Registreer FAQ Berichten van vandaag


Ga terug   Scholieren.com forum / Oude troep / Eropuit!
 
 
Topictools Zoek in deze topic
Oud 26-10-2006, 01:07
professor2
professor2 is offline
Het valt me op dat het in dit forum vooral om de eind bestemming gaat
terwijl het reizen zelf natuurlijk veel belangrijker

vertel daarom hier de verhalven van ondwerweg
Advertentie
Oud 27-10-2006, 22:44
Daantje_0705
Avatar van Daantje_0705
Daantje_0705 is offline
Reisverhaaltje wat ik toevallig nog had liggen van mijn reis van afgelopen, woensdag 25 oktober

Gisteravond kwart voor acht stapte ik in Goes in de trein. Ik was die morgen al van Amsterdam naar Rotterdam gegaan en die middag van Rotterdam naar Goes. Al die tijd ging alles goed. Ik had mijn slaapspullen meegenomen terwijl het de bedoeling was om weer naar huis te gaan 's avonds, maar je weet nooit.......

We reden het station van Kruiningen-Yerseke uit en vlak daarna hoor ik de trein echt keihard en lang tyfoneren, bijna gelijktijdig gaan we vol in de remmen, veel harder dan normaal of bij een snelremming. Met een klap staan we stil. In het donker, midden in de polder. We rijden nog een klein stukje achteruit. Van schrik kijk je om je heen maar iedereen is net zo verschrikt als jij. En tocht wist ik toen eigenlijk al genoeg.

Na een paar minuten riep de conducteur om dat ze *iets* geraakt hadden op de spoorwegovergang, dat de conducteur en de machinist even gingen kijken en dat we meer te horen zouden krijgen zodra zij ook meer wisten. En dan zie je de conducteur door de trein rennen in een fluohesje met verbanddozen, en dan weet je dat het mis is. Terwijl je het ook eigenlijk ergens wel al wist.

Paar minuten later, misschien ook wel langer, op zo'n moment is je tijdsbesef volledig kwijt roept de conducteur om dat de trein een aanrijding had gehad met een auto op de overweg en dat het nu afwachten is hoe lang het zal gaan duren en wat er zal gaan gebeuren.

Ik zat in de allervoorste coupe en na een tijdje zagen we de brandweer met sirene en zwaailichen aankomen rijden. Machinist en conducteur gingen de trein inspecteren om te zien of er niets beschadigd was. Er zou een nieuwe machinist komen. De brandweer ging een tentje op zetten in de berm. Twee vrouwen vroegen of ze wat frisse lucht konden krijgen omdat de luchtverversing (en de verwarming) in de trein stil gevallen was. De conducteur zette de deuren open. De brandweer kwam koffie in de trein brengen. Vier grote kannen vol, een tupperwaredoos vol met suikerklontjes, een pak koffiemelk, een paar flessen water en een fles siroop voor de kleintjes. Ondertussen kregen we te horen dat de persoon in de auto het overleefd had. En met zoiets slaat de sfeer gelijk om. Je weet dat je daar vast zit en geen kant op kan. Op elkaar aangewezen ben. De brandweer en de conducteur schonken koffie in en zo werd het toch nog best wel gezellig, voor zover dat mag en kan met zoiets. De koffie smaakte goed want ik had het zo verschrikkelijk koud gekregen.

Een uur later gingen ze testrijden om te kijken of de trein niet dusdanig was beschadigd dat ie niet meer verder kon rijden. Dat ging allemaal goed. De nieuwe machinist arriveerde en een uur en een kwartier later konden we heel voorzichtig weer verder rijden. In de tussentijd had de brandweer de auto van het spoor gekregen en heel goed voor ons, gestrande reizigers gezorgd. Op weg naar Bergen op Zoom kwamen ze vragen waar je heen moest om eventueel taxi's en/of bussen te regelen omdat de tijd toch aardig doortikte. In Roosendaal moesten we overstappen op een ander treinstel en bleef de 9524 zielig alleen achter. Ben benieuwd wanneer ik hem weer zie rijden.

Een uur en een kwartier later dan gepland kwam ik dan eindelijk aan op Rotterdam centraal. Ik kan er niet eens mee zitten. 'Je maakt nog eens wat mee' is in dit geval best wel toepasselijk. Gelukkig is het allemaal goed afgelopen. Anders krijgt zo'n avond toch ineens een heel ander tintje. Het is niet de eerste keer dat ik zoiets meemaak en volgens mij maak ik verhoudingsgewijs best een hoop 'rare' dingen mee met NS. Ik vind het echt klasse hoe we zijn opgevangen en geinformeerd. Echt alle lof voor de NS en de mannen van de brandweer!
__________________
~ God's own existence is the only thing whose existence God's action does not explain ~ | You are the symbol of too much thinking...
Oud 11-11-2006, 17:11
*** Sido ***
Avatar van *** Sido ***
*** Sido *** is offline
deze is wel van 25 nov 2005 maar goed


Al veel vaker naar Toronto gevlogen maar dit was de eerste keer dat de vlucht via de VS zou gaan. Ik was daarom ruim op tijd. Ik kwam bij de incheckbalie en het bleek dat mijn koffer 800 gram te zwaar was en of ik niet even er iets uit wou halen. Dit weigerde ik, vervolgens kwam de supervisor er aan te pas en na lang gezeur mocht ik dus mijn koffer inchecken, maar werd heavy gelabeld.

Wat rond gelopen op Schiphol en toen naar de gate. Na de security check mocht ik in de wachtruimte. Redelijk snel mocht ik instappen.

