Citaat:
Compugreen schreef op 07-06-2003 @ 20:42:
Vraag 1
Hoog aan plafond hangt een katrol, een stevig touw hangt er aan met de twee uiteinden aan de grond, op een paar meter boven de grond hangt aan elk touw een even zware jongen, alles is aanvankelijk in rust
1) één van de twee klimmers probeert hoger te komen dan de andere , zal dit lukken?
Antw: nee
2) Ze beginnen allebei te klimmen , de één sneller dan de andere, wat gebeurt er?
Antwoord: ?????
|
Ehm volgens mij blijven ze op gelijke hoogte hangen, maar gaat er dus meer touw van de ene kant naar de andere, snap je? Die ene klimt wel sneller, maar ze blijven wel evenhoog hangen doordat het evenwicht zich hersteld zegmaar.... ok?
Citaat:
Compugreen schreef op 07-06-2003 @ 20:42:
Vraag 2
ik sleep een slee voort aan een constante snelheid die niet is gegeven, een touw is vastgemaakt aan de voorzijde van de slee en maakt een hoek van 53 graden met de grond; het touw wordt vastgehouden door de trekker van de slee (een mens) De slee en alles wat er op zit is 20,4 kilogram, bereken de grootte van de normaalkracht..... vind ik niet....
|
Huh? Het hele verhaal heeft bijna nix ermee te maken. De normaalkracht staat rechttegenover de zwaarte kracht F
z. F
z= m * g = 20,4 * 9,81
De normaalkracht is dus ook 20,4 * 9,81 maar dan de andere kant op. Toch? Of lees ik ergens overheen?