Het doet mij denken aan een wat oudere man die in het begin van het gedicht praat over hoe zijn vrouw en hij samen in zo'n klein vissersdorp wonen waar ook daar de vernieuwing toeslaat. Later in het gedicht is hij alleen, hij loopt wat langs de kust en hoopt dat er dan maar een ramp gebeurd; laat alles maar bij het oude blijven. Hij mijmert over vergane tijden, en zou zo graag nog één keer zoiets beleven, maar de fles met het perkament blijft uit. De laatste strofe doet ook vermoeden naar (een) verloren dierbare

. Misschien zijn zijn kinderen al lang het huis uit of in het buitenland, of zoiets. Of is hij een geliefde kwijtgeraakt.
Eerlijk gezegd ben ik nog trots ook op mijn interpretatie, en dat terwijl ik weet dat je er waarschijnlijk iets totaal anders mee bedoelde. Dankje voor het plaatsen van dit gedicht, want ik heb er zeker van genoten. Het is soms wat lastig om door te komen, maar het taalgebruik is mooi en doet me echt aan hierboven denken; een mijmerende herinnering.