Het vliegtuig, een Boeing 767, oogde extreem oud. Maar goed, wat doe je er aan. Ik weet dat US Airways vanaf Frankfurt nieuwe Airbus A330’s gebruikt, maar helaas niet op de route Amsterdam-Philadelphia. Ik zocht mijn stoel in economy class op, maar opeens werd ik gevraagd ergens anders plaats te nemen, daar baalde ik wel weer van, want ik had opeens geen gangpad meer (terwijl ik het wel had gereserveerd).

We vertrokken op tijd en de redelijk oude bemanning kwam langs met wat drinken en een snack. Ook werd het entertainment programma gestart, er werden 3 films geprojecteerd op 1 groot scherm. Toen ik dat zag, was ik even verbaasd…de laatste keer dat ik zoiets had gezien was 10 jaar geleden (maar misschien dat ik altijd het geluk heb gehad dat ik altijd in wat nieuwere vliegtuigen heb gevlogen). Op zich verder geen problemen, het eten was redelijk (niet te veel van verwachten) en na ruim 8 uur vliegen landen we op het vliegveld van ‘Philly’.

Op het vliegveld stonden er mensen klaar met drugshonden, maar daar heb je verder geen last van. Na de douane (waar ik vrij snel doorheen kwam, circa 15 minuten wachten) mijn koffers opgehaald en die weer ergens anders afgegeven.

Omdat ze aan het verbouwen waren was een bepaald deel van het vliegveld niet bereikbaar en moesten we via de terminal weer ergens langs om naar de bussen te komen. Weer door de security checks, toen een bus genomen en naar de gate gelopen. Eenmaal daar aangekomen bleek mijn vlucht vertraagd te zijn.(wegens slecht weer). Ik heb me verder goed vermaakt in de gate/terminal; winkels en eetgelegenheden genoeg.

De vlucht naar Toronto was slecht. Het was een kleine jet met dertig plaatsen en omdat het weer zo slecht was, mocht zelfs de stewardess niet van haar plaats. Dus geen service ‘what so ever’ op die vlucht. Daarnaast had ik stoel 1a. En daar wil je echt niet zitten: naast je een klein keukentje en voor je een muur. Dus bijna geen beenruimte. Maar deze vlucht duurde maar 1 uur en het uitzicht op Toronto bij nacht was echt schitterend. Eenmaal aangekomen in Toronto hadden ze vergeten die blaadjes uit te delen die je moet invullen voor de Canadese douane. Dus ik die nog eerst snel invullen. Vervolgens snel door de douane heen gekomen.

Al met al was ik best tevreden. US Airways is een goedkopere maatschappij waar je niet veel van hoeft te verwachten. Dus hou je verwachting laag, en dan valt alles reuze me
__________________
Steady as the goes.....
Oud 12-11-2006, 11:53
Verwijderd
Citaat:
Daantje_0705 schreef op 27-10-2006 @ 23:44 :
Reisverhaaltje wat ik toevallig nog had liggen van mijn reis van afgelopen, woensdag 25 oktober
ik zou een ghostwriter in de arm nemen de volgende keer .

Laatst gewijzigd op 12-11-2006 om 11:56.
Oud 12-11-2006, 16:15
*** Sido ***
Avatar van *** Sido ***
*** Sido *** is offline
ik snap hem niet...
__________________
Steady as the goes.....
Oud 12-11-2006, 17:17
Verwijderd
'Van schrik kijk je om je heen maar iedereen is net zo verschrikt als jij. En tocht wist ik toen eigenlijk al genoeg.
en dan weet je dat het mis is. Terwijl je het ook eigenlijk ergens wel al wist.'
Oud 14-11-2006, 16:01
Daantje_0705
Avatar van Daantje_0705
Daantje_0705 is offline
Citaat:
MetalliCat schreef op 12-11-2006 @ 12:53 :
ik zou een ghostwriter in de arm nemen de volgende keer .
Hoezo? Wat is er mis met dat stukje wat je citeert?
__________________
~ God's own existence is the only thing whose existence God's action does not explain ~ | You are the symbol of too much thinking...
Oud 15-11-2006, 18:26
Ivo
Ivo is offline
Ik ben naar aanleiding van dit topic maar eens begonnen met het in bits omzetten van mijn vreemdste reis. Ik zit nu alleen al op 4 kantjes A4 in word, dus het wordt wat langer als ik had verwacht. Ik zal het hier plaatsen zodra ik de hele heenreis heb beschreven (Bussum-Salou met de auto).
Oud 22-11-2006, 21:12
Ivo
Ivo is offline
Wat later dan verwacht, en wat langer dan verwacht. Neem er dus even de tijd voor om het te lezen.

