Oké, na lange tijd hier weer een compleet verhaal van mij! Wat geschreven is in het dagboek, hoort eigenlijk cursief te zijn, maar ik wist even niet hoe dat moest :-)
Reacties graag
Felrood
Voorzichtig veegde het meisje de stof van het dagboek die ze zojuist onder twee planken van de vloer had gevonden. Het was diep weggestopt en ze had veel moeite moeten doen om het in het donker op de tast te vinden. Haar ogen gleden over de smoezelige kaft. Het was een eenvoudig dagboek, zonder drukke plaatjes, echt iets voor een jongen, als ze al een dagboek bezaten. Langzaam draaide ze aan het sleuteltje dat nog in het slot van het dagboek stak. Toen ze het dagboek opende, stokte haar adem even in haar keel bij het zien van het bekende handschrift, maar meteen daarna raapte ze al haar moed bij elkaar en bladerde er voorzichtig doorheen. De eerste bladzijde was gedateerd op 2 mei 2002, nu bijna drie jaar geleden. Hij schreef over dagelijkse dingen; school, vrienden, uitgaan en sport. Het was grappig om te lezen, maar het was niet wat ze zocht. Snel bladerde ze verder in het dagboek, het bleef allemaal gepraat over koetjes en kalfjes tot ze op de laatste bladzijde kwam. De tekst was slordig geschreven, alsof hij haast had gehad. Overal stonden zwarte krassen en vingerafdrukken. Ze voelde haar hart sneller kloppen en begon met lezen.
23 januari, 2005
Lief dagboek,
Wat ik vandaag heb gedaan, zal niemand me vergeven, zelfs ikzelf niet. Ik ben zo stom geweest, zo ontzettend stom! Ik was de weg totaal kwijt, een paar luttele seconden van onoplettendheid. Ze maakte me ook zo boos! Haar onschuldige lach toen ze het vertelde, haar twinkelende ogen, haar felrode mond, oh God zal het me nooit vergeven! Ik weet niet meer wat ik moet doen, ik ben radeloos. Ik verlies mezelf in een groot zwart meer, ik heb het gevoel alsof ik dood ga, dood moet. Ik wil je alles vertellen, ik MOET je alles vertellen. Alleen dan kan het tot me doordringen wat ik heb gedaan.
De handen van het meisje beefden, er glinsteren tranen in haar ooghoeken. Ze luisterde even of ze iets beneden hoorde, maar het bleef stil. Dit was het moment om het te weten te komen, de laatste kans. Ze ademde even diep in en uit en boog haar hoofd weer over het slordige handschrift.
Het was afgelopen zaterdagavond. Ik zou met Bas, een goede vriend, naar onze stamkroeg gaan. We hadden een super avond en sloegen aardig wat biertjes achterover. Het was druk en ik zag veel bekende mensen. Roos was er niet. Ze was met wat vriendinnen naar de bioscoop en ik zou haar pas morgen weer zien. Dit was voor Bas en mij een goede reden om ons eens te gaan bezatten. We hadden nu immers geen zeurende vriendinnen achter ons aan. Alles ging goed, tot een uurtje of twaalf. Ik sloeg net mijn twaalfde biertje achterover toen ik haar zag. Ze stond in de deuropening en keek zoekend rond. Ze had een rood jurkje aan dat goed paste bij haar rode lippen. Ik vond haar sexy zoals ze daar stond. Plotseling had ze me ontdekt en liep ze naar me toe. Ze keurde Bas, die dronken over de bar hing, geen blik waardig en trok me mee de kroeg uit. Buiten was het lekker koel na de bedompte kroeg en de sterren stonden aan de hemel. Het was het ideale romantische decor voor twee geliefden. Even verderop hoorden we het kabbelen van een riviertje. Toen ik haar naar me toe wilde trekken voor een zoen, rukte ze zich los en deed een stapje naar achter. Ik keek haar vragend aan. Plotseling kwam er een stortvloed van woorden uit haar mond. Ze wilde me niet bedriegen, het stelde niks voor, het was één zoen geweest of eigenlijk één nacht, maar ze hield van mij, niet van die ander. Ik voelde mijn gezicht rood worden, mijn handen begonnen te jeuken. Ik schreeuwde, zij krijste dat het haar speet. Het werd zwart voor mijn ogen, ik hoorde alleen nog maar haar stem, hard en hoog. Ze probeerde me te overtuigen van haar liefde voor mij, pakte me bij mijn arm, maar voor mij was het gebeurd. Mijn hart was gebroken en daarmee ook mijn verstand want voor ik het wist lagen mijn handen rond haar nek. Ze gilde het uit, rukte zich opnieuw los en rende het donker in, richting de rivier. Ik was sneller en voordat ze bij de rivier aankwam had ik haar rode jurkje al te pakken. Een scheurend geluid klonk door de nacht, gevolgd door meer gegil dat tenslotte gesmoord werd door opnieuw twee handen. Dit keer had ik haar nek goed vast en keek ik in twee wijd openstaande ogen. Ze keken me aan vol ongeloof. Haar mooie felrode mond, die ik nooit meer zou kussen, bewogen, alsof ze wat wilde zeggen. Ik drukte verbeten door, maar zei nog steeds niks. Ik voelde de adrenaline door mijn lichaam stromen. Opeens voelde ik dat het lichaam zijn kracht verloor. Haar gezicht was paars aangelopen en vloekte met het jurkje dat gescheurd om haar lijf hing. Ik moest haar laten vallen, want haar lichaam werd te zwaar. Met haar laatste adem stootte ze het vreselijkste geluid uit dat ik ooit had gehoord. Het ging door merg en been. Tranen liepen over mijn wangen. Roos, mijn roos, met haar mooie felrode lippen, haar altijd stralende lach, lag nu dood in mijn armen. Haar lippen lichtblauw. Ik zat daar nog een poosje, haar hoofd in mijn schoot, totdat ik haar voorzichtig in het zwarte water van de rivier liet glijden.
Met een schrok keek het meisje op. Haar ogen flitsten gejaagd van links naar rechts. Met haar mouw veegde ze de tranen van haar gezicht. Opeens voelde deze kamer eng en kil aan. Snel stopte ze het dagboek terug onder de twee planken, klopte het stof van haar broek en wankelde met onvaste stappen de kamer uit, het huis uit.
Op die mooie heldere namiddag liep een jong meisje door het bos. Ze zag er fragiel uit, alsof ze net heel veel te verwerken had gehad. Ik haar armen hielt ze een grote bos bloemen. Ze stopte op een open plek, midden in het bos. Het was een begraafplaats. Met voorzichtige passen liep ze naar een grote steen, verlaten van alle andere stenen. Haar ogen gleden over de inscriptie;
Mees Verschuur
16 mei 1986 – 23 januari
Geen licht en leven meer voor jou
Pijnlijk, ook al heb je daar zelf voor gekozen
Rust in vrede
“Hé broertje,” fluisterde ze. “Kijk, ik heb bloemen voor je meegenomen, felrode rozen”.