Ja, zo heb ik het inderdaad bedoeld
Ik zit nu wat na te denken. Over de laatste strofe, dus. Een idee:
En ó wat schaamde ik mij, de tiener
om mijn vader, zingend over straat
Hij liep en floot en ó, hij bewoog
zo overdreven, zo genant, zo inadequaat
Blozend met gebogen hoofd liep ik naast hem en
sissend over ongenoegen vloog het heden mij voorbij;
Ik, de tiener, met mijn alsmaar kwade blikken vergat
dat ik later slechts de replica van 'die rare' zou zijn
Van replica werd ik restauratie, een mislukte generatie;
van zingen op straat kwam niet veel terecht
Ik schaam me voor pubers die dúrven te willen
en dansen doe ik 's nachts in de keuken, aan 't -recht.
En ja, het woord adequaat ken ik niet zo goed, vandaar dat ik niet wist hoe de ontkenning was