Mijn meest memorabele reis is ook alweer een tijdje geleden. Om precies te zijn begon deze reis op donderdag 2 juni 2005, de dag van mijn laatste eindexamen.
Hoewel ik nog een biologie examen te maken had, heb ik op woensdag 1 juni geen tijd besteed aan m’n boeken. Ik had wel wat anders aan m’n hoofd, namelijk de voorbereidingen van mn reis naar Salou. Nee, ik had niet zo’n bekende reis met touringcar of vliegtuig naar een hotel vol jongeren met als hoofddoel bier drinken in de vele discotheken en kroegen. Mijn hoofddoel was het bezoeken van de “Internationale Mini Meeting” (IMM) , die van 3 tot en met 5 juni 2005 zou plaatsvinden in Salou. Nu zullen de meeste mensen die dit lezen zich afvragen wat een IMM precies is. Kort samengevat is het een grote bijeenkomst van Mini-rijders uit heel Europa, die elk jaar ergens anders plaatsvindt. Ja ik heb dus een Mini, een echte classic uit 1984 die me naar Salou moest brengen. Een afstand van 1700 kilometer, die ik zo snel mogelijk volbracht wilde hebben. Aan zo’n reis begin je niet in je alleen. Mijn partner in crime, uiteraard ook een enthousiaste Mini-rijder die ik ook nog eens via scouting bleek te kennen, had ik al een paar maanden eerder gevonden.
Maar ik dwaal wat af. Terug naar de dag voor mijn laatste eindexamen. M’n boeken lagen verlaten op m’n bureau terwijl ik druk bezig was met het bij elkaar zoeken van kleding, een slaapzak, een kussen, toiletspullen en nog wat andere persoonlijke bagage. Vervolgens na wat heen en weer bellen over wat we hadden afgesproken over wie de tent, pannen, gaspit enzovoorts zou meenemen en ik daarvan mijn deel bij elkaar had gesprokkeld van zolder
was het tijd om aan de auto zelf te denken. Eerst maar even naar het tankstation om de benzinetank te vullen en de bandjes goed op te pompen. Vanwege een erg kleine benzinetank en soms grote afstanden tussen de tankstations ook maar gelijk een kleine jerrycan met benzine gevuld. Op 1700 kilometer kan er heel wat gebeuren met een 21 jaar oud autootje, dus wilden we ook wat gereedschap meenemen. Weer wat heen en weer bellen om te zorgen dat we beiden wat gereedschap mee konden nemen zonder ruzie te krijgen met onze vaders. Aan het einde van de middag leek alles wel geregeld en lag er een flinke berg met spullen op m’n kamer. Bij het zien van deze hoeveelheid begon ik stiekem te twijfelen of alles wel in de Mini zou passen, maar dat zou de volgende dag pas blijken. Het was nu eerst tijd voor wat ontspanning en ik besloot vroeg naar bed te gaan.

