Nietszche had ongelijk. We geloven allemaal wat. Sommigen geloven in God en hebben dit beeld van God gesimplificeerd tot een mensachtige, wrede en haatdragende figuur. Sommigen geloven dat zij geen macht hebben over wat gebeurt, en dat God die macht in handen heeft. Anderen geloven dat er niet zo iets is als God en geloven dat ze zelf alles in handen hebben. De waarheid ligt waarlijk in het midden. De mensen die geloven dat er geen God bestaat, zoals 85% van Nederland, geloven vaak alleen in hun eigen lichaam. Een geest is vaak te Christelijk en dat wijzen zij van de hand. Zij leggen daarmee hun vertrouwen juist in een hoogst onbetrouwbaar en nutteloos voorwerp, hun sterfelijke lichaam. Ik geloof wel dat er een geest is. Omdat ik geloof dat ik geschapen ben naar het beeld van God, en omdat ik geloof dat ik mijn kan identificeren met mijn geest, wil ik geenszins menselijke eigenschappen aan God toekennen. God kan niet denken, maar is licht, liefde en puur geluk. God is grootst, juist omdat hij geen macht heeft, en alle macht tegelijk. Namelijk omdat wij, geesten, kinderen zijn van die Goddelijke energie, ergens, tussen ons, die wij zijn. Ons verloop ligt vast, door energinetische reacties bepaald. Natuurlijk hebben we wel macht over ons zelf, echter. Dat we denken dat we macht hebben, ligt namelijk ook al vast in het Goddelijke plan. Het plan is niet eenzijdig. Het is volledig. Het is niet mogelijk een lotsbestemming te zien en dan te denken 'o god wilde het vast zo'. Het is niet mogelijk to cheat fate. Dat is niet mogelijk. Dat we dat denken ligt ook al vast, en dat we het er nu over hebben ook. Dat geeft ons macht en geen macht tegelijk. En dat is misschien wel de charme van het oneindige.
|