Registreer FAQ Berichten van vandaag


Ga terug   Scholieren.com forum / School & Studie / Huiswerkvragen: Klassieke & Moderne talen
Reageren
 
Topictools Zoek in deze topic
Oud 20-09-2001, 18:24
Hallo allemaal,
Ik heb een grooooooooooot probleem, ik zit dit jaar in 5 vwo, dus ik krijg PTA's voor latijnse vertalingen. Ik ben zeeeeeeeer bang want ik kan nog steeds niet goed genoeg vertalen. Ik haal alleen maar onvoldoendes. Heeft een van jullie A.U.B tips over hoe ik moetvertalen.


heeeeeeeel erg bedankt
Met citaat reageren
Advertentie
Oud 20-09-2001, 18:59
Crispijn
Crispijn is offline
Hallo,

(1) Zorg dat je de woorden van de afgelopen jaren echt goed allemaal kent - dus niet op hoeft te zoeken. Echt herhalen en d'rin stampen, al die basiswoorden.

(2) Zorg dat je tenminste goed vertrouwd bent met alle behandelde grammatica. Dus gewoon met het oog hierop oude stof herhalen. Van heel simpel tot waar jullie nu zijn. De werkwoordstijden moet je zonder veel nadenken kunnen herkennen / correct vertalen.

(3) Hoofdzaak is te herhalen. "Repetitio mater studiorum est." Je moet alle tot dusver behandelde leerstof echt BEHEERSEN. Als je moet gaan zitten gissen, dan is er echt iets grondig mis met je basiskennis. Alle ellende ontstaat door lacunes.

(4) Aldus voorbereid kun je te vertalen teksten beter aan. Het is dan enkel nog zaak je goed met nieuwe woorden vertrouwd te maken alvorens het vertaalwerk te beginnen.

~ Crispijn
Met citaat reageren
Oud 22-09-2001, 16:11
Verwijderd
Het helpt ook wel als eerste te beginnen met de hoofdzin te vertalen en als er geen bijzinnen zijn, zoek dan eerst naar de pv voordat je je op de constructies stort.
Met citaat reageren
Oud 23-09-2001, 13:40
Rosali
Rosali is offline
Nauweh,
met een woordenboek ofsow?
Met citaat reageren
Oud 23-09-2001, 15:21
Odicanes Naso
Odicanes Naso is offline
Zo doe ik het altijd:

[1] Ik lees eerst de volledige zin (ook de bijzin!) woord voor woord over (maakt niet uit als je er nog niets van begrijpt).
[2] Vervolgens ga ik op zoek naar de persoonsvorm van de hoofdzin. Ik bekijk eerst met welke tijd en met welke wijze (bedenk dat wanneer je een futurum of futurum exactum vindt, deze nooit in de coniunctief kunnen staan!) ik te maken heb. Dan bekijk ik met welke persoon en welk getal ik te maken heb. Het is hier dus van belang dat je een werkwoord goed kunt analyseren (je moet de kenmerken van de tijden en wijzes dus goed beheersen). Aan de hand van de gevonden persoonsvorm kan blijken of je te maken hebt met (b.v.) een A.c.I. en dan kun je meteen gaan zoeken naar een A (een accusativus) en een I (een infinitivus).
[3] Ten derde kijk ik met wat voor werkwoord ik te maken heb (een tip van mijn docent Grieks, mogelijk een frequent bezoeker van dit forum : een tweeplaatsig of drieplaatsig werkwoord (m.a.w. met hoeveel basisbepalingen kan/moet dit werkwoord minimaal worden uitgerust). Een tweeplaatsig werkwoord is bijvoorbeeld slaan: ik sla jou (bepalingen: onderwerp (nom.) ik, lijdend voorwerp (acc.) jou). Je weet dan onmiddelijk dat je in de hoofdzin moet zoeken naar woorden in de nominativus en de accusativus (m.a.w. je kunt zeer gericht zoeken). Een drieplaatsig werkwoord is geven: ik geef een cadeau aan jou. Door wie (nom.) wordt aan wie (dat.) wat (acc.) gegeven? Ik ga dan dus zoeken naar een nominativus, een accusativus en een dativus. Als je geen woord in de nominativus kan vinden betekent dit vaak dat het onderwerp al eerder is genoemd, de uitgang en/of de context impliceren dan automatisch de vertaling (ik, jij, hij, zij, het, wij, jullie, zij of eventueel u).
[4] Als ik dit gedaan heb, ga ik de zin aankleden met bijwoordelijke en bijvoeglijke bepalingen (m.a.w. ik ga woorden opzoeken die congrueren met een naamwoord of die aan de kenmerken van een bijwoord voldoen opsporen, ook ga ik mogelijke ablativi absoluti (ablabsen) opzoeken).
[5] Als ik de hele hoofdzin vertaald heb, ga ik kijken naar de bijzin. Belangrijk is hoe deze bijzin begint, als deze begint met cum of ut heb je de kans dat de persoonsvorm van die bijzin in de coniunctivus staat (belangrijk voor de vertaling!). Ook kan het voorkomen dat na een vorm van qui aan het begin van een bijzin een coniunctivus volgt. Met dit in je achterhoofd benader je dan de persoonsvorm, voor het vervolg geldt doorgaans hetzelfde als bij de hoofdzin.