De volgende ochtend ging mijn wekker om 9 uur, ondanks dat het eindexamen pas om 13.30 uur zou beginnen. Niet om nog in de boeken te duiken, maar om alle spullen die op m’n kamer lagen in te laden in de auto. De achterklep zat al snel vol, meer dan het gereedschap, de reservebenzine, een goed krik, een grote kan olie en koelvloeistof en een setje as steunen ging er niet in. De ‘normale’ bagage die je meeneemt als je gaat kamperen moest dus een plek vinden op de achterbank. Toen mijn deel daar lag, vond ik de stapel schrikbarend hoog. Als het zich uit de binnenspiegel maar niet zou worden ontnomen als ook de rest er bij lag, want mijn buitenspiegeltjes waren echt alleen maar voor de sier. Het leek mij geen pretje om 1700 kilometer zonder fatsoenlijk zicht naar achteren te rijden. Maar dat zou pas na mijn eindexamen blijken. Het was eerst tijd voor een goede lunch om vervolgens met de auto naar school te gaan. Daar kwam ik ruim op tijd aan, tijdens de pauze van de lagere klassen die nog wel gewoon les hadden, en parkeerde ik mijn auto op het schoolplein op ‘mijn’ plekje tussen het noodlokaal en een rij paaltjes die ooit de afscheiding vormden van een basktebalpleintje. Geen enkele andere auto kon daar staan, alleen een Mini paste er precies tussen. Ook waren er al een paar klasgenoten aanwezig op het schoolplein. Ik kreeg dan ook van alle kanten vragen over wat ik van plan was, aangezien de bagage op de achterbank duidelijk zichtbaar was. Door het steeds weer in het kort vertellen van mijn plannen voor na het examen, ging de wachttijd snel voorbij en kon ik plaatsnemen in de examenzaal. Het examen biologie begon om klokslag 13.30 uur en we hadden er 3 uur de tijd voor. Ik had er geen minuut voor geleerd, maar dat had ik nog nooit gedaan voor het vak biologie. Goed meedoen tijdens de lessen was voor mij genoeg om voor alle toetsen een voldoende te halen. Ook dit eindexamen ging me met gemak af, en ik was al na ongeveer veertig minuten klaar met alle vragen. Nadat ik al mijn antwoorden nog een keer had gecontroleerd had ik om 14.30 uur echt niets meer te zoeken in de examenzaal. Van de surveillant kreeg ik toestemming om de zaal te verlaten. Buiten de examenzaal heb ik direct mijn reisgenoot gebeld die een kwartiertje later met z’n eigen Mini op het schoolplein stond. We zijn toen snel naar huis gereden om de spullen over te laden. Het was even puzzelen om toch nog een redelijk zicht te houden naar achteren, maar uiteindelijk waren we tevreden. Ook hadden we nog even van autoradio gewisseld, zodat we in mijn auto onderweg MP3-cd’s konden afspelen. Na in de supermarkt voldoende eten en drinken ingeslagen te hebben voor de lange reis, reden we om ongeveer 16.00 uur weg. Mijn biologie examen was dus nog bezig, en ik was al aan mijn vakantie begonnen!
En daar rijd je dan, op een zonnige donderdagmiddag aan het begin van de avondspits. Het eerste stukje hebben we binnendoor gereden om een druk knooppunt te mijden. Dat schoot aardig op, ook bij de stad Utrecht reed alles aardig door. Pas bij knooppunt Everdingen stonden we vast op de verbindingsweg van de A27 naar de A2. We hebben ons maar vermaakt met de videocamera en de vele verbaasde blikken van de automobilisten om ons heen. Ons vermaak veranderde alleen al snel in zorgen om de motortemperatuur. Een Mini heeft geen elektrische koelventilator, maar eentje die meedraait op het toerental van de motor. En als je stilstaat draait de motor niet zo snel en heb je ook geen koeling van de rijwind. De temperatuurmeter liep dus steeds verder op en we besloten om de kachel maar aan te zetten en alle ramen open. Dit hielp wel iets, behalve voor onze eigen temperatuur. Gelukkig duurde het oponthoud niet zo heel lang, na een kwartiertje optrekken, remmen en stilstaan reden we op de A2. We reden weliswaar geen 120, maar als je een tijdje hebt stilgestaan ben je ook al tevreden met een snelheid van 80 kilometer per uur. Hoe verder we bij Utrecht verwijderd waren, hoe beter de doorstroming werd. Bij ’s Hertogenbosch en Eindhoven was het vervolgens natuurlijk ook weer erg druk, maar daar konden we toch in redelijk tempo door rijden. Voorbij Eindhoven werd het echt aanzienlijk rustiger op de weg en konden we goed doorrijden. Alleen bij het meest onnozele stuk snelweg van Nederland, dwars door Maastricht, hadden we weer wat oponthoud. Ondertussen zaten we al bijna 2,5 uur in de auto en vonden we het tijd worden voor een goede avondmaaltijd. We besloten dus om een restaurantje op te zoeken, en die vonden we naast de grote gele M langs de A2 in Maastricht.
De bediening was er redelijk vlot, het eten smaakte goed en we genoten nog even van de zon en wat frisse buitenlucht. Ongeveer 3 kwartier later stapten we weer in de auto, nadat ik even naar huis had gebeld om te vertellen dat we Nederland zonder grote problemen waren doorgekomen en we bijna de grens over gingen. Mijn telefoon zette ik dus uit. Omdat het nu nog licht was buiten wilde mijn reisgenoot graag even een paar kilometer rijden, om een beetje aan de auto te wennen. Geen probleem, als ik erna maar weer mocht rijden. We hadden tenslotte afgesproken dat ik de hele avond zou rijden, tot ik echt te moe werd, en dat hij dan de nacht voor z’n rekening zou nemen. Ik had tenslotte al een examenperiode achter de rug en zou het nooit halen om de hele nacht wakker te blijven. Bij de eerst volgende parkeerplaats langs de snelweg kroop ik dus weer achter het stuur. We reden nu in Belgie, en dat was ook goed te merken aan de wegen. Bij de stad Luik was het even goed opletten in de chaos aan wegen om de goede route te vinden, maar we zijn er zonder fout te rijden doorheen gekomen. De benzinemeter was ondertussen aardig gedaald, en we schrokken nogal toen we uit de Franse tekst op een bord begrepen dat we ondertussen het laatste tankstation in Belgie voorbij reden. Een blik op de kaart maakte namelijk duidelijk dat de grens met Luxemburg nog zo’n 100 kilometer verderop was. Op de