Aelc thara the thas min word gehierth and tha wyrcth, bith gelic thaem wisan were, se his hus ofer stan getimbrode. Tha com thaer regen and micel flod, and thaer bleowan windas, and ahruron on that hus, and hit na ne feoll; sothlice, hit was ofer stand getimbrode.
Kan iemand mij hierbij helpen; dit snap ik zo ongeveer wel:
Elk van hen (...) mijn woord gehoord en daar naar handelt (?), (...) net zo wijs zijn, als hij die zijn huis op steen bouwde. Daar komt the regen and (...) de vloed, en daar waaien (of woeien?) winde, en teisterden dat huis, and het (...) valt (of viel?); (...), het was op steen gebouwd.
|