Hou in de gaten dat een hoofdzin onderbroken kan worden door een bijzin (of meerdere bijzinnen (!), zoals vaak het geval bij poëzie, als je Ovidius hebt gelezen weet je waarover ik het heb ), je moet een bijzin dus goed kunnen herkennen.

[Dit bericht is aangepast door Odicanes Naso (23-09-2001).]
__________________
Les anciens, monsieur, sont les anciens, et nous sommes les gens de maintenant - Molière.
Met citaat reageren
Oud 24-09-2001, 16:17
Verwijderd
Citaat:
Odicanes Naso schreef:
Zo doe ik het altijd:

[1] Ik lees eerst de volledige zin (ook de bijzin!) woord voor woord over (maakt niet uit als je er nog niets van begrijpt).
[2] Vervolgens ga ik op zoek naar de persoonsvorm van de hoofdzin. Ik bekijk eerst met welke tijd en met welke wijze (bedenk dat wanneer je een futurum of futurum exactum vindt, deze nooit in de coniunctief kunnen staan!) ik te maken heb. Dan bekijk ik met welke persoon en welk getal ik te maken heb. Het is hier dus van belang dat je een werkwoord goed kunt analyseren (je moet de kenmerken van de tijden en wijzes dus goed beheersen). Aan de hand van de gevonden persoonsvorm kan blijken of je te maken hebt met (b.v.) een A.c.I. en dan kun je meteen gaan zoeken naar een A (een accusativus) en een I (een infinitivus).
[3] Ten derde kijk ik met wat voor werkwoord ik te maken heb (een tip van mijn docent Grieks, mogelijk een frequent bezoeker van dit forum : een tweeplaatsig of drieplaatsig werkwoord (m.a.w. met hoeveel basisbepalingen kan/moet dit werkwoord minimaal worden uitgerust). Een tweeplaatsig werkwoord is bijvoorbeeld slaan: ik sla jou (bepalingen: onderwerp (nom.) ik, lijdend voorwerp (acc.) jou). Je weet dan onmiddelijk dat je in de hoofdzin moet zoeken naar woorden in de nominativus en de accusativus (m.a.w. je kunt zeer gericht zoeken). Een drieplaatsig werkwoord is geven: ik geef een cadeau aan jou. Door wie (nom.) wordt aan wie (dat.) wat (acc.) gegeven? Ik ga dan dus zoeken naar een nominativus, een accusativus en een dativus. Als je geen woord in de nominativus kan vinden betekent dit vaak dat het onderwerp al eerder is genoemd, de uitgang en/of de context impliceren dan automatisch de vertaling (ik, jij, hij, zij, het, wij, jullie, zij of eventueel u).
[4] Als ik dit gedaan heb, ga ik de zin aankleden met bijwoordelijke en bijvoeglijke bepalingen (m.a.w. ik ga woorden opzoeken die congrueren met een naamwoord of die aan de kenmerken van een bijwoord voldoen opsporen, ook ga ik mogelijke ablativi absoluti (ablabsen) opzoeken).
[5] Als ik de hele hoofdzin vertaald heb, ga ik kijken naar de bijzin. Belangrijk is hoe deze bijzin begint, als deze begint met cum of ut heb je de kans dat de persoonsvorm van die bijzin in de coniunctivus staat (belangrijk voor de vertaling!). Ook kan het voorkomen dat na een vorm van qui aan het begin van een bijzin een coniunctivus volgt. Met dit in je achterhoofd benader je dan de persoonsvorm, voor het vervolg geldt doorgaans hetzelfde als bij de hoofdzin.

Hou in de gaten dat een hoofdzin onderbroken kan worden door een bijzin (of meerdere bijzinnen (!), zoals vaak het geval bij poëzie, als je Ovidius hebt gelezen weet je waarover ik het heb ), je moet een bijzin dus goed kunnen herkennen.