bestaande tank had ik inmiddels al 300 kilometer gereden, en meer dan 400 kilometer op 1 tank had ik nog nooit gehaald met deze auto. En dat is dan niet vanwege het verbruik, maar vanwege het formaat van de benzinetank. De Ardennen moesten we dus zo zuinig mogelijk doorheen rijden, en daar zag ik vanwege de heuvels flink tegenop. De wegwerkzaamheden, waardoor er telkens kilometers lang maar 1 rijstrook beschikbaar was, waren dit keer geen ergernis maar een uitkomst. Op deze stukken reed het vrachtverkeer namelijk met hooguit 40 kilometer per uur heuvel op, waardoor wij met deze snelheid moesten volgen. Dit was erg goed voor het benzineverbruik. Heuvel af ging het natuurlijk ook goed met een zeer laag benzineverbruik. Gas geven was niet of nauwelijks nodig. Door deze extreme opa-rijstijl schoten we natuurlijk niet echt op, maar het belangrijkste was om het volgende tankstation te halen met de benzine die we nog hadden. Wellicht zou de jerrycan dus van pas komen. Uiteindelijk bereikten we de grens met Luxemburg en zelfs ook het tankstation, zonder gebruik te moeten maken van de jerrycan. Maar veel had het niet gescheeld. We konden de benzinetank van de auto met iets meer dan 31 liter vullen. De inhoud volgens de fabriek is 32 liter. Er zat dus nog minder dan een liter benzine in de tank. Na een rustpauze kroop ik weer achter het stuur, en al snel reden we Frankrijk in. Het werd nu ook donker en wel heel erg rustig op de wegen. We konden dus flink doorrijden. Naast me probeerde mijn reisgenoot zo veel mogelijk te rusten, om het ’s nachts goed vol te kunnen houden, dus reed ik met wat muziek op de achtergrond verder met een legale snelheid. Na nog een korte stop om even de benen te strekken besloot ik om nog 1 etappe te rijden en vervolgens aan m’n nachtrust te beginnen. Het landschap was wat glooiend en dus vond ik het niet raar dat de temperatuur meter langzaam wat op liep. Ik moest het gaspedaal behoorlijk diep intrappen om op snelheid te blijven, dus het motortje moest flink werken. Heuvel af daalde de temperatuur alleen nauwelijks, wat normaal gesproken wel het geval zou moeten zijn. Na nog een paar heuvels stond de temperatuurmeter dusdanig hoog dat ik besloot op de eerste parkeerplaats een tijdje te stoppen om de motor te laten afkoelen.
De parkeerplaats werd gevonden, de motor uitgezet en de koelvloeistof begon te koken. Er kwam een grote stoomwolk onder de motorkap vandaan. Lichte paniek dus, zou de koppakking nog heel zijn of was dit het einde van onze reis? Inspectie onder de motorkap met behulp van een grote zaklamp, de parkeerplaats was immers niet verlicht, leerde ons dat vrijwel alles nat was van de koelvloeistof. Na het laten afkoelen en weer bijvullen van de koelvloeistof hebben we voorzichtig de auto gestart, in de hoop dat de koelvloeistof er niet opnieuw aan alle kanten uitspoot. Gelukkig konden we niks ontdekken en kwamen er ook geen grote rookpluimen uit de uitlaat, dus alles leek nog in orde. Ook konden we geen vreemde bijgeluiden ontdekken. Na nog even een keer het koelvloeistof en oliepijl te hebben nagekeken, besloot ik dat het voor mij laat genoeg was om te gaan slapen. Het was inmiddels 1 uur ’s nachts. Mijn reisgenoot nam het stuur over en ik probeerde wat te slapen. Ondanks dat ik had verwacht dat slapen nauwelijks zou lukken, heb ik toch wat nachtrust gehad. Halverwege de nacht werd ik wakker, omdat de geluiden van de auto veranderden. Er moest gerust en getankt worden door de bestuurder. Bovendien waren we vlak bij een groot knooppunt dus moesten we de routebeschrijving er even bij pakken. Toen we weer verder reden ging het toch fout bij het knooppunt, ondanks dat ik ook probeerde op te letten op de borden. Ik was gewoon niet wakker genoeg. Gelukkig hadden we het wel snel door en zaten we al gauw weer op de goede route. Ik kreeg dus weer de gelegenheid om een paar uur mijn ogen dicht te doen. Ik werd pas wakker toen het alweer licht was. Van de nachtelijke Franse tolwegen had ik dus het meeste gemist. Met een opkomende Zuid-Franse zon steeg de temperatuur snel en ook de motortemperatuur steeg weer. Dit keer besloten we om een kokende motor te voorkomen en zo snel mogelijk een tankstation met parkeerplaats te bezoeken. Ons voornemen lukte en we konden met een gerust hart de auto weer voltanken en aan ons ontbijt beginnen. Nadat we hadden gegeten en onszelf hadden opgefrist was het weer mijn beurt om achter het stuur te kruipen. Maar niet voordat we het koelvloeistofpeil hadden gecontroleerd. En dat was maar goed ook, want dit was veel te laag. De koelvloeistof lekte dus ergens weg, maar waar? De helft van de motorruimte was nat, omdat het ergens langs een draaiend deel weglekte waardoor de vloeistof in het rond werd geslingerd. We konden het lek dan ook niet vinden, laat staan er iets aan doen. Dus besloten we om verder te rijden en bij elke rustpauze de koelvloeistof weer bij te vullen. Helaas lekte de koelvloeistof sneller weg dan dat wij een rustpauze wilden inlassen, en stonden we een kleine 2 uur later weer op een parkeerplaats met een kokende motor. Maar weer even wachten dus, en opnieuw bijvullen. De koelvloeistof die we van huis mee hadden genomen, was nu helemaal op. Dat gaf in elk geval weer wat ruimte in de achterklep. Op naar de grensovergang met Spanje. Dat we daar steeds dichterbij kwamen was te merken. De hellingen werden steeds steiler en langer, met uiteindelijk een hele lange helling met veel bochten en zonder vluchtstrook naar de grensovergang in de Pyreneen. Op deze laatste helling in Frankrijk liep de temperatuurmeter snel op. Te snel… Maar we konden nergens veilig stoppen. In de laatste bocht, vlak voor de douanepost begon de motor een erg rauw geluid te maken en zakte het vermogen weg. We konden nog net uitrollen tot een soort van parkeerplek. Aan de kant van de snelweg waar wij stonden was geen tankstation, dat was pas aan de andere kant van de grens. Wel stond er een klein wisselkantoortje met