cm achter het oog.
 a. Bereken de S (lenssterkte)  om het vertepunt naar oneindig te brengen
 b. Bereken het nieuwe nabijheidspunt
 
 
 Wat ik niet snap: Wat is het vertepunt in dit geval? is het de b of de f
 En ook de nabijheidspunt, is het de v of de b??
 
 Alvast bedankt!!
 
 bloed
 | 
	
 Er geldt: S=1/f, waarbij f de brandpuntsafstand van de lens in meter is. Er is gegeven dat het vertepunt 58 cm bedraagt. Om dit vertepunt oneindig ver weg te krijgen moet f 58 cm, ofwel 0,58 m, zijn. Dit geeft een sterkte S=1/0,58 dpt=10/5,8 dpt=5/2,9 dpt=1,7 dpt. Om het nieuwe nabijheidspunt te vinden stel je b=-61 cm en f=58 cm, dus 1/v-1/61=1/58, dus 1/v=1/58+1/61=61/(58*61)+58/(58*61)=119/(58*61), dus v=58*61/119 cm=29,7 cm. Het nabijheidspunt schuift met behulp van de bril dus dichter naar het oog toe. Je stelt dus f=V en b=-N, waarbij V het vertepunt zonder bril en N het nabijheidspunt zonder bril voorstelt.
	
 
	
	
	
	
	
		
		
	__________________
	"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel