Je kan proberen hoe het eruit ziet als niet álles rijmt. Bijvoorbeeld alleen de tweede en vierde regel van elke strofe, of de eerste en vierde. Dat maakt het meestal iets soepeler omdat het je meer ruimte laat om zinnen te construeren zoals je ze wil, zonder dat je te veel op rijm moet letten.
Je kan ook, wat Ikedea zegt, het gedicht een hele andere vorm geven, waar je niet zo'n strak rijmschema hoeft te gebruiken.
En ipv volrijm kun je ook halfrijm gebruiken. Assonantie werkt meestal net zo goed. (bijvoorbeeld zeven-deken)
Of je moet gewoon veel oefenen met dit rijmschema, zodat het je wat beter ligt, en de rijm niet meer een lastige regel is, maar meer vanzelf gaat.
@ikedea: wat bedoel je met open zinnen?
|