Citaat:
NN schreef op 10-12-2003 @ 13:45:
En wat dacht jij dan van art. 6:95 BW: "De schade die ... tot schadevergoeding moet worden vergoed bestaat in vermogensschade en ANDER NADEEL ... ." Art. 6:106 BW gaat verder in op ander nadeel dan vermogensschade, lid 1 sub b gaat in op lichamelijk letsel. Er is dus toch wel wat mogelijk lijkt mij.
|
Dat weet ik. In de praktijk is de enige grond relevant voor een procedure voor letselschade art. 6:106 lid 1 sub b slot ('...op andere wijze in zijn persoon aangetast').
Jij weet ook dat in de praktijk schadevordering op grond van dat artikel vaker af- dan toegewezen worden, en dat in de weinige gevallen waarin ze toegewezen worden, de schadevergoeding maar heel matig is.
Ik zeg niet dat er niets mogelijk is, maar als je op 6:106 gaat zitten dan zit je heel erg op het randje. Het is het afvoerputje van de immateriële schadevergoeding. Zoals je weet zijn de eisen die de Hoge Raad eraan stelt niet mals: het moet gaan om een in de psychatrie algemeen erkend ziektebeeld, aan het causale verband wordt zeer zwaar getild enz.
Het is verder compleet onzeker wat de uitkomst van zo'n procedure zou zijn, je kunt er vergif op innemen dat je wederpartij beroep en cassatie aanwendt zodat het erg lang gaat duren, en de kans op succes is klein. Ik zie dat niet echt als een valide praktische optie.