Hier vriest de taal open in
monden met tanden van goud.
We leggen haar neer tussen de stenen.
Kaakspieren spannen zich en vliegensvlug
knipoogt een glimpje gebit naar buiten.
We lachen maar, weten niet dat boven
Onze hoofden gieren cirkels trekken
in het bloed van vermoedelijke
voorgangers.
Zij verdronken ogen in stroompjes
regen op de ramen van
fluisterende wolkenkrabbers.
Bedankt voor jullie reacties.

Ik heb van de hoofdletters kleine letters gemaakt. Dat was inderdaad WORDs schuld.
Ik weet zelf niet zo goed wat ik met "We lachen maar, weten niet dat ..." moet. Het is bedoeld als: we lachen maar. En dan: maar weten niet dat ...
En dan de inhoud van het gedicht. Het is en blijft voor mezelf ook vaag waar het precies over gaat, maar het gaat er een beetje over dat er veel mensen zijn die een beetje met alles meedoen, maar er eigenlijk niet over nadenken, alles logisch vinden. En ja, die worden dan opgegeten door de gieren, nadat ze niet verder gekeken dan hun neus lang is. Alsof er niets dan regen is buiten, als het regent.