winkel aan de andere kant van de snelweg. Om daar te komen moesten we alleen wel 1 snelweghelft oversteken. Terwijl ik bij de auto bleef, kom m’n reisgenoot langs de grenspoortjes oversteken, telkens 1 poortje verder als er net een auto was doorgekomen. Het winkeltje had nog 6 liter koelvloeistof, en die hebben we gelijk allemaal meegenomen. De eerste 2 liter verdween gelijk in de radiotor, de overige 4 liter voorlopig in de achterklep. Met grote vrees draaide ik de contactsleutel om. De motor sloeg direct aan en vanuit mijn positie klonk het gelukkig allemaal zoals voor vertrek. Toch was dit niet helemaal het geval. Buiten de auto, met de motorkap nog open was een licht tikkend geluid te horen. Niet helemaal goed dus, maar hij liep nog. En veel zin om op een Franse lokale garage eigenaar te wachten bij gebrek aan een landelijke wegenwachtdienst had ik niet. Nee dan wilde ik liever aan de andere kant van de grens geholpen worden door de Spaanse vrienden van de ANWB. Snel gingen we dus de grens over, en we besloten om meteen maar de benzinetank te vullen en even wat te rusten en te eten. De auto parkeerden we in de schaduw, om de motor nog wat verder te laten afkoelen. Een wandelingetje over het parkeerterrein bracht ons de vreugde van het zien van aan viertal andere Mini’s, ook helemaal volgepakt met bagage. Het was duidelijk dat deze auto’s de zelfde eindbestemming hadden als wij. De eigenaren waren helaas nergens te bekennen, die zaten waarschijnlijk in het restaurant met airco in plaats van in de zon buiten. We hadden er geen behoefte aan om op hen te wachten. Het was inmiddels zo’n 11 uur in de ochtend en de het heetst van de dag zat er aan te komen. Met nog een dikke 450 kilometer te gaan en dat met een koelvloeistof lekkende auto. Dat kon dus nog wel een paar uur duren. Voor het wegrijden luisterden we nog even naar het bijgeluid van de motor, wat iets minder leek te zijn nu de motor echt helemaal was afgekoeld. Dus draaiden we de snelweg weer op. Om de motor te ontzien ging de kachel weer aan, om nu helemaal niet meer uit te gaan tot we onze bestemming hadden bereikt. Uiteraard gingen nu de raampjes echt helemaal open. Om zelf niet helemaal weg te waaien ging de snelheid iets omlaag, waarvan we verwachtten dat het ook de motor ten goede zou komen. Met 90 km/u zouden we het laatste kwart van onze reis volbrengen.
Ondanks de lagere snelheid, moesten we na bijna 2 uur toch weer even de motor rust gunnen en de koelvloeistof bijvullen. Weer anderhalf uur later kwam Barcelona in zicht en besloten we preventief de koelvloeistof bij te vullen, om te voorkomen dat we bij zo’n grote stad in het drukke verkeer problemen zouden krijgen. En druk was het er, daar op de wegen rond Barcelona. Veel verkeer, veel afslagen en veel knooppunten. Goed opletten geblazen dus, want fout rijden is in zo’n geval zo gebeurt. En tijdig de goede rijstrook opzoeken. Het drukke verkeer heeft ook nog een hele mooie herinnering opgeleverd. Bij een samenkomst van twee snelwegen kwamen we tussen vier vrachtwagens terecht. Links 1, rechts 1, voor ons de derde en ook achter ons reed er 1. We voelden ons best een beetje opgesloten toen ze even zo bleven rijden, maar het gaf een geweldig gevoel toen de chauffeurs van deze wagens allemaal tegelijk hun luchthoorns lieten horen. Vervolgens kregen we alle ruimte om onze weg te vervolgen en werd er nog vrolijk met lichten geknipperd.
Nee, dit waren niet de eerste bestuurders die verwonderd waren bij het zien van een Nederlandse Mini zo ver van huis. Vanaf Noord-Frankrijk al waren er vele bestuurders en passagiers die naar ons wezen, lachten, zwaaiden enzovoorts, maar dit was wel de meest memorabele en enthousiaste begroeting die we onderweg hebben meegemaakt.
Barcelona zijn we zonder problemen voorbijgekomen, maar alles bij elkaar waren we daar toch wel even mee bezig. Gewoon omdat het zo’n grote stad is. Een klein uurtje voorbij Barcelona kroop de temperatuurmeter weer omhoog, en was het dus weer tijd voor een stop. We hoopten dat dit de laatste keer zou zijn. Vanaf deze parkeerplaats zagen we een aantal Mini’s voorbij komen, sommigen alleen, anderen in kleine groepjes. Bij het zien van deze soortgenoten van mijn auto kon ik niet wachten om op de eindbestemming aan te komen. Hoeveel zouden er daar zijn? We bleven dan ook niet langer dan nodig staan wachten en gingen al gauw weer op weg. Het gaspedaal werd nu toch weer wat dieper ingetrapt. Al gauw stond onze eindbestemming op de routeborden en na een uurtje reden we van de snelweg af. Ondertussen hadden we ook nog een groepje Mini’s weer ingehaald, waar we vrolijk naar gezwaaid hebben en die hebben we ook op film gezet. Uiteindelijk stonden we om 16.15 uur in de korte wachtrij voor de poort van de camping waar de IMM plaatsvond. We waren duidelijk niet de eersten die deze camping hadden bereikt, er stonden al veel Mini’s en tenten en er liepen al veel mensen rond. Na ongeveer een kwartiertje waren we ingecheckt en naar onze plaats verwezen. Omdat we niet via een (Nederlandse) club hadden ingeschreven stonden we tot onze teleurstelling ergens op een hoekje tussen andere individuele inschrijvers, uit allerlei landen. De tent werd snel opgezet, maar verder nog weinig uitgepakt. Eerst maar eens kijken naar al dat moois wat hier stond en dus een ronde over het terrein lopen. Tijdens deze ronde raakten we aan de praat met een aantal Nederlanders die naast elkaar stonden en al snel nodigden deze ons uit om onze tent bij hen op te zetten. Dit hoefden ze geen 2e keer te zeggen. We hebben meteen alles wat we uit de auto hadden gehaald om bij de tent te kunnen weer in de auto gelegd en de haringen van de tent uit de grond getrokken. De tent hebben we toen in z’n geheel, met stokken en al op het dak van de auto gezet en zo zijn we over het terrein naar onze nieuwe plek gereden. Weliswaar met 3 km/u, om schuiven te voorkomen, maar de tent weer helemaal afbreken daar hadden we gewoon geen zin in.

