De zon tintelt door mijn hart,
wanneer grote zwarte ogen
verbaasd kijken.
Springend door het hoge gras.
Gras, groener dan groen,
gaat weelderig op en neer,
wanneer de wind
zuchtend langsfietst
Maar de wolken zijn achterhaald,
zij blijven binnen,
bevend
en rillend
van de kou,
totdat de zon,
weer brand op mijn snoet,
straalt m'n gezicht,
en weerklinkt een schaterlach,
van kietelend gras.
Wanneer je ouder wordt, krijg je een oogje voor de natuur..
Dus vind je het wat? Beter dan mijn vorige schrijfsel?