[Dit bericht is aangepast door Odicanes Naso (23-09-2001).]
t werkt echt! Gegarandeerd een 9.7
Met citaat reageren
Oud 24-09-2001, 20:16
NxDgurl
NxDgurl is offline
Citaat:
Odicanes Naso schreef:
Zo doe ik het altijd:

[1] Ik lees eerst de volledige zin (ook de bijzin!) woord voor woord over (maakt niet uit als je er nog niets van begrijpt).
[2] Vervolgens ga ik op zoek naar de persoonsvorm van de hoofdzin. Ik bekijk eerst met welke tijd en met welke wijze (bedenk dat wanneer je een futurum of futurum exactum vindt, deze nooit in de coniunctief kunnen staan!) ik te maken heb. Dan bekijk ik met welke persoon en welk getal ik te maken heb. Het is hier dus van belang dat je een werkwoord goed kunt analyseren (je moet de kenmerken van de tijden en wijzes dus goed beheersen). Aan de hand van de gevonden persoonsvorm kan blijken of je te maken hebt met (b.v.) een A.c.I. en dan kun je meteen gaan zoeken naar een A (een accusativus) en een I (een infinitivus).
[3] Ten derde kijk ik met wat voor werkwoord ik te maken heb (een tip van mijn docent Grieks, mogelijk een frequent bezoeker van dit forum : een tweeplaatsig of drieplaatsig werkwoord (m.a.w. met hoeveel basisbepalingen kan/moet dit werkwoord minimaal worden uitgerust). Een tweeplaatsig werkwoord is bijvoorbeeld slaan: ik sla jou (bepalingen: onderwerp (nom.) ik, lijdend voorwerp (acc.) jou). Je weet dan onmiddelijk dat je in de hoofdzin moet zoeken naar woorden in de nominativus en de accusativus (m.a.w. je kunt zeer gericht zoeken). Een drieplaatsig werkwoord is geven: ik geef een cadeau aan jou. Door wie (nom.) wordt aan wie (dat.) wat (acc.) gegeven? Ik ga dan dus zoeken naar een nominativus, een accusativus en een dativus. Als je geen woord in de nominativus kan vinden betekent dit vaak dat het onderwerp al eerder is genoemd, de uitgang en/of de context impliceren dan automatisch de vertaling (ik, jij, hij, zij, het, wij, jullie, zij of eventueel u).
[4] Als ik dit gedaan heb, ga ik de zin aankleden met bijwoordelijke en bijvoeglijke bepalingen (m.a.w. ik ga woorden opzoeken die congrueren met een naamwoord of die aan de kenmerken van een bijwoord voldoen opsporen, ook ga ik mogelijke ablativi absoluti (ablabsen) opzoeken).
[5] Als ik de hele hoofdzin vertaald heb, ga ik kijken naar de bijzin. Belangrijk is hoe deze bijzin begint, als deze begint met cum of ut heb je de kans dat de persoonsvorm van die bijzin in de coniunctivus staat (belangrijk voor de vertaling!). Ook kan het voorkomen dat na een vorm van qui aan het begin van een bijzin een coniunctivus volgt. Met dit in je achterhoofd benader je dan de persoonsvorm, voor het vervolg geldt doorgaans hetzelfde als bij de hoofdzin.

Hou in de gaten dat een hoofdzin onderbroken kan worden door een bijzin (of meerdere bijzinnen (!), zoals vaak het geval bij poëzie, als je Ovidius hebt gelezen weet je waarover ik het heb ), je moet een bijzin dus goed kunnen herkennen.

[Dit bericht is aangepast door Odicanes Naso (23-09-2001).]
Eh ja, valt nix meer aan toe te voegen...erg handig...heb ik ook nog wat aan

__________________
~NxDgurl~
Met citaat reageren
Oud 17-10-2001, 15:25
Gus
Avatar van Gus
Gus is offline
De rommelige doch snelle oplossing methode die ik zelf met enige wanhoop altijd probeerde was alle woordjes in de zin vertalen, persoonsvorm en onderwerp opzoeken en dan er iets van maken dat enigszins lijkt te kloppen met de context. Ik haalde mijn eindexamen ermee, hoewel het opvullen van lacunes inderdaad verstandiger is.
__________________
kom dans de hoela met mij
Met citaat reageren
Advertentie
Reageren


Regels voor berichten
Je mag geen nieuwe topics starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag geen bijlagen versturen
Je mag niet je berichten bewerken

BB code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit

Spring naar

Soortgelijke topics
Forum Topic Reacties Laatste bericht
Huiswerkvragen: Klassieke & Moderne talen Frans: hoe vertaal je deze woorden?
bamdiebam
1 24-04-2010 12:37
Huiswerkvragen: Klassieke & Moderne talen hoe moet je iets vertalen
bertinever
6 02-02-2009 17:44
Algemene schoolzaken hoe kom ik de proefwerkweek GOED door?!?!
imy017
11 21-02-2008 17:27
Verhalen & Gedichten Vertaling van dit gedicht
justlikeme!
5 24-02-2006 16:02
Nieuws, Achtergronden & Wetenschap marokkaanse jongeren tegenover joden
THC1
122 13-11-2004 13:03
Huiswerkvragen: Klassieke & Moderne talen Kan iemand me helpen met het gebruik/vertalen van enkele FRANSE woorden
murwari
4 28-02-2003 21:09


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 08:28.