Tot zover mijn verslag over de heenreis.
Oud 22-11-2006, 21:49
Verwijderd
Citaat:
Daantje_0705 schreef op 14-11-2006 @ 17:01 :
Hoezo? Wat is er mis met dat stukje wat je citeert?
Het is gewoon superraar en slecht geschreven. Steeds die wisseling tussen 'je' en 'ik', en de onnodige herhaling van dat 'het eigenlijk al weten'. Ik weet niet, het is gewoon een zeer irritante stijl van narratie!
Oud 21-12-2006, 00:12
Djupa
Djupa is offline
Een reisverslag van een paar dagen in Kaapstad

Iedere reisgids vertelt hetzelfde. Kaapstad: een schitterend samenspel van berg, stad en zee. De gastronomische hoofdstad van Afrika. De plaats waar de warmste en de koudste oceaan samenkomen. Net zo uniek gelegen als Rio de Janeiro en San Francisco. De meest relaxte inwoners van Zuid-Afrika. De mooiste stad ter wereld. Allemaal superlatieven zodat we ons echt verheugen op de laatste étappe van onze reis.

We komen aan vanuit het noorden, net als de ontdekkingsreiziger Bartholomeo Diaz in 1487 en de stichter van Kaapstad, Jan van Riebeeck in 1652. Zij na een hachelijke tocht over de woeste Atlantische Oceaan, wij via de N7. De aanblik op de Tafelberg moet één van de betoverendste vergezichten zijn, zelfs voor de meest ervaren reiziger. Iedereen in de auto vindt het dan ook schitterend.

Langzaam naderen we de stad. Dat komt door de middagspits die voornamelijk wordt veroorzaakt door overstekende kinderen en geparkeerde auto's langs de snelweg. Zo kunnen we ook zien hoe het grootste deel van de inwoners van de Moederstad leeft. “Wordt hier al het eten dat ik niet lust, naar toe gebracht?” vraagt mijn zusje Rebekka.

Omdat ik iedere reisgids over Kaapstad van te voren heb bestudeerd, mag ik de twee auto's naar de camping bij Muizenberg leiden. Ik grijp de kans aan om mijn vader keer langs een beroemd ziekenhuis te laten rijden, dat min of meer op de route lag. “Hier werd 's werelds eerste succesvolle harttransplantatie verricht!” meld ik mijn zich verbazend gehoor. Als we er voor de vierde keer langsrijden, wordt de auto minder enthousiast en moet ik snel de weg weer terugvinden.

De camping ligt 20 kilometer buiten Kaapstad bij Muizenberg, misschien één van de saaiste plekken aan de Kaap. Het is koud en de bergen zijn bedekt met een grauwe wolkenlaag. Op de camping staat een enkel tentje, het is duidelijk nog voorseizoen. De huisjes zijn van buiten schoon, maar van binnen een vieze troep. Gelukkig is de receptie de sleutels kwijt en kunnen we onze eigen tentjes opzetten, zoals we al 4 weken lang hebben gedaan. Ons kampvuur bestaat uit wat natte takjes en een gesloopte paal. Niettemin zijn we in een opperbeste stemming en kijken we uit naar de volgende dag.

Met een miezerige motregen en nog meer grijze wolken word ik wakker. “Geen Tafelberg vandaag...” is mijn eerste gedachte. Maar Kaapstad kent vier seizoenen per dag, dus ik hoop maar op het beste. Eenmaal in de stad aangekomen neem ik me voor niet meer over het weer te zeuren en de stad op m´n gemak te verkennen. Van de kaart ken ik de binnenstad ongeveer uit m´n hoofd, maar de wolkenlaag verbergt de Tafelberg, hét oriëntatiepunt van de stad. Downtown Capetown is evenwel niet groot dus had ik snel door wat waar is. Longstreet is een straat vol met cafés en winkels, verstopt tussen rijkversierde Victoriaanse gebouwen. St. Georges Mall is een wandelstraat met winkels die je ook aan de Kalverstraat vindt. In het midden van de binnenstad is Greenmarket Square, waar we afgesproken hebben met alle andere familieleden. Natuurlijk moeten we wachten, en wachtende toeristen vormen een makkelijke prooi voor bedelaars.

“Jou kom van Holland, dus jou praat ook Afrikaans.” deelde me een jongetje mee. “Heb jou van die oërval gehoor?” De jongen wijst naar Adderly Street, het financiële centrum van Kaapstad. Voor het bankgebouw staan politieauto's, nieuwsreporters en een enorme menigte. Gewapende overvallers zijn het bankgebouw binnengedrongen en houden de medewerkers en klanten gegijzeld. Een ontsnappingspoging van het dak van de bank mislukt. Er is al een schot gehoord, maar niemand weet hoe de werkelijke situatie binnen is.

Dit is dus één van de dingen waar Zuid-Afrika om berucht is. Het land heeft de meeste wilde dieren, maar ook de meeste verkrachtingen, moorden en overvallen per vierkante kilometer. Ik herinner me wat voor waarschuwingen ik had meegekregen voordat ik vertrok. Dat ik een geweer moest meenemen en dat we een politie-escorte zouden moeten regelen om door het land te trekken. Na de Apartheid zouden alle zwarten wraak willen nemen op de blanken. Tijdens de reis leek dat wel mee te vallen. 's Avonds kan je de straat niet op, maar dat is vooral omdat er dan gewoon niks meer te doen is en alleen als je graag belazerd wordt, moet je op straat gaan wisselen. Maar nu sta ik toch op een paar meter afstand van een gewapende overval. Zou de rassenoorlog waar menigeen het over had dan toch geen overdreven vooroordeel zijn? Is dit land werkelijk gegijzeld door zijn geschiedenis, waar geen ontsnapping meer uit mogelijk is? Deze vragen bleven door mijn hoofd dwalen, terwijl we verder gaan naar het District Six museum.

Omdat niemand zin heeft in een excursie naar Robbeneiland, lijkt dit museum een goed alternatief om toch nog iets mee te krijgen over de Apartheid. Het kleine museum vertelt het verhaal van District Six, een zwarte wijk die in de jaren '60 van de vorige eeuw is afgebroken en als een blank leefgebied werd aangewezen. Maar uit schaamte wilde niemand meer daar wonen en ligt het terrein als een open wond in Kaapstad. De hele gebeurtenis is indrukwekkend, maar je bent zo door het museum heen.

