Ik zal de uitleg + oplossing overtypen van mn boek, wat ik dus niet snap.
Inkomen
Frequentie
0-<20
7
20-<40
25
40-<60
13
60-<80
3
80-<100
1
Mediaan:
Een enkele keer is het een klassegrens die de waarnemingen in twee even grote groepen verdeelt. Deze klassegrens is dan de mediaan. Meestal hebben we dit geluk niet en moet er verder worden gerekend, zoals bijvoorbeeld in bovenstaande tabel. Daar verdeelt klassegrens 40 de waarnemingen in groepen van 7 + 26 = 33 resp. 13 + 3+ 1 = 17. Deze groepen zijn niet even groot, dus de mediaan is kleiner dan 40 (ok). Op dezelfde manier zien we in dat de mediaan groter is dan 20 (ok). De rangnummers (?) v.d waarnemingen in de klasse 20-<40 zijn 8 t/m 33 (?) en voor de bepaling v.d mediaan van 50 waarnemingen moeten we de 25e en 26e middelen (ok). We kiezen nu in de klasse 20-<40 dat getal dat deze klasse zodanig is verdeelt dat de stukken evenredig zijn met de aantallen waarnemingen die links resp. rechts v.d mediaan moeten liggen (wtf?). Dat zijn er hier dus 18 resp. 8 v.d 26 (?). Het getal dat we op deze manier vinden is:
20 + 18/26 x 20 = 33,846
In formule:
mediaan = g + h/(h+k) x b
g = linkergrens vd klasse waarin de mediaan ligt (dus 20)
h = aantal getallen links v.d mediaan in deze klasse
k = aantal getallen rechts v.d mediaan in deze klasse
b = breedte van deze klasse (20 dus)
Wie snapt het?