De kubus-opg lijkt me goed.
De driehoek echter niet, want de drieh behoeft niet gelijkbenig te zijn.
Weet je iets van de omtrekshoek in een cirkel?
Je moet beginnen met zijde a=BC.
Construeer het midden D van BC en richt daar een loodlijn d op.
Neem een passer en teken een cirkel met D als middelpunt en DM als straal. Deze cirkel snijdt de loodlijn d in M. (Als alles goed is gegaan, 'zie' je een 'geo-drieh' BCM, die je niet hoeft te tekenen.)
Teken de cirkel met M als middelpunt en MB als straal.
Bekijk nu alle ptn van de cirkel aan de kant van M, een punt P verbonden met BC geeft een hoek BPC van 45° (meet dit); dat is de bewuste omtrekshoek op een boog van 90°.
Nu construeer je een lijn l evenw BC op hoogte h (geg) aan de zijde van M. Deze lijn l snijdt de cirkel in max 2 ptn. Noem één van die ptn A, dan is driehoek ABC de gevraagde drieh en dus zijn er dan twee drieh mogelijk (die overigens congruent zijn). Raakt l (toevallig) de cirkel, dan is drieh ABC gelijkbenig.
Als l de cirkel niet snijdt of raakt is de constructie niet mogelijk
|