We gaan verder richting de Compagniestuinen en komen we langs de Groote Kerk. Deze Nederduits Gereformeerde Kerk was lange tijd de enige toegestane kerk in Zuid-Afrika. Ze onderhield nauwe contacten met de Nederlands Gereformeerde Kerk en samen predikten ze over de superioriteit van het blanke ras. Maar omdat iedereen al genoeg heeft gehad van politiek, slaan we dit monument over en wandelen door de Compagniestuinen. Het is een mooi park waar je een paar gebouwen en monumenten kunt vinden, zoals het Parlement van Zuid-Afrika, een standbeeld van Cecil Rhodes en de oudste cultuurboom van Zuid-Afrika. In de Gouden Eeuw was dit een moestuin, die de VOC schepen bevoorraadde.

Het is opgehouden te regenen. De mist rond de bergen lost langzaam op en we kunnen zien hoe de Lion's Head aan zijn naam komt. Terwijl we door de Bo-Kaap lopen (aanrader!), accentueert de zon de bonte kleuren van de Maleise arbeidershuisjes. Maar nog steeds hangt er een zwaar wolkenkleed over de Tafelberg. Mijn gedachten gaan terug naar de bankoverval. Hoe zou dat gaan? Ik voel me een beetje schuldig. Wij lopen hier vrolijk de van de ene toeristische trekpleister naar de andere, terwijl een paar straten verderop mensen vrezen voor hun leven. De hele gebeurtenis drukt zwaar op onze dag, net als het Tafelkleed dat de Tafelberg maar niet los wil laten.

De volgende dag gaan we weer dieren spotten. We rijden naar Hermanus, dat een van de beste plekken op aarde schijnt te zijn om walvissen te zien. We bellen een speciale whale watch hotline (0283122629) om te checken of er wel daadwerkelijk walvissen zijn. En die zijn er, tenminste, volgens deze operator. Want als we eenmaal aankomen, zien we alleen maar een grijs stuk plastic, dat af en toe boven komt drijven. Dan staren we twee uur lang naar een paar zwarte stipjes halverwege Antartica, wat later vissersbootjes blijken te zijn. Mijn verontwaardiging is groot. Heb ik hiervoor een dag extra Kaapstad laten lopen, nu het veel beter weer is dan gisteren? Teleurgesteld stapt iedereen weer de auto in. Dan horen we opeens opgewonden kreten vanaf de uitkijkplaats. En ja hoor, daar vlak aan de kust zien we ze. ‘ Breaching, spying en lobtailing' . Hermanus ís gewoon de beste plek om walvissen te zien. Op de terugweg naar Kaapstad, komen we langs de township Khayelitsha.

We zien beelden die we herkennen van televisiespotjes tegen de armoede in Afrika. Duizenden kleurige hutjes van golfplaat en auto-onderdelen. Vanuit de auto is het een best mooi gezicht, al zal het nooit op de Unesco Werelderfgoedlijst terecht komen. De blanken wonen in mooie villa's tegen de berghellingen aan, en de overgrote meerderheid van de zwarten in deze hutjes op de Cape Flats. Dit extreme verschil in welvaart kan niet anders dan explosieve situaties veroorzaken. We komen de snelweg rond het centrum van Kaapstad op richting de havenwijk, Victoria & Alfred Waterfront (The Waterfront) voor een avondmaaltijd in een van de restaurants. Mijn vader zet de radio aan voor het nieuws: “Yesterday's bank robbery has ended without violence. After keeping two employees under hostage for five hours, the bank robbers eventually surrendered without any resistance to the police. Earlier the afternoon, one of the customers got shot in his right shoulder as he tried to escape from the rooftop. He is now recovering in Groote Schuur Hospital . The two bank robbers are in jail, awaiting their trial.” Terwijl we dit horen, hebben we voor het eerst een volledig uitzicht op de stad, de bergen en de zee. Het zware wolkenkleed dat de Tafelberg bedekte, is volledig verdwenen. Opgelost door de zon, die met haar laatste stralen de kleuren ongelofelijk scherp en helder maakt.

Dit land heeft er hele slechte ervaringen mee gehad, maar het is toch de positieve betekenis van kleur die uiteindelijk overwint. Misschien zullen ook de problemen die het grauwe verleden van dit land hebben gebracht op een dag verdwijnen en zullen de Zuid-Afrikanen uiteindelijk beseffen, dat hun land de harmonie van kleuren nodig heeft om te kunnen bestaan in al zijn schoonheid.
Oud 29-12-2006, 07:53
damaetas
Avatar van damaetas
damaetas is offline
mijn reisverhaal verschijnt binnenkort in het magazine van de BAC (belgische klimvereniging).
en ik ga het ook nog doorsturen naar wat buitensportbladen.
en we hebben al een lezing erover gegeven en ook nog in februarie op de stagebeurs (jaja onze naam op dezelfde affiche als dixie dansercour!!! )
spannend!
__________________
deegrol -=- DUVEL -=- *is lief*
Advertentie
 


Regels voor berichten
Je mag geen nieuwe topics starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag geen bijlagen versturen
Je mag niet je berichten bewerken

BB code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit

Spring naar

Soortgelijke topics
Forum Topic Reacties Laatste bericht
Vrije tijd Fotowedstrijd & Reisverhalen
Milanboy1899
0 11-09-2015 16:12
De Kantine Phoebe heeft een saai oor #1218
Verwijderd
500 21-11-2010 19:27
De Kantine Dit of dat? #3
Evil Monkey
500 06-08-2007 01:35
Verhalen & Gedichten Tips reisverhalen schrijven
Verwijderd
2 09-06-2007 20:56
Verhalen & Gedichten Literair reisverhaal
Tovenaar
1 30-11-2005 17:12
Huiswerkvragen: Klassieke & Moderne talen CKV/Nederlands
!Dringend!
5 03-07-2003 13:13


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 10:16.