voor een koord dat aan 2 uiteinden vast is gebonden krijgen we dus een knoop aan de uiteinden.
We krijgen dan: 1/2 * lambda, lambda, 1,5 * lambda
dus we krijgen dat l = n * 1/2 * lambda met n=1,2,3 enz
dus willen we een formule hebben waarvoor n = 0 ook geldt, dan krijgen we dus in bovenstaand voorbeeldje dat de waarde n = 0 dus overeen komt met 1/2 lambda
--> (0+1) * 1/2 * lambda
de waarde n=2 in de eerste formule moet dan worden:
(1 + 1) * 1/2 * lambda.
kortom:
voor een koord dat aan 2 uiteinden is vastgemaakt geldt:
l = n * 1/2 * lambda (n = 1,2,3 ...) = (n+1) * 1/2 * lamda (n = 0,1,2 ...)
we weten dat v = lambda / T = lambda * f
--> als we een staande golf krijgen waarbij 1/2 lambda optreedt dan hebben we de grondfrequentie.
we kunnen lambda schrijven als:
lambda = 2 * l / (n + 1) (n = 0,1,2,....)
de frequentie wordt gegeven door: f = v / lambda
dus kunnen we de grondfrequentie en de frequenties van de boventonen (dus waar staande golven ontstaan met meer dan 1/2 lambda) berekenen met:
fn = (n + 1) * v / (2 * l) met n = 0,1,2.... waarbij n=0 = grondfrequentie)
Laatst gewijzigd op 23-02-2005 om 21:36.
|