Zacht genoegen tussen ons
Beken, jij onbekende
vliegend rondom mijn hart
wees niet bevreesd,
klop op de deur,
Wie weet doe ik wel open
Warme woorden springen,
verwarmen diep in mij
Ik wil niet denken
Verban je uit mijn hoofd
Waar jij onbewust
naar binnen bent geslopen
Drijvend van verlangen,
de wind raast in mij
Zacht kloppend hart, snel
Nachten ongeslapen
Maar als ik opkijk
is het niet jou, die ik zie
En zonder het te beseffen,
de betekenis in zijn volledigheid
aanvaard te laten zijn
Dringt het door, tot diep in mij:
Ik ben verliefd op een illusie
|