Okee, dat zal ik dan nu maar uitleggen.
Het gaat over een kind dat door de omgeving (school ed.) zijn speelsheid kwijtraakt, wat zich uit in het gevoel niet meer zomaar dingen te kunnen verzinnen en die om te kunnen zetten in vrolijke woorden. Nooit meer te kunnen vertoeven in zijn eigen wereldje vol fantasie.
En hoe uit zich dat nou in het gedicht?
Als
jouw boeken mijn klanken hebben opgeslokt
en
je kennis mijn ritme heeft weggestopt
Wanneer
je grijnst om mijn vergeten creativiteit
onthul ik de meest gevreesde woorden der
onszijnden ,
't Nooit meer dansen in eigen realiteit.
De verteller (het kind) vertelt hier wat er gebeurd is in de vorm van voorwaarden
De kalenderstreepjes wijzen
ons al aan:
jullie sterven samen elk voor één,
jullie zullen sterven
samen ,
met z'n twee
'De kalenderstreepjes wijzen ons al aan': herinner je je nog die kalender die op de kastdeur hing en waarop je de dagen aftelde d.m.v. van streepjes tot je verjaardag? Nou, daar slaat dit dus op. Verder wordt deze strofe verteld door iemand die niet bekend is, iemand die buiten het kind staat. Hij vertelt dat het kind gedoemd is zijn speelsheid kwijt te raken en dat het kind zoals hij zichzelf kent dus zal 'sterven'.
Alsof een ieder tegen
ons was
een ieder voor
een mij ,
een jij
Hier spreekt het kind weer, wat later. Hij heeft zich gerealiseerd dat het 'meant to be' was om zijn speelsheid kwijt te raken, en probeert de gevoelens van 'toen hij zijn speelsheid verloor' uit te leggen in woorden.
De verklaring voor 'en een ieder voor een mij, een jij' is de volgende: een ons bestaat toch uit een mij en een jij?
rood: staat voor de omgeving
blauw: 't nooit meer kunnen vertoeven in een verzonnen wereld
paars: het kind samen met zijn speelsheid, creativiteit ed.
wit: het kind
lichtblauw: de speelsheid, creativiteit ed.
Is het nu wat duidelijker?
Edit: Oeps, groen vergeten
groen: kinderen