Registreer FAQ Berichten van vandaag


Ga terug   Scholieren.com forum / School & Studie / Huiswerkvragen: Exacte vakken
Reageren
 
Topictools Zoek in deze topic
Oud 07-03-2005, 22:36
ILUsion
Avatar van ILUsion
ILUsion is offline
Nu ben ik niet de gewone poster van de "problemen van de week", maar ik heb wel ergens een probleempje opgevangen waar ik zelf ook het antwoord niet op wist en zelf een wiskundeleerkracht (mijn grootvader) kon ook geen oplossing bedenken hiervoor.
Wat wij ons hier al afvroegen is of het uberhaupt wel oplosbaar was (dus of de lengten wel een trapezium kunnen geven), als er mensen zijn die het wel of niet bestaan van deze figuur kunnen bevestigen, zeker doen Veel plezier ermee

Opgave:
In een trapezium ABCD gelden de volgende lengten, bereken hieruit de hoeken.
1. lengte van de schuine zijde AB is 4
2. lengte van de eerste evenwijdige zijde BC is 2
3. lengte van de andere schuine zijde CD is 6
4. lengte van de tweede evenwijdige zijde DA is 7
5. zoals hierboven al: BC // DA (omdat het een trapezium is, weet je wel)

Tekening:


Gevraagd:
hoek A = ?
hoek B = ?
hoek C = ?
hoek D = ?
__________________
vaknar staden långsamt och jag är full igen (Kent - Columbus)
Met citaat reageren
Advertentie
Oud 07-03-2005, 23:06
Supersuri
Supersuri is offline
Hij is niet moeilijk hoor, denk ik of ik heb het fout

Maak van het trapezium een figuur met 2 gelijke driehoeken door lijn ab en lijn dc door te trekken. (top noemen we t)

bt= 2/7*4 en dt=2/7*6

Daarna is alles uit te rekenen met cosinus regel.

Maar ben te lui om het uit te rekenen. (lees: ben cosinus regel vergeten en te lui die op te zoeken)
Met citaat reageren
Oud 07-03-2005, 23:19
Verwijderd
Ik ben er al wel uit dat het kan.

Je tekent een lijn (7) met aan twee kanten cirkels met stralen 4 en 6. Deze twee cirkels snijden elkaar ergens, en het is ook makkelijk aan te tonen dat er ergens een lijn tussen die cirkels moet zijn met lengte 2, parallel aan de eerste lijn. Ben er nu ook te lui voor
Met citaat reageren
Oud 07-03-2005, 23:37
Supersuri
Supersuri is offline
Citaat:
Supersuri schreef op 08-03-2005 @ 00:06 :




bt= 2/7*4 en dt=2/7*6

is fout sorry, vergat dat 4 niet de hele driehoek zijde van de driehoek is.

bt=2/7*(4+bt)
bt=2/7*4 + 2/7*bt
5/7bt=2/7*4
bt=(2/7)/(5/7)*4

Op zelfde manier ct uitrekenen en dan cosinus regel toepassen.
Met citaat reageren
Oud 08-03-2005, 00:13
Verwijderd
Citaat:
Supersuri schreef op 08-03-2005 @ 00:37 :
is fout sorry, vergat dat 4 niet de hele driehoek zijde van de driehoek is.

bt=2/7*(4+bt)
bt=2/7*4 + 2/7*bt
5/7bt=2/7*4
bt=(2/7)/(5/7)*4

Op zelfde manier ct uitrekenen en dan cosinus regel toepassen.
het was even nadenken hoe je 't bedoelt maar idd klopt.
je gebruikt hier dus de gelijkvormigheid van BCT en ADT. En dan is het een stukje taart. (Engels grapje )
Met citaat reageren
Oud 08-03-2005, 20:53
ILUsion
Avatar van ILUsion
ILUsion is offline
He, ja, dat lijkt me allemaal wel te kloppen (mijn grootvader was ook iets in die richting uitgekomen, maar die kon hij dacht ik niet verder uitwerken). Eerst begreep ik niet goed hoe je aan die waarden kwam, maar natuurlijk is dat door de gelijkvormigheid van de driehoeken, dat je alles kunt schalen op die manier.

Die driehoek lijkt (sorry: is) me perfect oplosbaar, eigenlijk

En ik heb alles ook mooi geconstrueerd gekregen (manueel: alles oké; met Cabri vlotte dit niet zo goed, daar was ik al wel met die cirkels begonnen voor het posten van dit topic, maar veel verder raakte ik niet).

Ik heb vlug eventjes de antwoorden afgemeten, dus mensen die nog berekeningen willen maken, ga u gang!
Het zijn dus afrondingen, geen absolute resultaten!
A= 82.5°
B= 98.5°
C= 136.5 °
D= 42.5°
Samen geeft dat 360°, dus het is in ieder geval een vierhoek
__________________
vaknar staden långsamt och jag är full igen (Kent - Columbus)
Met citaat reageren
Oud 08-03-2005, 21:20
mathfreak
Avatar van mathfreak
mathfreak is offline
Een andere methode is de volgende: trek de hoogtelijnen BP en CQ en
stel AP=x, dan geldt: DQ=5-x. Nu geldt: BP²=AB²-AP²=16-x² en CQ²=CD²-DQ²=36-(5-x)²=36-25+10*x-x²=11+10*x-x². BP=CQ, dus BP²=CQ², dus 16-x²=11+10*x-x², dus 10*x=5, dus x=1/2, dus AP=1/2
en DQ=4 1/2. In driehoek APB geldt: cos(hoek A)=AP/AB=1/8,
dus hoek A=83°. In driehoek CDQ geldt: cos(hoek D)=DQ/CD=9/12=3/4, dus hoek D=41°. In vierhoek ABCQ geldt: hoek(BCQ)=hoek(AQC)=90°,
dus hoek A+hoek B=360°-2*hoek(AQC)=360°-180°=180°,
dus hoek B=180°-hoek A=180°-83°=97°. Uit hoek A+hoek B=180° volgt dat ook geldt: hoek C+hoek D=180°, dus hoek C =180°-hoek D=180°-41°=139°.
__________________
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel

Laatst gewijzigd op 08-03-2005 om 21:23.
Met citaat reageren
Advertentie
Reageren


Regels voor berichten
Je mag geen nieuwe topics starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag geen bijlagen versturen
Je mag niet je berichten bewerken

BB code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit

Spring naar


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 00:27.