Dat ligt aan de context, waarvan je gemakshalve geen voorbeeld hebt gegeven.

Ik kan twee situaties bedenken:
1) Het onderwerp is onzijdig meervoud. Dan is een enkelvoudige persoonsvorm regel. Maar dit is niet typisch Homerisch.
2) Het onderwerp bestaat uit meerdere delen, waarvan het laatste enkelvoudig is. De gedachten van de dichter zijn dan blijven zweven bij dit laatste, enkelvoudige deel, toen de persoonsvorm gestalte kreeg.